Vrije Universiteitsblad 1965 - pagina 57

derd gulden mee gemoeid was Toch is de staf met vreugde

I geschonken

en één van de heren Versluis heeft hem herhaalde malen gehanteerd: want hij deed als „losse" pedel (dat w i l zeggen dat hij per keer betaald werd)

dienst totdat op

4 februari 1881 de eerste pedel in vaste dienst kwam, nl. de heer P. A . de Planque.

Toen in 1930 h e l vijftig-jarig beslaan van de V r i j e Universiteit herdacht w e r d , kwam het

cadeau

van de gebroeders

Versluis

weer Ier sprake. Dat was in de feestrede van prof. mr. D. P. A . Fabius. Deze hoogleraar releveerde dal de V r i j e Universiteit

Prof. dr. A. Kuyper

in het begin van haar bestaan soms aan heel vreemde bezwaren bloot stond. Prof. Fabius deelde toen mee : „Ook

werd

bedenking

gemaakt

tegen

wier stichters optraden met het beweren,

den pedelslaf, geschenk van de familie

dat het tijd, hoog tijd w e r d , om het nieu-

Versluis Ie Amsterdam, en w e l om het

w e heidendom, dat Europa, en ook ons

Minerva-beeld,

waarmee

deze

prijkte,

hetgeen had getoond, d a l reeds bij de

land

overstroomt,

te

keeren

en

weer

hoog het veldteken van Koning Jezus te

opening van de universiteit afgodendienst

houden, zijn, van achteren bezien, zelven

was binnengeslopen.

niets dan een soort beeldendienaars, re-

Dr. Kuyper, die tegen dit alles verweer moest bieden, heeft ook hierop

geant-

w o o r d . Daarbij wijzende op h e l onderscheid

tusschen

symbolen, zelfs

in de

Heilige Schrift voorkomende, en afgods-

novateurs van de oude heidensche afgoderijen, en z ó ó driest, z ó ó plomp drijven zij dit afgodisch spel, dat zij zelfs bij de Opening wen

hunner

school, ten aanschou-

van afgevaardigden

beelden." Tot zover prof. Fabius. N u moeten wij — dit tussen haakjes — niet direct ons hoofd schudden

over

die

mensen-van-vroeger.

De V . U . staat nóg steeds, om met prof. Fabius te spreken, aan vreemde bezwaren bloot en tot vandaag toe bedanken mensen als lid of donateur op soms héél wonderlijke gronden Maar goed, d i l terzijde. W a l ons nu bezighoudt is de manier, waarop Kuyper

zich

tegen de beschuldiging van afgodendienst verweert.

In de Heraut

van zondag 28

november 1880 gaat hij breedvoerig op de zaak in. W a a r w i j tegenwoordig

wellicht

met een beknopte brief of een korte notitie volstaan zouden hebben, heeft Kuyper een

paar

fikse

Heraut-kolommen

nodig !

Eerst omschrijft dr. Kuyper de beschuldiging : „ W i j komen thans aan het Minervabeeldje toe. Dat vooral is aangegrepen, om kwaad van de V r i j e Universiteit te vertellen. Verbeeld u, die V r i j e Universiteit,

Prof. mr. D. P. A. Fabius

uit heel

het

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen