GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 133

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 133

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Surinaams onderwijs is Nederlands in zijn doelstelling

Drs. J. de Vries in zijn hangmat

Tussen de bosnegers De eerste keer dat sociaal-pedagoog drs. J. de Vries (33) onderzoek deed in het binnenland van Suriname, was zijn opdracht nogal vaag. De Evangelische Broedergemeente zond hem uit met de opdracht 'iets te doen aan het onderwijs in het binnenland en het reorganiseren van de onderwijzersopleiding, speciaal voor het binnenland.' Dat was in de jaren 1966-1968. Drs. de Vries concentreerde zijn onderzoek op de stam der Saramaccaners, de grootste bosnegerstam (tientot twaalfduizend mensen), gevestigd aan de Surinamerivier. De gegevens van zijn eerste onderzoek gebruikte drs. de Vries in de loop van 1971 voor een meer gedetailleerde studie die hij met een subsidie van de stichting Wetenschappelijk onderzoek in de Tropen (WOTRO) verrichtte onder dezelfde stam. Het onderwerp werd daarbij toegespitst op bepaalde punten. 'Ik heb me geconcentreerd op de vraag naar de functie van de school in die specifieke bosnegersamenleving.'

Surinamerivier De Evangelische Broedergemeente heeft haar werk het meest geconcentreerd langs de Surinamerivier en heeft daar ook de meeste scholen. Vandaar «lat bij het bepalen van het onderzoeksterrein de keus viel op de Sara"laccaners. Deze mensen zijn bovendien betrokken geweest bij het trans-

Menigeen zou in de toch al zo benarde onderwijssituatie van het ogenblik onaangenaam zijn getroffen, wanneer zou worden afgekondigd dat bij gebrek aan geld- en leermiddelen voortaan in bepaalde gebieden van ons land in de eerste klassen van de lagere school les zou worden gegeven door Duitstalige leerkrachten. Onbehagen hierover zou stellig uitgroeien tot een oproer wanneer zou blijken dat 'Herr Lehrer', meteen in zijn eerste lesuren al, zou trachten zijn zesjarige pupillen de eerste beginselen van het Arabisch bij te brengen. Als dat alles zou plaatsgrijpen dan zou onderwijsminister Van Veen het eind van zijn ambtstermijn zeer nabij weten. Toch bestaat er in een deel van het koninkrijk een vergelijkbare onderwijssituatie, namelijk bij sommige bosnegerstammen in Suriname. Sociaal-pedagoog drs. J. de Vries deed onderzoek naar de mogelijkheden om het onderwijs aan de bosnegers te verbeteren. Hij concentreerde zich daarbij op de stam van de Saramaccaners, woonachtig aan de Surinamerivier en door hem gedurende twee perioden bezocht: in 1966-'68 en in 1971.

Vertaling De Duitse meester voor een Nederlandse klas, doende de kinderen Arabisch te leren is een Nederlandse vertaling van een Surinaamse situatie, die er ongeveer als volgt uitziet: de voertaal in Suriname is Nederlands. Als je de bosnegers vooruit wilt helpen, ontkom je er niet aan hen Nederlands te leren, een volstrekt onbekende taal in die cultuur. Als je het onderwijs in het Nederlands serieus zou aanpakken, dan zou je moeten uitgaan van de eigen taal van de stam, in dit geval dus het Saramaccaans. Daarvoor bestaan om te beginnen geen leermiddelen en bovendien is een groot percentage van de onderwijzers het Saramaccaans niet eens machtig. Drs. de Vries: 'Van het aantal leerkrachten dat ik bij mijn onderzoek betrok, was meer dan de helft van niet-bosnegerafkomst. Geen van hen spreekt Saramaccaans.' De leerlingen in een bosnegerklas worden door hen in het Surinaams toegesproken en dat verhoudt zich tot hun eigen taal ongeveer

zoals het Duits zich verhoudt tot het Nederlands. Bij die taalbarrière komt dan nog de moeilijkheid dat het schrift in de bosnegercultuur onbekend is. Men heeft geen geschreven taal; leren schrijven is iets geheel nieuws, zoals het leren schrijven van Arabisch dat voor Nederlanders zou zijn.

ooo«»»

>•

00000(

»•••

'l\/latig' Zo zijn de onderwijsomstandigheden zoals die in het binnenland van Suriname in veel gevallen voorkomen. Om dit sombere beeld te voltooien moet dan nog worden opgemerkt, dat bosneger-leerkrachten die bij het onderwijs in het binnenland zijn betrokken in de meeste gevallen een opleiding hebben genoten die 'zeer matig' is, zoals drs. de Vries het noemt. 'Het is niet vergelijkbaar met wat we in Nederland hebben. Het is ondenkbaar dat deze mensen in Nederland voor de klas zouden komen. Velen van hen hebben alleen maar boslandschool gevolgd, waarvan het eindpeil vergelijkbaar is met ongeveer vierde klas lagere school hier. Ze zijn niet uitgerust om buiten de leermiddelen die ze hebben te werken. Ze zijn daaraan onderworpen, ze staan er niet boven en die leermiddelen zijn voor negentig procent van het peil dat in Nederland tien, twintig jaar geleden werd gebruikt.' Dus als je ook dat naar Nederlandse verhoudingen zou transponeren dan zou je moeten zeggen dat de kinderen uit de eerste klas Arabisch leren van een Duitse leerkracht uit boekjes die twintig jaar oud zijn.

l\/lethodes De Surinaamse overheid zit met de moeilijkheid dat wanneer er methoden zouden worden gebruikt die aansluiten op de eigen problematiek van de bosnegers en met name hun taalsituatie, dat er dan drie a vier verschillende taalmethodes nodig zouden zijn. 29

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 133

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's