GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1966 - pagina 183

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1966 - pagina 183

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een herinneringsbeeld Waterink heeft in een zijner geschriften gewezen op het verschijnsel der herinneringsvervalsing; dit verschijnsel kan dan optreden, als wij onder invloed van gebeurtenissen waarbij wij affectief betrokken zijn, het verleden een andere ,,kleur" geven dan de oorspronkelijke. Om hieraan zoveel mogelijk te ontkomen — want ook ik ben op het ogenblik diep onder de indruk van Waterinks heengaan — raadpleeg ik mijn aantekeningen van vele jaren geleden, om u een gebeurtenis te vertellen die ik omstreeks 1932 meemaakte. Ergens werd een zgn. inspectievergadering van het lager orvderwijs gehouden; vele honderden onderwijzers van openbare, rooms-katholieke en protestantse scholen waren onder één dak tezamen; een zeergeleerde spreker behandelde op boeiende wijze een onderwerp van pedagogisch-psychologische aard. Na de pauze — zoals te doen gebruikelijk — debat; in eerste instantie meldden zich zes debaters; later bleek: allen christelijke onderwijzers. Hun reacties kwamen zo ongeveer op hetzelfde neer: Waarom hebt u Waterink niet genoemd? Beschouwt u hem niet als ,,The coming man" in de pedagogiek? Hoe denkt u over zijn werk? Is het mogelijk over pedagogiek en psychologie te spreken zonder levensbeschouwelijke benadering? Maakt het voor de praktische opvoeding iets uit of een kind al of niet gedoopt is? Toen begon het debat pas goed. Ook anderen werden wakker. Pro's en contra's vlogen als speren door de zaal. De voorzitter, een rijksinspecteur, dreigde in paniek te raken: want op een inspectievergadering stelt men geen problemen van wereld- of levensbeschouwing aan de orde. Maar de knuppel was in 't hoenderhok gegooid en zelfs een rijksinspecteur zag geen kans dit voorwerp geruisloos te elimineren. De referent deed olie op de golven: zijn slotwoord was mild en verzoenend; men moest hem er vooral niet van verdenken, dat het niet noemen van een bepaald auteur een depreciatie inhield; hij wilde gaarne verklaren, dat hij ondanks ernstige bezwaren toch ook veel waardering had voor Waterinks werk; maar voor een inspectie3

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1966

VU-Blad | 201 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1966 - pagina 183

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1966

VU-Blad | 201 Pagina's