GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 7

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 7

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prof. dr. H. M. Kuitert, geboren in 1924, studeerde theologie aan de Vrije Universiteit. Hij deed kandidaatsexamen in 1950 en doctoraalexamen in 1957. „De mensvormigheid Gods" was de titel van het proefschrift, waarop hij cum laude promoveerde. Professor Kuitert is ondermeer studentenpredikant in Amsterdam geweest en werd in september 1967 benoemd tot gewoon hoogleraar aan de Vrije Universiteit, Hij is verbonden aan de faculteit der Godgeleerdheid én doceert Ethiek en de inleiding in de Dogmatiek. Publicaties: De spelers en het spel. De realiteit van het geloof. Verstaat gij wat gij leest?

hun tijd en in het raam van hun tijd en met de kennis van hun tijd, blijft de boodschap van die hoofdstukken van Genesis zonder enige twijfel staan. Wij blijven geloven, en leren elkaar door middel van die boodschap geloven, dat inderdaad de Here God deze wereld geschapen heeft; of Hij dat nu door evolutie gedaan heeft of door één daad, daar wordt het niet minder goddelijk om. Door deze bijbelse boodschap van Genesis geloven wij dat van Hem de goede schepping komt; dat van Hem het goede komt en dat het kwaad dat er doorheen gemengd zit, onze schuld is. Het kwaad komt van ons. Dat is de harde boodschap die Gen. 3 ons zegt. In de onomkeerbaarheid van de volgorde van Gen. 1-3 (het goede komt van God en het kwade van ons) zit een kolossale boodschap. Dat moeten wij ook willen volhouden: de goede schepping is Gods werk en de schulden en de zonde die ertussen zit, de knoeierij, de bende, dat is ons werk. Maar God heeft het er gelukkig niet bij gelaten! Zó begint het Evangelie, en om dat Evangelie te horen en verder te vertellen — daarvoor is de bijbel (óók Genesis) er tenslotte gekomen. Als we ko bezig zijn hebben we allerminst een principe van bijbelvergeestelijking op het oog. Dat is het laatste trouwens wat een goede theoloog doet. Het gaat er niet om de hele bijbel even snel te vergeestelijken, maar het gaat erom hem niet te laten buikspreken, hem niet iets anders te laten zeggen dan hij eigenlijk bedoelt te zeggen. Daarom proberen we al die verhalen naar de aard van hun bedoeling af te tasten om zo als het kan nog scherper dan vroeger te luisteren naar wat de Geest tot de gemeente zeggen wil. Ik meen dat we zo in alle rust en vrede kunnen beginnen

over Genesis. Dat er dan nog wel veel vragen overblijven is duidelijk en daar wil ik dan nog wel een paar van noemen. Dan begin ik even met heel die kwestie van de evolutie, die telkens weer aan de orde gesteld wordt. Evolutie is een theorie, een theorie die weliswaar steunt op een heleboel gegevens, maar een theorie. Het is niet een theorie van theologen; wij als theologen hoeven er geen evolutie-theoriën op na te houden. Maar wij moeten natuurlijk wel luisteren naar de gegevens die op tafel liggen. Als die gegevens sterk in die richting wijzen, dan moeten we ook als theologen niet zo eigenwijs wezen om daar alsmaar tegen in te spreken. Ik moet ook een beetje fiducie hebben in mensen als prof. Lever (tenslotte zit ik aan dezelfde universiteit) en prof. Van de Fliert. Deze mensen beoefenen hun vak niet voor niets. Als z\] tot de conclusie komen dat de meeste gegevens in een bepaalde richting wijzen, dan wil ik daar op zijn minst rekening mee houden. Maar nogmaals, wij hoeven dat helemaal niet te verdedigen in de christelijke kerk; hef is een wetenschappelijke theorie, die op het gebied van de biologie thuis hoort en die vakmensen zijn zelf kundig genoeg om hun theorie te verdedigen. Wij moeten er alleen maar rekening mee houden. Wij moeten niet op zo'n manier aan onze studenten les geven dat ze afschuwelijk in de knoop komen zodra ze met allerlei moderne gegevens in aanraking komen. Dat is onze — beperkte — taak. En dan vind ikzelf dat een hele hoop in die richting wijst die zij bedoelen aan te geven. In ieder geval komen er heel veel dingen op tafel, die duidelijk maken dat de oude voorstellingen die we hadden, een voorstelling van zaken is die niet klopt met heuse, echte gegevens.

En één ding is zeker: het christelijk geloof hoeft het er niet van te hebben, dat het gegevens verduistert. Dat is het laatste wat we moeten willen. God hoeft het daar niet van te hebben om aan Zijn eer te komen. Ik vind dat óók een beetje de eer van de theologie, dat we voor gegevens niet op de loop gaan. Daar moet geen kerk haar theologen dan ook naar toe drijven. Omgekeerd, de kerk moet zeggen: ga er aan staan, daar zijn de theologen voor. Ze moeten zonder vrees hun werk doen. Een andere vraag is vaak: hoe moet dat dan met de erfzonde.' Ja, wat bedoelen we met de belijdenis van de erfzonde.' Bedoelen we er soms een soort verklaring mee te geven hoe het nu komt dat alle mensen zondig zijn.' Dat heeft prof. Berkouwer ons vroeger al beter geleerd. De leer van de erfzonde is door de kerk nooit of te nimmer bedoeld als een soort verklaringstheorie hoe het nu toch komt dat de wereld zo zondig is. Dat is niet te verklaren; dat had nooit zo moeten wezen; dus is het niet te verklaren. Erfzonde is een belijdenis, een belijdenis dat wij mensen tezamen in de gevangenschap van de schuld en van de zonde zitten. Dat kunnen wij toch nog belijden, vandaag.' Er is toch niemand die u dat verbiedt, ook al moeten we Gen. 1-3 dan niet letterlijk opvatten?

7

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

VU-Blad | 143 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 7

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

VU-Blad | 143 Pagina's