GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 286

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 286

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het schema lager/hoger speelde ook bij Kuyper nog een grote rol: de mens zou tenslotte de stof geheel beheersen. Onder de indruk van de vooruitgang kon Kuyper de belofte dat wij grotere wonderen zullen doen dan Christus, toepassen op de techniek. Pas nu de zaken ons uit de hand lopen, beginnen we in de bijbel weer de waarschuwing te ontdekken dat de beheersing ons kan beheersen. Genesis is al voor alle wagens gespannen: van het dualisme, het spiritualisme, het idealisme, het evolutionisme. Misschien is nu een nieuw cultuurpessimisme aan de beurt. Het is moeilijk gewoon te lezen wat er staat. We gaan het toch maar proberen.

Kosmisch heerser

tuur, nu is hij verslaafd aan zijn heerschappij over de natuur. Daardoor is hij niet in staat de goede verhouding tegenover zijn medeschepselen te vinden. Hij gedraagt /zich ails enige gerechtigde op de wereld, volgens het recht van de sterkste. Is dat werkelijk de bedoeling van de bijbelse cultuuropdracht? In alle eeuwen heeft men de bijbel gelezen door de bril van de tijdgeest. Onder invloed van dualistische filosofieën zagen vele calvinisten het verblijf op aarde als een pelgrimage. Zij verhieven de ziel boven het lichaam, het inwendige boven het uitwendige. Dat leidde tot onverschilligheid tegenover de eigen waarde van de natuur: de stof was er alleen om door de geest beheerst te worden. Dat zij de wereld aan haar lot overlieten, is niet waar; zij hadden hun hart verpand aan de schepping, soms nogal grimmig, zoals de chirurg die bij zijn kind een gezwel wegneemt. Maar alles moest benut worden voor een hoger doel. 26

De term 'beeld Gods' heeft misschien zijn achtergronden in de koningsideologie van het Nabije Oosten. In elk geval legt het Oude Testament de nadruk op de koninklijke waardigheid van de mens. Het is of God in het Genesis-verhaal plotseling terugtreedt: 'Laat ons mensen maken, opdat ZIJ heersen . . .' Dat wil niet zeggen dat God wel móest terugtreden, omdat Hij anders alleen maar de concurrent van de mens zou zijn, maar wel dat de mens een plaats mag innemen die aanvankelijk die van de Schepper was. Dat is geen kleinigheid. De joden zeggen dat er geen groter kwaad is dan te vergeten een koningszoon te zijn. De mens moet met de rug naar de natuur God antwoorden. Hij mag zichzelf niet zien als een biologisch wezen, een naakte aap. Mensen en dieren kunnen geboren worden, maar alleen mensen kunnen gedoopt worden. Het wezen van de mens wordt niet onthuld in zijn wording of in de overeenkomsten of verschillen tussen mens en dier, maar tin zijn relatie tot God, medemens en medeIschepsel. De specifiek menselijke taak de aarde te cultiveren is creatief van aard. Creativiteit vereist vrijheid. De opdracht is dus niet tevoren vastgelegd in een werkprogram. Het grondbeginsel van onze tijd ligt in de lijn van Genesis: de wereld is van een chaos van niet-beheerste natuurmachten veranderd in een mogelijkheid voor de vrijheid van de mens. Men kan nauwelijks onderscheid maken tussen natuurlijk en onnatuurlijk: de onnatuur van de huidige stadsmens is zijn tweede natuur geworden. Onze gehele werkelijkheid is behandelbaar en veranderbaar. Dat is de kern van het nieuwe levensgevoel. Maar dat is al zo oud als de Hof van Eden. vAdam was de eerste wetenschapsman. j'Zoa/s de mens elk levend wezen noemen 'zou, zo zou het heten.' Dat klonk even revolutionair in de bijbelse tijd als voor ons:

zoals de leerlingen de school zouden inrichten, zo zou die ook functioneren. De dieren waren voor Adam geen demonen waarmee hij zich hoogstens magisch kon identificeren, maar zij konden ingeschakeld worden in de orde van de cultuur. Hij mocht hen in gebruik nemen op de wijze die hem passend leek. Tubal-Kaïn was de eerste technicus. Hij werd niet gestraft, zoals Prometheus die het vuur van de goden stal. Het is geen ramp dat de mens, omdat zijn aantal toeneemt, gedwongen wordt zicli als 'kraker' te gedragen. Men moet niet te gauw zeggen dat hij wel een 'moordenaar' móet zijn en niet anders kan dan 'zondigen' en dat zijn zgn. 'mondigheid' een groot vraagteken begint te worden. Het kwaad zit niet in het macht-uitoefenen op zichzelf en de mondigheid is iets anders dan dat de mens zoveel mans is. Alle dingen zijn aan hem onderworpen. Daar is nog weinig van te zien, 'maar wij zien Jezus' (Hebr. 2). Hij brengt alvast midden in de woestijn de Hof van Eden terug (Marcus 1:13). Hij wandelt over de zee, niet omdat Hij 'nu eenmaal goddelijk' is, maar juist om als tweede Adam de kosiïiische heerserspositie van de mens te verkondigen. Als Hij geboren wordt, verschijnt er een ster. Als Hij aan het kruis hangt verbergt de zon zich achter een rouwgewaad. Als Hij opstaat, beeft de aarde. Als Hij ten hemel vaart, komt een wolk Hem dragen. Als Hij zijn Geest uitstort, vult een windvlaag het huis. Zo staat heel de natuur om Hem heen: de sterren, de zon, de aarde, de wolken en de wind. De engelen kunnen lachen om de kleine jongen uit ons technische tijdperk, die wijst naar de sterren en vraagt: welke hebben WIJ daar neergezet?

Geen paniek Dit alles heeft verregaande consequenties voor onze tijd. Er mag niet een paniek gezaaid worden die te gemakkelijk aansluit bij primitieve en antiprogressieve gevoelens met magische wortels, diep in de heidense harten van vele moderne mensen, met hun onbewuste angst voor wetenschap en techniek. De schroom voor elke ingreep in de natuur lijkt wel onuitroeibaar. Elke nieuwe technische uitvinding werd aanvankelijk als onnatuurlijk verworpen. In China kwam veel verzet tegen de hoogmoed van de technisch-rechte lijnen van de spoorwegen, zo tegengesteld aan de soepele, meer gebogen vormen van de bewegingen en de wegen van de aarde. Na ongelukken zijn christenen er vaak haastig bij, met een triomfantelijke vinger: dat komt er nu van, aan de hoogmoed van de mens wordt een halt toegeroepen! Diep in de mens leeft de angst voor het nieuwe: veranderen mag eigenlijk niet. Daarom

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 286

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's