GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1959 - pagina 75

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1959 - pagina 75

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geologie aan de V.U. De wis- en natuurkundige faculteit, waaraan nog slechts enkele jaren geleden de afdeling biologie werd toegevoegd, zal thans opnieuw worden uitgebreid en wel met de afdeling geologie. Zoals reeds in het vorig nummer werd bericht zijn met ingang van 1 januari 1960 twee hoogleraren benoemd, terwijl in de loop van 1960 de benoeming van een derde hoogleraar kan worden tegemoet gezien. Het zou niet te verwonderen zijn als deze berichten in de kring van hen, die het werk van onze Vrije Universiteit steunen en dragen, met gemengde gevoelens zijn ontvangen. Gevoelens van zorg enerzijds omdat de geologie bij de Schriftgetrouwe christenen in het algemeen geen beste naam heeft. Hoe vaak werd — en wordt ook nu nog — met een beroep op de resultaten der geologische wetenschap de betrouwbaarheid van de Bijbel bestreden. Anderzijds heersen er echter wellicht ook gevoelens van hoop en verwachting. Verwachting dat door het werk der wetenschapsbeoefenaars aan de Vrije Universiteit vele vragen omtrent de verhouding van Bijbel en geologie zullen kunnen worden beantwoord en de argumentatie van Schrift-vijandigen zal kunnen worden ontzenuwd. Bij deze zorg en verwachting mogen evenwel twee dingen niet worden vergeten. In de eerste plaats dit, dat de vragen omtrent de verhouding tussen Gods W o o r d en Gods Schepping niet van vandaag of gisteren of ook maar van de tijd van de opkomst van de moderne natuurwetenschap dateren; reeds Augustinus worstelde immers met deze vragen. In de tweede plaats dient men te beseffen, dat de geologie in wezen niet gevaarlijker is dan welke andere tak van wetenschap ook, de theologie niet uitgezonderd. Grotere zorg omtrent de komst en ontwikkeling van deze afdeling aan de Vrije Universiteit dan om welke andere ook, behoeft er daarom niet te bestaan. En al is de noodzaak van christelijke wetenschapsbeoefening in veler ogen misschien duidelijker als het over de geologie gaat, dan over sommige andere takken van wetenschap, in wezen is er geen verschil. De taak, die aan de hoogleraren in de geologie wordt opgedragen, is geen andere dan die, welke aan alle docenten is toevertrouwd. Ook al verwacht men terecht, dat de hooieraren in de geologie zich, samen met hun collega's uit de wis- en natuurkundige faculteit en met die uit de andere faculteiten, intensief met de vragen omtrent de verhouding Bijbel en geologie bezig zullen houden, de docenten dienen uiteraard ook vooral te zorgen voor een goede opleiding van geologen. Het brede arbeidsveld van de geologische wetenschap en de directe practische toepassing van de resultaten van het geologische onderzoek hebben geleid tot een vergaande specialisatie. Men kent reeds lang binnen de geologie drie verschillende kandidaatsexamens. Behalve aan de universiteiten en hogescholen wordt fundamenteel geologisch onderzoek ook vooral verricht door de uitgebreide staf van specialisten bij de olie-industrie en bij de opsporing en winning van steenkool en ertsen. De geologen vinden hier hun plaats als

veldgeoloog, als palaeontoloog of als petograaf, terwijl daarnaast plaatsingsmogelijkheden zijn bij de geologische diensten ten behoeve van de aanleg van tunnels, wegen, stuwdammen voor de waterwinning, enz. enz. De opleiding in de geologie brengt in Nederland speciale problemen met zich mee. Evenals een natuurkundige, een scheikundige of een bioloog heeft een geoloog een laboratorium nodig. Maar men kan in het laboratorium uiteindelijk slechts de monsters onderzoeken van de gesteenten waaruit de aardkorst is samengesteld. Met andere woorden, de werkplaats van de geoloog en dus ook de oefenplaats van de student in de geologie ligt in belangrijke mate buiten het laboratorium, namelijk in het gebied, dat geologisch bestudeerd moet worden. En nu biedt Nederland in dat opzicht slechts beperkte mogelijkheden, omdat de structuur van de ondergrond in verreweg het grootste gedeelte van ons land niet voor directe waarneming toegankelijk is tengevolge van de bedekking door, geologisch gesproken, zeer jonge afzettingen van grind, zand, klei en veen. Het gevolg is, dat we voor excursies en voor oefenen werkterrein hoofdzakelijk op 't buitenland zijn aangewezen. Dit brengt een voordeel mee, want de geoloog moet nu eenmaal in sterke mate internationaal georiënteerd zijn, daar het werkterrein van vele afgestudeerden buitenslands zal Uggen. Het zal tevens wel duidelijk zijn, dat aan de geoloog hoge physieke eisen worden gesteld, terwijl hij ook mentaal in staat moet zijn gedurende soms vrij lange tijd onder primitieve omstandigheden eenzaam op een verre post zijn werk te verrichten. Iemand, die geologie wil gaan studeren, zal zich gewoonlijk eerst, bij voorkeur door een tropenarts,

2915

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

VU-Blad | 104 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1959 - pagina 75

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

VU-Blad | 104 Pagina's