GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1970 - pagina 154

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1970 - pagina 154

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

komen tot een vaster verband met die kerken. De synode van Utrecht (1905) van die kerken overwoog dat het verband met de universiteit nog niet afdoende was geregeld en wilde daarom een herziening van de toen bestaande regeling. Zij benoemde deputaten met last en volmacht een nieuwe overeenkomst te ontwerpen. In hun rapport aan de synode van Amsterdam (1908) spraken die deputaten er van dat een herziening dringend nodig was; wat zij zelf voorstelden, noemden zij dan ook een ingrijpende herziening. Dat dit voorstel zou hebben ingehouden dat door de universiteit de faculteit der godgeleerdheid moest worden afgestaan aan de kerk, gelijk in Deventer schijnt beweerd te zijn, is niet juist. Er was in werkelijkheid alleen sprake van het stellen onder het toezicht der kerken. Het concept werd wel op diverse punten gewijzigd, maar men bleef daarbij geheel binnen het kader van de door deputaten in haar rapport voorgeschreven eisen en waarborgen. Ik noem nu enkele belangrijke punten, die in het toen gesloten akkoord — 16 maart 1909 werd het door partijen getekend —, gelijk het nog altijd van kracht is, zijn overeengekomen. De bedoelde hoogleraren en andere docenten moeten belijdend lid zijn van de Gereformeerde Kerk van hun woonplaats. Zij moeten hun instemming betuigen met de drie formulieren van enigheid. Zij zijn en blijven onderworpen aan de tucht van de kerk, zowel wat leer als wat leven betreft, waarbij de finale beslissing blijft voorbehouden aan de generale synode. Benoeming noch ontslag kan tot stand komen buiten de synode of haar deputaten om. Op het onderwijs met betrekking tot de opleiding tot de dienst des Woords wordt toezicht geoefend door deputaten. Wat gebeurt er nu, wanneer de voorgestelde wijziging der statuten tot stand komt? In de overeenkomst zelf met de Gereformeerde Kerken wordt daardoor geen enkele wijziging gebracht. Zij blijft, zolang zij niet hetzij door de Vereniging hetzij door de kerken (met de termijn van een jaar) wordt opgezegd, zonder meer van kracht.

16

VU-BLAD

Het is evenwel zo dat de Vereniging zelf niet langer staat op de grondslag der gereformeerde beginselen en ook niet langer voor het onderwijs in de godgeleerdheid als grondslag erkent de drie formulieren van enigheid. Dit gebeurt om de mogelijkheid te openen, dat zij eventueel met andere kerken overeenkomsten zal aangaan voor de opleiding tot de dienst des Woords ten behoeve van die kerken. In de faculteit der godgeleerdheid zouden er op die manier verschillende afdelingen of secties kunnen ontstaan, die voor het wetenschappelijk onderzoek wellicht samenwerken, maar voor de opleiding tot het genoemde doel elk afzonderlijk optreden en functioneren. In de praktijk zou een en ander natuurlijk verder moeten worden geregeld. Zó iets kan niet bij voorbaat nauwkeurig worden omschreven, te minder omdat er diverse vormen van inrichting denkbaar zijn. In de statuten moet er voor iets van die aard alleen ruimte worden geschapen. En dit gebeurt door middel van de voorgestelde nieuwe bepaling, dat de Vereniging terzake van de voorbereiding tot het bekleden van het ambt van dienaar des Woords overeenkomsten met kerken kan aangaan. De formulering van deze bepaling laat ik nu even daar, omdat zij mij niet gelukkig voorkomt. Maar de strekking er van kan bij de gekozen opzet slechts worden toegejuicht. Want waarom zou er bezwaar tegen moeten bestaan, dat ook andere dan de Gereformeerde Kerken betrokken worden bij de opleiding in de faculteit der godgeleerdheid ? Ik moet er alleen aan toevoegen, dat men naar mijn inzicht niet kan volstaan met een bepaling gelijk de voorgestelde. Het is toch bekend, dat de overeenkomst van 1908 met de Gereformeerde Kerken nog altijd van kracht is. Hieruit volgt dat degenen die op grond van deze overeenkomst deel uitmaken van de faculteit der godgeleerdheid, aan nog andere verplichtingen moeten voldoen dan alle overige hoogleraren en andere docenten der universiteit. Voor hen gelden ook nog andere regelen bij benoeming en ontslag dan voor alle overigen. Daarom is het niet voldoende dat de Vereniging volgens haar statuten de vrijheid heeft overeenkomsten met kerken aan te gaan. Uit diezelfde statuten behoort eveneens te blijken, dat de Vereniging in een dergelijk geval wat betreft de aanvaarding van de grondslag andere eisen mag stellen dan in het artikel zelf betreffende de grondslag staat aangegeven, omdat van de al of niet inachtneming van die andere eisen terzake van de grondslag benoeming en ontslag van de desbetreffende personen volstrekt afhankelijk is. Bij gemis van een dergelijke uitdrukkelijke voorziening, vastgelegd in de statuten, komt aan geen bestuur het recht toe voorwaarden en eisen te stellen of in een overeenkomst met derden te doen opnemen, die afwijken — hetzij door afdoen hetzij door toedoen — van het bepaalde omtrent de grondslag der Vereniging-

.:;ilw

Gebouw van de jaculteit gehouden.

der geneeskunde,

waar op 28 november

de „Open dag"

wordt

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

VU-Blad | 187 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1970 - pagina 154

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

VU-Blad | 187 Pagina's