GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1971 - pagina 165

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1971 - pagina 165

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

magazine

het water niet is gefluorideerd en dan zal daar, door de op een bepaald moment in volle vrijheid genomen beslissing, de toen onmondige generatie gebukt gaan onder toenemend tandbederf en een toenemend tandartsen-tekort. Laat men straks niet zeggen dat wij hun niet hebben gewaarschuwd, aldus prof Hou wink. De vraag wordt wel gesteld of de fluoride nu persé moet worden toegediend via het drinkwater. Bereik je met fluortabletten of met gefluorideerde tandpasta of tafelzout niet hetzelfde, met dit voordeel dat wie niet wil, niet verplicht is? Volgens prof. Houwink is er geen alternatief voor de oplossing van dit volksgezondheidsprobleem. 'Afgezien van het feit dat wij van sommige van deze alternatieven weinig weten over de dosering en de veiligheid, is het heel zeker dat de mate van bescherming voor de bevolking als geheel, slechts een fractie is van die van de waterfluoridering.' Uitgaande van de overweldigende hoeveelheid tandbederf kan men twee dingen doen. Men kan het water fluorideren en men kan trachten de gaten te vullen. Maar een gevulde tand is natuurlijk nooit zo goed als een gave tand en een vulling is nog niet altijd van het ideale materiaal gemaakt. Voor de overgrote meerderheid van de gevallen betekent vulling een amalgaamrestauratie. Maar wat weten we eigenlijk van het effect op de gezondheid van een amalgaamrestauratie? Weten we daar evenveel van als van het effect op de gezondheid van waterfluoridering? Uit de beperkte literatuur blijkt, dat we van dat aspect van de amalgaamvulling slechts bitter weinig weten. Het zal in de praktijk wel meevallen, maar het staat vast, dat in het amalgaam vrij veel kwik is, dat dit kwik er weliswaar langzaam, maar toch wel zeker uit verloren gaat en dat geaccumuleerd kwik een vergif kan zijn. Het is bovendien een stof waarvan men het effect, getuige de vissen in het Eriemeer, niet maar achteloos mag verwaarlozen. 'Zij die ons verwijten dat wij het effect van de fluoridering onvoldoende hebben onderzocht, tart ik aan te tonen dat het kwik uit een ^malgaamvulling onschadelijk is.'

Uitgangspunten Een groot aantal tandartsen en bestuurders meent op het ogenblik dat er een groot tekort is aan tandartsen. Men moet, wanneer men over dit tekort spreekt, heel duidelijk twee uitgangspunten onderscheiden. Het ene uitgangspunt is de situatie zoals die op het ogenblik bestaat en waarbij overduide"Jk is dat er een schreeuwend tekort aan

tandheelkundige hulp is. Het andere uitgangspunt is dat er een teveel aan tandbederf is, dat door de aanwezige tandartsen moet worden behandeld. Dit laatste uitgangspunt is, volgens prof. Houwink, zeker voor bewindslieden het juiste. Het wekt dan ook steeds weer verwondering te lezen dat het probleem van de Nederlandse tandheelkunde een tandartsendichtheid-probleem zou zijn. Tot in de allerhoogste regionen maakt men deze denkfout. Er moet met klem worden gewaarschuwd tegen de veronderstelling dat men door het opleiden van meer tandartsen de moeilijkheden in Nederland zou kunnen oplossen. Het lijkt uiterst waarschijnlijk dat het belangrijkste effect zal zijn dat de tandheelkunde voor de gemiddelde Nederlander onbetaalbaar wordt. Het geld dat men voor tandheelkundige zorg gaat uitgeven is bovendien voor een groot

deel weggegooid geld. Natuurlijk verschaft het een aantal tandartsen een bestaan, maar deze mensen zouden hun gaven nuttiger in een ander beroep dienstbaar kunnen maken. Men veronachtzame de geldelijke consequenties vooral niet. Nu al worden bedragen van anderhalf miljard gulden per jaar voor Nederland genoemd. De gedachtengang dat men door het instellen van een zesde tandheelkundige opleiding de moeilijkheden tot een oplossing zou kunnen brengen is om nog een geheel andere reden onjuist. Het aantrekken van stafleden voor de opleiding in de tandheelkunde aan de Vrije Universiteit is bijzonder moeilijk gebleken. Wil men ten aanzien van de kwaliteit van de opleiding geen concessies moeten doen, dan is het wel zeker dat voor een zesde faculteit heel moeilijk een goede bemanning zal zijn te vinden. Bovendien onttrekt men voor het docentencorps praktiserende landartsen aan het toch al relatief kleine aantal tandartsen dat curatief werkt. Een veel duidelijker bijdrage aan de oplossing van het probleem van het teveel aan tandbederf levert men door algemeen werkende preventieve maatregelen in te voeren.

Snoepgoed Over de oorzaken van het tandbederf zei prof. Houwink, dat suiker bevattend snoepgoed met 'aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid' de hoofdoorzaak is. Weliswaar wringt de suikerverwerkende industrie zich in de vreemdste kronkels om ons te laten geloven dat dat niet het geval is; men moet dat echter achterhoedegevechten noemen. Uit deze kennis wordt echter geenszins een logische conclusie getrokken. Het Nederlandse volk als geheel snoept er vrolijk op los en presteert het nog jaarlijks de oude records te verbeteren. Verwonderlijk is dat niet. Natuurlijk, het Ivoren Kruis doet uitermate verdienstelijk werk, maar heeft nu eenmaal niet de middelen zoals bijvoorbeeld de fabrikant van Mars, die in bladen met grote verspreiding annonceert: 'Mars is gezond'. Tegen deze misleidende reclame wordt helaas nog niet opgetreden. Een ander betreurenswaardig verzuim is het niet instellen van een snoepbelasting. Voor het uitblijven daarvan zijn wel drogredenen genoemd. Het innen van zo'n belasting zou te moeilijk zijn en de opbrengst te laag. Dat laatste hoeft niet het geval te zijn. Maar men wil blijkbaar de belasting niet hoog genoeg maken. Dat is jammer, want het gaat hier om een tweesnijdend zwaard. Enerzijds kan men er gaten in de begroting mee vullen, anderzijds voorkomt men, dat er gaten in kiezen moeten worden gevuld. Bovendien past het logisch in de rij van de accijnzen op de tabakswaren en de alcoholhoudende dranken, produkten, waarbij men nooit heeft geaarzeld ze hoog te belasten. Tegenover een belasting op snoepgoed zou een be7

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

VU-Magazine | 208 Pagina's

VU Magazine 1971 - pagina 165

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

VU-Magazine | 208 Pagina's