GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 137

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 137

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Salatiga, met zijn vrouw. Tien mensen die de handen drukten van vrienden en die luisterden naar een hartelijke speech van prof. mr. dr. D. C. Mulder, de voorzitter van de commissie buitenlandse betrekkingen van de V . U . Een speech overigens, waar prof. Mulder geen mooi weer speelde: hij verheelde niet dat de vertrekkenden moeilijk werk wacht; voldoening gevend, zeker, maar moeilijk. Trouwens, dr. Leibbrandt liet het in zijn antwoord ook niet bij wat vriendelijke vrijblijvendheden, maar ging even in op de problematiek van het buitenlandse werk van de V . U .

N a z e s jaar Het stond destijds in de kranten: vier Ghanese studenten en een Zambiaanse collega van hen waren naar ons land gekomen omdat de" regering van Bulgarije, in welk land ze studeerden, hun studiebeurzen niet wilden verlengen. Ze kwamen aan de Vrije Universiteit terecht. Dat was in maart 1963. Nu, na ruim zes jaar dus, kan om te beginnen bericht worden dat de heer E. Amonoo, één van de vier Ghanezen, in februari j l . doctorandus in de economie werd, inmiddels naar zijn land teruggekeerd is en verbonden hoopt te worden aan de universiteit van Ghana. Zijn landgenoot R. Kotey deed eind september doctoraal economie en is nu wetenschappelijk medewerker van prof. dr. F. de Roos. Begin oktober besloot de heer W. T. Attu, de derde Ghanees, zijn studie met het afleggen van het artsexamen. Zijn land- en vakgenoot C. Anoff Kwafo bereidt zich nog voor op het doctoraal examen medicijnen. De heer L. Zulu uit Zambia tenslotte is na zijn kandidaatsexamen economie naar Londen vertrokken voor een cursus ,,banking" en is op het ogenblik verbonden aan de National Commercial Bank te Lusaka in Zambia. Hij heeft daar contact met dr. B. de Gaay Fortman, die aan de universiteit van Lusaka is verbonden.

Bureau buitenland Op de achtergrond van dat verhaal van de uit Bulgarije gekomen studenten staat de commissie buitenlandse betrekkingen van de V.U., wier voorzitter we in deze rubriek al in het provisorium van de V . U . zijn tegengekomen. Deze commissie heeft met dergelijke zaken te maken en deze commissie is onlangs versterkt met drs. H. Baas, die speciaal bezig Is voor hen, die van buiten Nederland komen om aan de V.U. te studeren of er een werkkring vinden De heer Baas was met name in zendingskringen bekend: jarenlang was hij sociaal-economisch adviseur van de Javaanse kerken op midden-Java en

vier jaar bracht hij In Rwanda door waar hij in dienst van de presbyteriaanse kerk godsdienstleraar en internaatsleider was. Zijn nieuwe functie zou men kunnen omschrijven als: studentendecaan voor buitenlanders.

Verjaardag De Vrije Universiteit heeft haar 89ste verjaardag gevierd en ter gelegenheid van deze dies natalis was er aan de vooravond - zondag 19 oktober - een kerkdienst In de hervormde Thomaskerk in Amsterdam-Zuid, met als voorgangers de hervormde studentendominee P. Bijlefeld en de gereformeerde predikant E. H. Nagel.

'•

•..

ê

^^^^W^^^^ ^^HHk ^k ^^^^ftk

Prof. dr. T. P. van der Kooy

Op de jaardag zelf heeft prof. dr. T. P. van der Kooy In een openbare vergadering van de academische senaat een rede uitgesproken over een bijzonder actueel onderwerp: hedendaagse maatschappijkritiek. Gelet het belang van hetgeen prof. Van der Kooy aan de orde stelde, laten we hier de samenvatting van zijn woorden volgen: Spreker wijst erop, dat de samenleving In de westerse democratische landen gekenmerkt is door een samenspel van enkelingen, organisaties en de overheid. Men kan een dergelijke samenleving niet kapitalistisch, corporatistisch of socialistisch noemen. Het is immers de beoeling, dat de enkelingen, de groepen en de staat elk naar zijn aard zo goed mogelijk tot hun recht komen. Dit is een moeilijke opgaaf, en het is niet verwonderlijk, dat door enkelingen, groepen en overheden fouten worden gemaakt. Sedert de tweede wereldoorlog is er wel een herstel van de w e l vaart opgetreden, maar geleidelijk brak het inzicht door, dat er veel aanleiding is tot gerechtvaardigde kritiek. Vooraanstaande economisten als Galbraith, Tinbergen, Boulding en Mishan hebben belangrijke constructieve bijdragen tot zulke kritiek geleverd. Daarnaast is er een sterke stroming in de westerse landen opgekomen, die een negatieve houding tegenover het bestaande aanneemt. In deze stroming, die in de studentenwereld grote weerklank heeft gevonden, treffen w i j neo-marxistlsche en anarchistische tendenties aan. Tot de

herleving van het marxisme heeft de Amerikaanse wijsgeer Marcuse voor de oorlog krachtig bijgedragen. De ontwikkeling van de maatschappij in de rijke landen deed hem echter na de oorlog tot de conclusie komen, dat zij sterk afweek van wat de marxistische leer had voorspeld. In hoofdzaak komt dit hierin tot uitdrukking, dat de arbeidersklasse ten gevolge van de toenemende welvaart haar revolutionair sentiment bleek te hebben verloren. Toch Is Marcuse van mening, dat de samenleving in de rijke landen is gekenmerkt door onderdrukking. Hij schrijft deze toe aan bureaucratische en technocratische overheersing. Naar zijn mening is er weinig kans, dat het volk van deze druk zal worden bevrijd. Een geringe hoop vestigt hij op de randgroepen der samenleving die in grote ellende leven. Er is verzet tegen deze pessimistische diagnose gerezen. Z o is de Westduitse socioloog Habermas van mening, dat de studenten, die nog niet door het zgn. technocratisch bewustzijn zijn aangestoken, een belangrijke bijdrage tot de geestelijke bevrijding van de massa kunnen leveren. De Franse auteur Gorz heeft meer vertrouwen in de arbeiders, die wel een achterstand in geestelijke bezinning hebben, maar deze langs de weg van nieuwe georganiseerde actie zouden kunnen inhalen. De anarchisten vestigen hun hoop op geëmancipeerde enkelingen, die door provocerend optreden spontane massa-acties zouden kunnen ontketenen. Opmerkelijk Is, dat Marcuse, op voetspoor van Marx, de instandhouding van doelmatige organisatie en van deskundige leiding, voorshands noodzakelijk acht. Ook Gorz ziet de mogelijkheid van grootscheepse veranderingen in de maatschappij eigenlijk pas aanbreken wanneer het ontwiklingspeil van de arbeiders verder zal zijn gestegen, en de mechanisering en automatisering van het produktieproces zover zal zijn gevorderd, dat de arbeid geen grote ervaring en deskundigheid meer zal vereisen. De Westduitse auteur George Picht stelt daartegenover, dat het onheil dat de wereld bedreigt door het schrijnend tekort aan voedingsmiddelen bij de huidige toeneming der wereldbevolking, en aan Infrastructurele voorzieningen zowel In de arme als in de rijke landen, zo groot is, dat alleen een eendrachtige, planmatige, wetenschappelijk verantwoorde Inspanning van alle volkeren een uitweg kan bieden. Spreker is met laatstgenoemde auteur van mening, dat de ,,rationaliteit" van de moderne maatschappij alleen tot ,,rede" kan worden gebracht, indien de eisen der sociale gerechtigheid in nationaal en Internationaal verband op korte termijn en

1 1

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

VU-Blad | 143 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 137

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

VU-Blad | 143 Pagina's