GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1964 - pagina 68

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1964 - pagina 68

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

hij voor de V . U . verzet heeft, al te zeer

als de Nederlandsche

op den achtergrond waren gedrongen. De

nis en hij deed dat comparatistisch; daarbij

literatuurgeschiede-

onderzoekingen werden aanvankelijk weer

noch de omringende literaturen, noch de

voortgezet: eerst in de ongeëvenaard rijke

klassieke oudheid, noch de

bibliotheek in het groote Baarnsche huis,

letteren vergetend. Daarbenevens gaf

daarna ook te Noordwijk-aan-Zee, waar hij

Gotisch, Oudnoorsch en

in verband met den

zijn hart

gezondheidstoestand

Neolaiijnsche hij

— een vak van

— de geschiedenis der

literaire

van zijn vrouw een belangrijk deel van het

theorie en der rhetorica. Later kwam er

jaar verblijf hield.

nog de Algemeene Taalwetenschap bij, en

Maar er kwam een snelle veroudering die

-

de eens zo onstuimige vaart van zijn wer-

schap onzer academie, hetgeen de eerste

ken verminderde. Toen w e r d Baarn

groote en methodisch opgezette

laten,

voorgoed;

de

groote

ver-

bibliotheek

van 1927 t o l 1950 -

h e l bibliothecarisopbouw

van de boekerij der V r i j e Universiteit be-

w e r d geveild — een internationale gebeur-

teekende. Deze uitgebreide en zeer

tenis —; tenslotte w e r d te Driebergen een

nuanceerde taak, uiterst consciëntieus op-

ge-

plekje gevonden voor het verstilde leven

gevat en met consequente toewijding uitge-

dat de ouderdom hem oplegde, een be-

voerd,

schikking van Hooger Hand waarin werd

waarvoor onze universiteit hem in hooge

berust. Uitgebreide studies die op

stapel

waren blijven staan, konden door de inge-

impliceerde

een

laborieus

leven,

mate dankbaar kan zijn. Hij was een discipel der Leidsche acade-

treden ouderdomszwakte niet meer in het

mie, waaraan hij in 1924 mei lof promo-

licht gegeven worden. Geen Marnix-editie,

veerde

geen Bilderdijk-brieven, geen V a n Goens-

tuurstudie

op zijn

achttiende-eeuwsche

over

R.

M.

van

cul-

Go e n s ,

deel II verscheen er; ook het nog liggende

een studie die hij sindsdien verdiepte en

kleinere

een

uitbreidde, hetgeen leidde tot de publicatie,

uitgave. Z o o vervloog de hem eens ver-

in 1937, van het herziene volledige eerste

troostende toekomstdroom, gekoesterd ten

deel (deel 2 bleef in petto). Kort na zijn

werk

kwam

niet

meer

tol

tijde van den noesten arbeid in het belang

promotie trad hij als hoogleeraar op met

van onze academie, een arbeid die tot tijd-

de

roovend

t e i n s c h ?",

vormgeven

geen

gelegenheid

antwoord

bood. Dit lot schijnt harder dan het is geweest, want er was na 's levens felheid rust en kalmte ingetreden, een avondrust, een onthechting van de dingen die hem eens z o o in beslag genomen en bekommerd hadden. „ D i e dingen zijn voor mij niet meer belangr i j k " , poogde W i l l e ons uit te duiden, toen w e hem een dag of tien vóór zijn heengaan in Oosterbeek opzochten. W e i n i g e n hebben er een voorstelling van, wat

oratie

de

Wille

geweldig

omvangrijke

taak

die

aan onze universiteit op zich ge-

nomen heeft, voor zijn persoonlijk

leven

beteekende. M e n heeft het niet van nabij kunnen zien, want hij woonde om gezondheidsredenen

In

Baarn

en

buiten

den

academischen kring. Maar het was ongehoord. staande

Geloof

en

gehouden;

gebed van

hebben zijn

Wille

levensstrijd

geldt hetgeen psalm 124 zegt: „ W a r e het niet de l-fEERE die met ons was,

dan

„A e s t h e t i s c h werd

met

èn

Puriteinsch.

tot

1952, zoowel de Nederlandsche taalkunde

was

sche en theoretische vraagstukken. Z e v e n jaar tevoren was hij als lector opgetreden met

een

openbare

Byenkorf.

In

les

over

1926

M a r n i x'

volgde

een

nog

steeds zéér gewaardeerde studie over den dichter een

Helman

deskundige

lezing.

Wille's

bederf

door

Dullaert,

in

1943

Bilderdijk-bloemrectoraatsrede de

Taai-

school

van

K o 11 e w ij n (1934) was principieel gericht tegen den spellingchaos die toen bezig was in te treden. Omstreeks den tijd van zijn emeriteering

verschenen

voorbeeldige

historische

betreffende

Jan

van

van

zijn

hand

onderzoekingen

der

Noot.

Zijn

reeds verschenen korte publicaties werden in 1962 heruitgegeven in de „ Z w o l s e Reeks van Taal- en Letterkundige Studies" onder den

titel

Literair-Historische

leven en werk. N u

1925

levensdevies,

Dienovereenkomstig

W i l l e doceerde bij ons, als lector van 1918 van

het

W i l l e ' s benadering van de literair-histori-

Opstellen.

1925, als hoogleeraar

Puri-

tevens wetenschappelijk devies: Aesthetisch

hadden de wateren ons overstroomd." tot

of

waarvan de titelvraag be-

Ziehier in het kort W i l l e ' s is zijn goede

volstreden, de loop volbracht.

strijd

/- f • . . Ks. Nuiper.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

VU-Blad | 197 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1964 - pagina 68

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

VU-Blad | 197 Pagina's