Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 70

komt, het leed en de pijn uitgebannen zijn, de jongen van koe en berin samen weiden, het zwarte jongetje met het blanke speelt, de gastarbeider als medemens bejegend wordt en niet meer eenzaam zijn weg gaat, de homofiele niet door de ,,vrome" woorden van gefrustreerde heteroflelen aan zijn angsten is uitgeleverd, de eenzame een leefgenoot vindt. King heeft dat gezien en heeft ervoor gevochten: geen dominee maar een profeet. En zoals de negers zongen ,,John Brown's body lies a mouldring in the grave, but his-soul is marching' on" zo zal het zijn met Dr. Martin Luther King Jr. Hij zal spreken nadat hij gestorven is: in zijn voorbeeld en in zijn geschriften. Ik noemde hem de grootste eredoctor die wij ooit hebben gehad. Dat wij deze kans kregen en hebben benut, daarover verheugen wij ons zeer. Maar het kan even vrijblijvend zijn als een protest tegen een regering die niet bereid is zelfs maar 1 % van het nationaal inkomen aan ontwikkelingshulp te besteden als we zo'n protest niet doen vergezellen met 1 % van ons privé-inkomen. De Verenigde Staten zijn er zo'n mooi voorbeeld van hoe je wetten kunt aannemen (civil rights en anti-poverty) zonder dat er werkelijk iets noemenswaardigs gebeurt. Tegenover daden als die van King kan men niet vrijblijvend staan. God beware ons voor vrome krokodillen-tranen: Zo van ,,het is de wil des Heren" en ,,we moeten erin berusten". Ik begrijp er niets van en als Christen heb ik daarover een twist met mijn God. Wij zullen nooit Gods hand in de geschiedenis kunnen kennen. Kings dood kan ons slechts biddend doen roepen om erbarmen voor wie hij achterliet: zijn vrouw en kinderen, maar zeer bepaald doel ik ook op de negers, van wie sommigen reeds het beeld te zien gaven van schapen die dwaalden zonder herder. Bidden wij voor onszelf om iets van het geloof van King. Het geloof dat altijd is een ,,ondanks alles" I have a dream... Prof. Dr. G. Kuiper Hzn

Raad van bijstand

Op 2 maart 1968 werd de tweede vergadering van de Raad van Bijstand gehouden. Verscheidene leden van de Raad, die het in januari gehouden Universiteitscongres hadden bijgewoond, gaven hun indrukken daarvan weer. Van de zijde van het college van directeuren werden mededelingen gedaan over de stand van zaken van het beraad inzake de eventuele herformulering van het grondslagartikel in de statuten der Vereniging. Een en ander gaf aanleiding tot een diepgaande en vruchtbare gedachtenwisseling.

Vraag

Kent u iemand, van wie u weet, dat hij bij Abraham Kuyper college heeft gelopen, aan het eind van de vorige of het begin van deze eeuw? Hebt u wellicht zélf bij hem gestudeerd, en dictaten opgenomen of gecopieerd? Voor de voltooiing van mijn dissertatie, die met name zal handeleji over Kuypers denkbeelden omtrent de beeldende kunst, zou ik dan gaarne met u in contact komen. Mijn vragen zijn: hoe gaf Kuyper college; dicteerde hij, of maakten de studenten hun eigen aantekeningen? Veranderde hij van tijd tot tijd zijn exposes, of niet? En als u een aesthetica-dictaat zoudt bezitten, dan zou ik dat bijzonder graag van u vernemen. drs. L. D. Couprie, van Vollenhovenplein 49, Leiden, tel 01710-31277.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen