GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 458

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 458

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magazine 16

Dr. Roelf Haan:

Geweld en geweld Ds. K. M. R. van der Beek heeft mijn verhaal van de vorige keer voorzien van een tweetal bezwarende kanttekeningen. Aan mij nu en de volgende maal een reactie. Deze geef ik niet dan met enige aarzeling. Een cursief zoals deze bladzijde bedoelt te zijn is geen artikel waarin naar alle kanten een onderwerp kan worden behandeld. I n een coloumn kunnen slechts kort enkele overwegingen en indrukken worden gegeven; en een half antwoord vraagt om eengoede verstaander. Van alles kan daarom, zoals ds. Van der Beek doet, wel, Jets meer"'viorótn gezegd, maar daaraan is een strakke formele grens gesteld. Sterker nog is mij n materiële verlegenheid. Iets anders ware het immers indien het vermaan van ds. Van der Beek betrekking had gehad op een zijns inziens op zichzelf genomen laakbare bewering. Tegen de mijnerzijds gevolgde redenering wordt echter geen bezwaar gemaakt; wel tegen een tweetal voorbeelden, en dan nog zijdelings en los van het verband waarin deze functioneerden. Daar ik daarom in het duister tast omtrent het hoe en waarom van een en ander, laat zich een antwoord niet formuleren; ik kan slechts v/eer,,reageren" en ben mij bewust deze rubriek daarmee te belasten met iets dat thuis zou horen in een persoonlijk gesprek. De vorige maal heb ik getracht iets te zeggen van de relativiteit van het begrip ..extreem", de opstelling van de christen in de maatschappij, wil het geloof verder strekken dan een individueel piëtisme (waarvoor doorgaans ten onrechte de term,, verticaal" wordt gebruikt) kan bij voorbeeld, onder bepaalde politieke en culturele omstandigheden, noodzakelijkerwijs extreem zijn, dankzij een kritische zm, die niet het monopolie van de christen is, maarwelzijn verantwoordelijkheid bij uitstek, gezien zijn,, VÉT/kö/wme". Nu kwam terloops, maar vanuit Latijnsamerikaanse context gezien ook weer niet zomaar, het gebruik van geweld ter sprake en ik maakte melding van een (men zij gerust: uiterst schaarse) Amerikaanse stem, die van begrip getuigde voor de dwangpositie waarin oppositie in een semi-fascistisch land zich vaak nolens volens gedrongen ziet — dit naar aanleiding van een moord op een jonge

vrouw, de betrokkene goed bekend, wier enige fout school in haar politieke idealisme. Dit bracht mijn zegsvrouw tot een vergelijking tussen geweldgebruik van,,e.r/remisten" tn politie in verband met de doelstellingen van beide; de doelstelling van hen die — op goede of slechte wijze — strijden voor een rechtvaardige samenleving, in casu eerstegenoemden, kregen daarbij de hogere waardering. Ds. Van der Beek werpt nu tegen:,, Er zijn niet alleen extremisten maar ook politiemannen, die zich hij het gebruiken van geweld laten leiden door een ideaal dat naar hun diepste overtuiging werd ingegeven door Hem, die de Waarheid is." Ik weet niet of ik deze formulering zou kunnen overnemen. In ieder geval heb ik het eventuele ^<?vfetó van ds..,extremist" niet op deze wijze verdedigd: wel meen ik dat we er oog voor moeten hebben dat bij het bona fide verzet sprake is van tegengeweld, zoals dat in politiestaten noodzakelijkerwijs wordt opgeroepen. Diegenen die op een af stand,,geweldloosheid" prediken, bij voorbeeld ten aanzien van zuidelijk Afrika of Latijns-Amerika mogen dit natuurlijk doen, maar moeten wel beseffen dat zij op deze manier het officiële terrorisme vrij spel geven, en dus op het predikaat ..^t'iveMoo.v" ten onrechte aanspraak maken. Hieroverzullends. Van der Beek en ik het wel eens zijn; van een dergelijke asymetrie in de beoordeling van het geweld blijkt ook hij geen voorstander. Wanneer de bedoeling van zij n opmerking is ervoor te waarschuwen dat de subversieve activiteit, ook in Latijns-Amerika niet eenzijdig mag worden verheerlijkt en kritisch moet worden bezien, en dat er ook wel, zo niet vele, integere politiemannen zullen zijn, dan IS deze kanttekening volkomen vanzelfsprekend. Eerlijk gezegd ook een beetje overbodig; wie zou zulke zwart-wit schema's willen hanteren? Deze reactie kan zelfs het misverstand wekken dat het tegendeel in wat ik schreef zou zijn geïmpliceerd. Een nog ernstiger misverstand echter dreigt. Want al bedoelden zelfs alle politiemannen het goed. daarmee is nog niet de oorzaak en het motief weggenomen van het politieke (en in een dictatuur noodzakelijkerwijs illegale) verzet. Het doet bij de beoordeling hiervan

immers niet terzake. We hebben niet te maken met de intenties van individuele ambtenaren, maar — in een land als Chili bij voorbeeld — met een overheidspolitiek die gericht is op de vertreding van mensenrechten en de handhaving van een monopolie van landbezit en rijkdom dat in de bestaande maatschappelijke orde verankerd ligt; een politiek waarvan die individuele politieman of militair in meerdere of mindere mate de behoeder en uitvoerder is, hoe zij n individuele beroepsethiek er ook mag uitzien. Individuele ethiek is nu eenmaal ontoereikend in de talloze structurele verantwoordelijkheden waarin wij als mensen staan. Bovendien zij mijn opponenteraan herinnerd dat Zuid-Amerika geen Nederland is. Desymetriediehij eigenlijk tóch invoert bij de beoordeling van subversieve geweldpleging tegenover een officieel en gewapenderhand bestrijden ervan, kan ik mij trouwens nergens voorstellen. Ineen rechtsstaat als Nederland met een in principe goed systeem van politieke participatie lijkt particuliere geweldpleging met welk doel dan ook. ten enen male verwerpelij k, maar in een land waarin de mensenrechten voor een geprivilegieerde toplaag zij n gereserveerd, en waar (vaak in naam van een ongericht communisme) ook de economische machtsposities zijn gemonopoliseerd, is het moeilijk in te zien hoe juist het gebruik van geweld door hel regitne, bij de verdediging van dit alles, kan worden goedgepraat. Natuurlijk is er een openbare orde die beschermd moet worden. Maar dit te zeggen is niet voldoende. Ook de Duitse bezetter hield van openbare orde. Onder dit voorwendsel kan een onrechtvaardige en vastgelopen maatschappelijke structuur worden in stand gehouden; want ook daarvan is de overheid de hoedster en beschermster. Daarom kunnen in een dergelijke situatie de guerilla en de militair in moreel opzicht niet op gelijke wijze worden beoordeeld. De protestantse Colombiaanse socioloog Fals-Borda zegt hierover: ,,Hun inzet verschilt wezenlijk. Eerstgenoemde is bereid zijn leven vrijwillig in de waagschaal te stellen en van de gemakken van het leven af te zien terwille van de zaak die hij nastreeft, terwijl de laatste eenvoudig een huurling is" (misschien hier beter te vertalen met: iemand die ..voor zijn baan" werkt). .Natuurlijk kunnen we hiervan, afhankelijk van de achtergrond, iets meer zeggen. M aar mij n bedoeling was niet iets te zeggen, maar iets door te geven, naar aanleiding van mijn, doords. Van der Beek niet bestreden stelling, dat het begrip extremist niet per se een negatieve klank heeft. Dit geldt ook voor het woord ,,.VM6versief'; ten slotte schrijft de Franse priester Paul Gallet vanuit Noord-oost Brazilië: ..zijn armoede en onrecht eveneens .subversief'.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 458

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's