GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 100

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 100

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

magazine

elkaar stonden, in de lagere regeringsorganen als gedeputeerde staten en colleges van b. en w. socialisten en coalitiegenoten het politiek wondergoed met elkaar konden vinden. En dat was zowel persoonlijke als politieke affiniteit^ Oud-minister Drees en oudminister De Wilde waren samen wethouder van Den Haag geweest en ik herinner mij nog dat De Wilde tegen Drees zei, toen deze minister was, dat hij het zo gek vond dat ze nu tegenover elkaar stonden. Want dat kon je - al scheen het wel zo - toch echt niet aan de Indië-poUtiek wijten.

ven bestaan als ze maar niet zo onwaarschijnlijk eenkennig doen. Maar dat is maar een stukje vrij onbenullige interne Nederlandse poUtiek. Waar we werkelijk mee te maken hebben is de vraag: hoe het geloof en dus de christelijke verantwoordelijkheid tot de politiek in al zijn lengte en breedte en diepte gerelateerd is. En dan hebben we niet alleen met Nederland, maar met de wereld te maken. Er zijn er die zeggen: doe maar met je christelijke verantwoordelijkheid wat je wilt, als je mijn politieke beleid maar steunt. Daar-

Polarisatie We zijn ondanks alles wat er in de laatste 70 jaren gebeurd is, nog niets verder dan in 1901, toen het tafellaken tussen christelijke partijen en de socialistische partij - wat die dan ook zijn moge - werd doorgesneden. En als we dan nog even introvert blijven kijken naar onze politiek dan is er van een vernieuwde christelijke verantwoordelijkheid in de politiek geen sprake. Het polarisatiestreven in de Nederlandse politiek speelt daarin een overheersende rol. Enerzijds het streven naar een soort C.D.U. of een sterk geïntensiveerde coalitie, anderzijds de volstrekte afwijzing van elk samengaan van de P.v.d.A. met haar D'66- en P.P.R.-aanhang met de christelijke partijen, werken dat op bedenkelijke wijze in de hand. En men kan niet zeggen dat dit aan de programma's ligt. Want de verschillen zijn minuscuul.

Kernvraag En zo komen we tot de kernvraag: wat heeft geloof met politiek te maken? Ik geloof dat we die vraag los moeten maken van de vraag wat voor soort partijenstelsel we in Nederland moeten hebben. De socialisten met hun aanhang willen een soort van progressieve radicale partij hebben. En daarover bestaat binnen hun kring ook nog verdeeldheid, want voor sommigen is die partij niet socialistisch genoeg. De drie christelijke partijen willen een soort christelijke partij formatie hebben. Ook progressief, al zitten er wel veel tot het liberalisme tenderende mensen in. En dan is er nog een sociaal-rechtse groepering waartoe men V.V.D. en DS'70 rekenen mag. Hoewel je het met DS'70 nooit weet. Tussen de oude drie en de nieuwe drie bestaan programmatisch weinig verschillen en je mag in alle zes met het woord christelijk opereren. Daar schieten we dus niets mee op. Wat mij betreft mogen ze allemaal blij46

christenen wel vertrouwen kunnen, lijkt mij een zwak menselijk bouwsel. En een politiek die rede en geloof scheidt en die dus ook politiek scheidt, onderscheidt zich weinig van de wijze waarop socialisten, marxisten of liberalen de politiek principieel benaderen. Ik heb dus - maar dat is bijzaak - niet veel vertrouwen in een principiële innerlijke samenhang van een C.D.U. Ik zou dan ook niet de vraag willen stellen wat we als partijen moeten doen en ook niet de vraag wat we met de partijen moeten doen, maar ik zou de vraag willen stellen wat het geloof een christen over de politiek te zeggen heeft. En van het antwoord op die vraag hangt af op welke partij we vandaag en op welke partij we morgen moeten stemmen. En daarbij speelt dat christelijk relativisme en die christelijke solidariteit een rol. Het christelijk relativisme: want je mag wel veranderen van keuze; de christelijke solidariteit: want je staat niet alleen in de wereld maar met anderen, die naar je kijken, die naar je luisteren en waarmee je je sociologisch en religieus verbonden voelt en die je niet in de kou mag laten staan.

Keuze 'Als ik aan Schouten, de toenmalige a.r.-fractievoorzitter en mijzelf denk, dan is het zo dat Schouten strak aan zijn eigen gelijk vasthield, dat als politiek en theologisch juist zag en daar om des gewetens wille niet van af kon stappen.'

mee is de vraag van de relatie van geloof en politiek van de kaart geveegd.

C.D.U.? Er zijn er ook die zeggen, en die vindt men in de christelijke partijen: we moeten een duidelijke bijbels-confessionele grondslag hebben en van daaruit moet je de politiek benaderen. Dat zijn dan meest antirevolutionairen. Er zijn anderen die zeggen: we zijn een partij van christenmensen, we leven uit een christelijke traditie, we hebben geen behoefte aan een al te gespecialiseerde confessionele grondslag, want we vertrouwen elkaar. Die vindt men met name onder de christelijk-historischen. Er zijn ook nog anderen die zeggen: we hebben weinig behoefte aan een streng omschreven confessionele grondslag. We neigen tot de-confessionalisering. We willen een christelijke rede handhaven, maar die is niet gebonden aan een persoonlijk geloof. Ik dacht dat men die het meest in de K.V.P. aantrof. Couwenberg en me dunkt ook Romme denken in die richting. Maar wat is vandaag: 'christelijke rede'? Een sterke grondslagenpolitiek zal m.i. licht tot traditionalisme leiden. Een partij die haar politiek bouwt op het feit dat we elkaar als

Dat kan een moeilijke keuze zijn. Want de één niet in de kou laten staan, kan betekenen dat je de ander wel in de kou laat staan. Het punt waar het op aankomt is, dat je recht en onrecht in de wereld herkent, dat je structuren op hun rechtsgehalte gaat beoordelen, dat je politieke en sociale methoden op hun ethische waarden weet te schatten, dat je utopie en idealisme niet identificeert, dat je realisme niet laat verworden tot Real-politik. En dat alles gaat de nationale politiek ver te boven. Het is mondiaal. Dat kun je alleen als je het evangelie tot je hart toelaat en als je gaat lezen en snuffelen en studeren met een door de Heilige Geest geopend hart wat het geschreven Woord en dus het Levende Woord zeet. Dat kun je alleen doen; dat kun je in teamwork doen; maar dat mislukt in politiek georganiseerd verband. Immers dan eerst recht • - want je ontkomt er nooit en nergens helemaal aan - krijg je de neiging om naar je positie, je karakter en je temperament te denken en te handelen. Dat moetje dus proberen uit te zuiveren. En dat is een werk van typisch religieuze aard. Daarom is politiek in de grond der zaak religie. En als je daarmee zo'n beetje klaargekomeii bent, kun je naar een politieke partij toegaan. Hetzij om ervoor te kiezen, maar waarschijnlijk om er in te prediken. Ik houd niet van politiek, zei de oude Lohman aan het eind van zijn leven. Daar had hij alle reden voor. Maar Paulus is het prediken nooit moe geworden. Laten we het daar op houden. 0,ok in de politiek. Geen traditie, geen ideologie, maar een op het Woord geënte intuïtie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 100

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's