GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 110

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 110

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

dat we tegen elkander zeiden: waarom doen we het eigenlijk? Het helpt toch niets en er verandert ook niets, alles blijft zoals het was. En een andere keer zeiden we tegen elkander: schapen, die geen herder hebben. Kijk — uit die spanning werd het roepingsbesef geboren, het vaste weten, dat God je tot die taak riep. En dan wist je weer heel duidelijk en heel zeker: Zo wat gij aan een van deze minsten hebt gedaan, dat hebt gij aan Mij gedaan Zonder dat roepingsbesef is het werk aan en in een onderontwikkeld gebied niet vol te houden, neem dat van mij aan. Maar mèt dat roepingsbesef is er geen schoner arbeid denkbaar en wanneer mijn vrouw en ik terugdenken aan die zeven naoorlogse jaren op Java, zeggen wij: hoogtepunten van ons leven, omdat wij telkens en telkens weer, hetzij door het woord, hetzij door de daad, gelegenheid kregen, de blijde boodschap door te geven. E n dan komt de vraag, of het wel helpt, eenvoudig niet aan bod — m a a r de vreugde, dat ge moogt bezig zijn in deze uw dienst overheerst het alles, elke dag opnieuw! Niet eenvoudig. Nu sta ik hier vanmiddag niet voor u om u uiteen te zetten wat er in de practijk zoal komt kijken, wanneer wij ons op de Vrije Universiteit tot dit werk zetten. Dat is nogal wat. Nog minder sta ik hier om u door mijn korte woord tot het vellen van een oordeel over al die problemen in staat te stellen. Ik wilde u alleen maar laten horen, over welke zaken op het ogenblik zoal aan onze universiteit wordt gesproken, waarmee wij bezig zijn en in welke richting ons denken gaat. De Vrije Universiteit en de wereld. Wel zijn de tijden veranderd sinds 1880 toen onze Vrije Universiteit werd gesticht en naar het woord van zijn stichter met de naam universiteit tot blozens toe verlegen was. Het is voor ons besef allemaal veel gecompliceerder geworden. De vraagstukken hebben groter afmetingen aangenomen, zijn heviger geworden. Natuurlijk moet de V.U. zich met de wereld bemoeien. Als wij het niet doen zal een ander onze plaats innemen en volbrengen, waartoe wij ons niet in staat voelden. Maar eenvoudig is het niet. Ja, de tijden zijn veranderd en onze universiteit werd ouder. Maar in één opzicht is er ook weer niets veranderd, mag er niets veranderd zijn. Het geloof van toen moet er ook nu zijn. De geestdrift van weleer zal ook nu gevonden moeten worden. De brede blik, de visie op het leven — we kunnen ze zo van het voorgeslacht overnemen. Zegt u als 't u blieft niet: dat is mij te moeilijk en te groots. Zegt u ook in goed bedoeld vertrouwen niet: zij zullen het daar in Amsterdam wel klaren. Maar leef met ons mee en bid met ons mee. En dan besluit ik met een woord, dat de gouverneurgeneraal Tjarda van Starkentaorch Stachouwer — een man, wiens n a a m hier in Groningen niet onbekend is — sprak toen hij in december 1941 ons op Java mededeelde, dat wij in oorlog met Japan waren: zorgt dat gij niet beneden de maat der tijden blijft. L. W. Kuilman

VEEL BELANGST

„GEWONE" De V.U.-dagen, die we nu achter de rug hebben, waren gewone V.U.-dagen. Dat wil zeggen V.U.dagen, waarop geen jubileum werd herdacht en die niet in het teken stonden van een speciale actie of van een bepaald onderwerp (zoals bijvoorbeeld een paar jaar geleden in Assen, toen het de ziekenhuisbouw was wat de klok sloeg). Maar: „gewone" V.U.-dagen wil beslist niet zeggen, dat er niets bijzonders aan de hand was. Want in feite zijn V.U.-dagen nooit gewoon, maar altijd iets bijzonders, omdat de Vrije Universiteit geen gewone, maar een bijzondere universiteit is. De V.U. is geen instelling voor hoger onderwijs waar ver boven de hoofden van nietacademici wetenschappelijk werk gebeurt, nee, de V.U. staat stevig geplant in de belangstelling èn in de harten van heel velen in het land. Dat is in Groningen weer duidelijk gebleken, — en het was prettig te vernemen hoe een buitenstaander als de Groninger wethouder dr. K. van Dijk, die in zijn loopbaan het een en ander met universiteiten te maken heeft gehad, — dit was opgevallen: hij onderkende dit bijzondere niet alleen, hij waardeerde het ook.

Dat gevoel van saamhorigheid, zoals dat ervaren wordt in de gemeenschappelijke band aan de Vrije Universiteit, kwam in de Groninger V.U.-dagen anno 1961 sterk naar voren, dachten we. Zou het komen, doordat de be-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

VU-Blad | 184 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 110

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

VU-Blad | 184 Pagina's