GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 87

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 87

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

onderwijs op gereformeerden grondslag Faculteiten Met betrekking tot de samenstelling van het docentencorps kan het volgende worden vermeld. In de juridische faculteit werd de heer P. L. Dijk, die reeds sinds september 1959 met een leeropdracht was belast, benoemd tot lector voor het onderwijs in het belastingrecht binnen het kader van de opleiding tot het notariaat. Voorts werd dr. H. A. Brasz, eveneens sindis 1959 reeds belast met een leeropdracht, benoemd tot lector voor het onderwijs in de bestuurskunde, het bestuursrecht en de inleiding in het Nederlandse staatsrecht. In de faculteit der geneeskunde werd in verband met de aanstaande emeritering van prof. dr. P. R. Michael dr. G. den Otter benoemd tot gewoon hoogleraar in de chirurgie. Dr. C. L. Rümke, die sinds 1958 als privaat-docent onderwijs had gegeven in de medische statistiek, werd benoemd tot lector voor het onderwijs in de algemene pharmacologie en de medische statistiek. Voorts werd mede op verzoek van de Vereniging tot Bevordering van de Homoeopathic in Nederland de heer A. van 't Riet, arts te 's-Gravenhage, toegelaten als privaat-docent om onderwijs te geven in de homoeopathische geneesmiddelenleer. De emeritering van prof. dr. J. Waterink aan het einde van de cursus 1960-1961 en de voortgaande ontwikkeling van deze tak van wetenschap maakten verschillende voorzieningen nodig voor het onderwijs in de psychologie en pedagogiek. Aan de opdracht van prof. dr. H. R. Wijngaarden werd toegevoegd het onderwijs in de persoonlijkheids- en kara.kterleer; dr. S D. Pokkema werd benoemd tot gewoon hoogleraar voor het onderwijs in de algemene psychologie en de methodenleer; aan dr. J. P. D. Drenth werd een leeropdracht verleend voor de psychodiagnostiek en aan drs. J. de Wit voor de pedologle, de speciale pedagogiek en de kinderpsychologie. Voorts werd aan prof. Waterink zelf voor de cursus 1961-1962 nog een leeropdracht verleend voor het onderwijs in de theoretische psychologie. Aan dr. F. L. Zwaan, reeds gedurende enige jaren ter assistentie van prof. dr. G. Kuiper aan de Nederlandse sectie verbonden, werd een leeropdracht verleend voor het onderwijs in de taalkundige verklaring van Nederlandse schrijvers uit de 16e en 17e eeuw. Dr. J. Roelink ontving naast zijn docentschap voor de didactiek der geschiedenis een leeropdracht voor de hulpwetenschappen der geschiedenis. Drs. H. G. Schulte Nordholt werd een leeropdracht verleend voor de culturele anthropologic van het Afrikaanse cultuurgebied. Dr. I. Bos werd benoemd tot docent voor de didactiek van de klassieke talen. In de economische faculteit werd dr. D. C. Renooy benoemd

tot buitengewoon hoogleraar voor het onderwijs in de staathuishoudkunde, in het bijzonder ter behandeling van vraagstukken van geld-, bank- en credietwezen. Drs. S. van Popta werd benoemd tot lector voor het onderwijs in de economische politiek en de prijstheorie. In verband met de instelling met ingang van de cursus 19611962 van een studierichting in de natuurkundige en de sociale aardrijkskunde werd aan drs. M. W. Heslinga een leeropdracht verleend voor het onderwijs in de sociale aardrijkskimde. Toekomstige ontwikkeling der universiteit Naar aanleiding van het rapport van de commissies spreiding hoger onderwijs en spreiding technisch hoger onderwijs, in 1959 uitgebracht aan de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen en door de minister daarna voor advies toegezonden aan de Nederlandse Instellingen voor hoger onderwijs, deed de senaat aan directeuren het voorstel te komen tot instelling van een commissie, waarin de verantwoordelijkheid van in het bijzonder de reformatorische christenen voor wetenschappelijk onderwijs en onderzoek eens in de volle breedte aan de orde zou kunnen worden gesteld, opdat ten aanzien van uitbreiding en eventuele spreiding ook van de Vrije Universiteit een algemene strategie zou kunnen worden be7

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

VU-Blad | 193 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 87

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

VU-Blad | 193 Pagina's