GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 141

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 141

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

troosten en allerlei faciliteiten moeten scheppen. Maar waarom zouden we dat niet doen? Als het waar is, dat dit probleem van de verhouding van de Westerse volken tot die van die onderontwikkelde gebieden het kernprobleem is van deze eeuw, waarom zouden wij er niet middenin springen en doen wat we kunnen doen? Alleen maar, zodra we zo ver gekomen zijn met onze gedachten, komen de bezwaren en die blijken groot, zeer groot te zijn. Uiteraard hebben we natuurlijk aanstonds te worstelen met het feit, dat we een klein landje zijn, met weinig mogelijkheden en met een eigen taal. Wat moeten ze met Nederlands? Het is best mogelijk dat, als ze Nederlands zouden leren, zij er verbaasd over zouden zijn hoezeer ook die Nederlandse taal grote mogelijkheden biedt, maar het lijkt vrijwel een onmogelijke taak om hen daarvan te voren te overtuigen. Uniek. Tenzij — ja, er is natuurlijk een tenzij — tenzij het duidelijk is, dat wat Nederland te bieden heeft, van dien aard is, dat het nergens elders ter wereld te verkrijgen is. Dan zou het misschien mogelijk zijn, de mensen ervan te doordringen, dat het inderdaad de moeite waard is, om zich die taal eigen te maken. Maar kunnen we dat? Er zijn bepaalde gebieden van wetenschap, zoals bijvoorbeeld de waterbouwkunde, waarvan over de gehele wereld bekend is, dat Nederland daarin iets te bieden heeft, dat men niet gemakkelijk elders verwerven kan. In zo'n geval zijn er zeker wel studenten te vinden, die zich zelfs de moeilijkheden van de taal willen getroosten, om hier zich te kunnen bekwamen. Maar het ligt in de aard der zaak, dat het hier alleen gaat over heel enkele en heel speciale terreinen van wetenschap. In het algemeen genomen kunnen deze studenten uit andere werelddelen dat wat ze hier kunnen verwerven, minstens net zo goed elders verkrijgen en dan zonder dat het nodig is een heel nieuwe taal te leren. Dat ziet er dus aanstonds niet erg hoopvol uit. Tenzij — het is goed dat we ons daarvan bewust zijn — tenzij wij kunnen aantonen, dat wat wij te bieden hebben, toch ook iets unieks is, iets dat men niet gemakkelijk elders vinden zal. Iets uitermate waardevols en iets dat voor het leven zeer reële betekenis heeft. Ik neem aan, dat wij die overtuiging inderdaad hebben, de overtuiging namelijk, dat de Vrije Universiteit iets te geven heeft van een unieke betekenis. Ik ben in mijn leven nogal eens genoodzaakt geweest in andere landen uitlegging te geven van wat dat woordje „vrij" betekent in de naam van onze universiteit. Dat was niet altijd even gemakkelijk en meestal bracht het mee, dat er iets van de wordingsgeschiedenis van de Vrije Universiteit moest worden verteld. Telkens, wanneer dit — de vrijheid om datgene te doen, waartoe wij ons van Godswege gebonden weten — in het gesprek naar voren komt, komen uiteraard ook de tegenwerpingen los. Het wil nogal eens gebeuren, dat men dat-

Prof. dr. J. H. Bavinck tijdens het uitspreken van zijn rede op de V.U.-dagen in Groningen. gene, wat wij vrijheid noemen, juist onvrijheid acht te zijn. Een universiteit, zo betoogt men dan, moet geen grondslag hebben, ze mag zich aan niets anders gebonden weten dan aan de menselijke rede en aan het object van de wetenschap zelf. Elke andere binding is een ontwaarding en een belediging van de wetenschap. Met name in Angelsaksische landen kan men nogal eens tegenkomen het vaste geloof in de neutraliteit van de wetenschap. Een mens kan dodelijk benauwd worden in onze dagen, wanneer hij denkt aan de volken van Afrika en andere landen van de wereld, die van hun religieuze wortels worden losgeslagen en die aan Westerse universiteiten in aanraking gebracht worden met gedachten en theorieën, die zij niet verwerken kunnen en waaraan zij ook geen houvast hebben. Ja, het is wel waar, de Vrije Universiteit heeft toch wel iets unieks, iets dat haar ertoe mag bewegen en zelfs moet bewegen volle

5

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

VU-Blad | 184 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 141

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

VU-Blad | 184 Pagina's