GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 366

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 366

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

m magazine 12 Dr. Roelf Haan:

Zoals de waard is... iJe datum van vcrtrcK naar Argentinië nadert. Misschien is het mogelijk van daar uit nu en dan eens zaken aan te roeren die verband houden niet zozeer met ontwikkelingsproblematiek daar, maar met tundamentele ontwikkelingsvraagstukken hier. In theorie spreken we van ,,ontwikkelingssamenwerkin^": ook op kerkelijk terrein heet het te gaan om,, wederzijdse assistentie" en zending in zes continenten". Voorwaarde voor wederzijdse invloed op besluitvormingsprocessen is op zijn minst dat er communicatie is. in werkelijkheid iserechter nagenoeg geheel sprake van een eenrichtingsverkeer. Het westen hééft het; m de internationale statistieken wordt het aangeduid met de term,,ontwikkelde" landen. Het niet-westen is een afwijking: te verhelpen door snelle modernisatie, d.w.z. mtegratie in de westerse economie. Dit zijn de ontwikkelingslanden', eerder onderontwikkelde" tn nogturdtr,,achtergebleven" o\ ,,achterlijke" gth\t(itn genoemd. Wat uiteindelijk bedoeld wordt sinds de dagen van de Verlichting, is:,,onbeschaafde" landen, een term die in de 2()ste eeuw, via de juist genoemde tussenstadia, ten shnte slechts om diplonaatieke en opportunistische redenen werd verlaten. Ik herinner mij hoe veelvuldig door vroegere collega-ambtenaren anno 1970 binnenskamers dan ook de uitdrukking,,apenlanden" werd gthruiki. Het meest wezenlijke verschil tussen de mensen in dt ..ontwikkelingslanden"en wij, dat uit dit taalgebruik moet blijken, is dat zij... anders zijn dan wij. (Hier stuiten we wellicht opeen vande verbanden die er bestaan tussen racisme en kapitalisme). fJaarom kunnen ook honderden verschillende volken, van China tot Chili, op één noemer worden gebracht: zij hebben gemeen dat zij nietwesterszijn. De praktische betekenis van de aanduiding ..apenlanden"ioVm de officiële rapporten van internationaal-monetaire deskundigen, ..consumptieve" landen. ..hulpontvangers") was heel duidelijk: met deze landen rekende |e niet; ze waren geen ,,lid van het ..internationale mc^netaire systeem". Zouje ze als zodanig erkennen, dan zouden ze slechts de ..lusten" tn met de/Ö.SYÉ'/I" willen van de in-

ternationale samenwerking. Medewerking was goed; aan medeverantwoordelijkheid waren ze nog lang niet toe. Een dergelijke voorstelling van zaken is door fatsoenlijke mensen uiteraard alleen te verdedigen wanneer van een probleemstelling wordt uitgegaan waarin deze visie ook logisch kan kloppen. Dus werd de,,internationale monetaire problematiek" /.odamg geformuleerd dat de niet-westerse landen bij voorbaat gediskwalificeerd waren. Ontwikkelingslanden, zo heet het in de economie, zijn landen waarin ..het marktmechanisme niet werkt". Dit dient dus zo spoedig mogelijk zoverte komen. Dan kan het kapitaal/')]n „optimale" aanwending vinden en wordt het proces in gang dat de ..vicieuze cirkel" van de onderontwikkeling doorbreekt. Een vicieyze cirkel breek je perdifinitie alleen maar van buiten af open; het benodigde kapitaal moet dan ook in eerste instantie van het buitenland komen. Conclusie: ontwikkelingslanden zijn landen met te weinig kapitaal. Geen wonder dat bovenstaande „analyse" van het probleem ailcomstig is uit de kapitalistische landen. Want export van (voornamelijk commercieel) kapitaal is bij uitstek datgene waartoe zij inderdaad bereid blijken te zijn. Wat is nu humaner dan de bestemming te zoeken in dt ..kapitaal-arme" landen? Wél heeft deze theorie enig f undamenteel ideologisch stutwerk nodigen dient het zgn. harmoniemodelgt'procVdmttrd. Hoe deze belangenharmonie er uit kan komen te zien wanneer de veronderstelde „doelgroepen" zelf aan het woord komen, bleek bij voorbeeld uit het interview met Gert .Jan van Apeldoorn en Jan Goudsmit in het V(J-magazine, van september'75. Dialoog met de mensen in kwestie betekent dan ook — ik zou willen zeggen: perdelinitie het einde van de ideologie. Inzicht in de problematiek dtr,,ontwikkelingslanden" tn de economische betrekkingen tussen het westen en het zuiden kan niet gebaseerd zijn op het eenvoudige rekensommetje dat er doorgaans van gemaakt wordt. Het voordeel daarvan is slechts dat het wiskundig geweldig verfraaid kan worden en er dus zeer,,wetenschappelijk" uit kan komen te zien. Maar de geschetste benadering zegt

niet zozeer iets van het probleem, als wel van ons zelf, onze opstelling in dat probleem, ons antwoord daarop. Zeg mij wat gij vindt van ontwikkeling en onderontwikkeling en ik zal zeggen wie gij zijt. Het speuren van samenhangen die op straat niet zonder meer aan het licht komen is een moeizaam wetenschappelijk-en bewustwordingsproces. .Niet alleen moeten wij afleren dat onze recepten om ,,problemen op te lossen" vanzelfsprekend zijn, maar vooral ook dat onze prohltemstellingen vanzelfsprekend zouden zijn. De gebeurtenis.sen spreken niet vanzelf; wij spreken óver de gebeurtenissen, vormen daar onze ideeën over die op hun beurt weer de gebeurtenissen beïnvloeden, net zo lang soms tot ze warempel kloppen meen wereld gemaakt naar ons beeld en gelijkenis. Onze ondernemers hebben gelijk wanneer zij zeggen werkgelegenheid te scheppen in Colombia. Maar dit gebeurt in een economische orde die tegelijk nadelig wordt beïnvloed en de afgelopen eeuwen is beïnvloed. Ontwikkelingslanden zijn van oorsprong geen landen met een werkloosheidsprobleem; of zijn we vergeten dat de arbeid in de vroegere koloniën door fysieke of fiscale dwang mcjcst worden verkregen, dan wel van overzee in de ,,vorm" van Chinezen, Indiërs en andere migranten moest worden gecontracteerd? Intussen zijn tra/hankelijkheidsvcrhoudingGu geschapen die de wereld er anders hebben doen uitzien. Ontwikkeling in Colombia e/? in .Nederland heeft dan ook veeleer daarmee te maken. De gangbare ontwikkelingstheorie echter schetst maar al te vaak een beeld dat allereerst op onszelf reproduceert. En zoals de waard is vertrouwt hij zijn gasten. Wat in de Derde Wereld niet op o«ze wijze is georganiseerd, noemt de economische theorie ,.on georganiseerde" sector. Wij,,analyseren" de niet-westerse samenlevingen en komen tot een lijst van eigenschappen die het spiegelbeeld vormen van onszelf. Instemming verdient daarom de conclusie van het door de toenmalige student dr. Hans Visser geschreven artikel: het enige werkelijke offer dat we op lange termijn moeten overhebben voor de ontwikkelingslanden is hel offer van onze superioriteit

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 366

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's