GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 57

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 57

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Iff} magame 11

Als de kerk verrechtst kunnen we met onze trainingen wel inpakken

gegroeid zijn, wanneer de felle schriftelijke en mondelinge uitingen van agressie zouden zijn vervangen door, of aangevuld met het minder aangrijpende, maar meer direkte handtastelijke optreden. Zelfs dit laatste zou soms niet nodig zijn geweest, indien de tegenstanders door middel van een rollenspel in de tegenovergestelde positie gezet zouden zijn". Dr. Goedhart zei, die stelling toelichtend en ter verduidelijking van wat een rollenspel is, dat wanneer tegenstanders in een conflict elkaars rol moeten spelen, dit verder gaat dan alleen je in een ander verplaatsen. Men kan in de loop van een rollenspel worden gedwongen de bedoelingen van een tegenstander weer te geven en deze heeft de mogelijkheid om eventuele nuance-verschillen in de weergave te corrigeren. „ Wanneer bij voorbeeld een boze ingezonden stukkenschrijver in Trouw en een hoogleraar in de godgeleerdheid aan de VU op eikaars stoel zouden worden gezet en zouden worden verplicht eikaars standpunten te ,,spelen", dan zou dat mogelijkheden bieden, die zonder deze techniek niet denkbaar zijn: je gaat van binnenuit ervaren". Op een mini-training worden, dat spreekt vanzelf de rollen van bezoeker en bezochte gespeeld door leden van de groep. Het verloop van het spel wordt op een band opgenomen en naderhand, net als bij de verbatim-analyse „met de vinger erbij" nagegaan.

Verrechtsing vu-magazine vroeg dr. Goedhart naar een opmerking uit het proefschrift, dat wanneer de rol en de taak van de vrijwilliger in de kerk niet duidelijker wordt, er een terugval te verwachten is naar de ,,domineeskerk". Dr. Goedhart zei dat hij daarbij vooral aan de roomskatholieke kerk had gedacht. Wanneer iemand als mgr. Gijssen aartsbisschop van Utrecht zou zijn geworden, zou naar zijn verwachting, de rol van de leken worden teruggebracht. Er zou „verrechtsing" optreden".' Sociologen zien iets dergelijks ook aankomen — ik denk niet geheel ten onrechte — in de protestantse kerken. De wat meer progressieve gemeenteleden, die van verandering en variatie houden, zullen minder snel geneigd zijn zich te bundelen dan je ter rechterzijde ziet. Voor hen hoeft het op den

duur allemaal niet meer. Ze slapen eens wat vaker uit op zondag en als ze nog eens in de kerk komen, blijken ze er al verder van te zijn vervreemd dan ze dachten. Nu komen in de huidige kerkelijke structuur vaak de meelevende gelovigen in de kerkeraad. Onder ,,meelevend" kun je dan verstaan: mensen die regelmatig, liefst twee keer per zondag naar de kerk gaan. Deze mensen zul je het meest vinden in de hoek waar men zo weinig mogelijk wil veranderen. Het zullen de mensen zijn die vinden — ik zeg het wat gechargeerd — dat het er niet zoveel toe doet hoe je een gesprek voert, als je het maar voert. Aan dit type mensen (nogmaals: ik stel het nu even zwart-wit) is een mini-training niet besteed. Mijn vrees is, dat wanneer een Gijssen aan het hoofd van de Nederlandse kerkprovincie zou komen te staan, wanneer in de gereformeerde kerk een verrechtsing optreedt, we met onze trainingen wel kunnen inpakken. Dat zijn dan zaken waar,, toch het eigenlijke niet in zit". Zijn mini-trainingen dus voer voor links, voor mensen die houden van verandering en variatie? ,,rk zou zeggen dat het in ieder geval geen ,,vastespijs"isvoorrechts. Mensen voor wie vrijwilliger-zijn of op huisbezoek gaan duidelijke zaken zijn, hebben geen behoefte aan een training. Uit het proefschrift blijkt dat op huisbezoek gaan, zeker voor de vrijwilligers, niet zo'n vanzelfsprekende zaak is. Het is alsof ze zich een soort recht moeten verwerven om be-

paalde vragen, vooral de dieper gaande vragen te mogen stellen. Vroeger zal het huisbezoek ook een sociaalbeschermende functie hebben gehad. Er werd in de gaten gehouden of iedereen nog wel in het goede kader zat. Met die kaders ligt het nu niet zo simpel meer: gemeenteleden kunnen b.v. lid zijn van de NCR V, maar ook van de VPRO of de EO. Dat geldt ook voor het geloof. Wanneer vroeger werd gevraagd of men wel stichting vond in de preken van de predikant, dan wist iedereen dat je er met ,,ja" het gemakkelijkste afwas. Ik denk dat wanneer je vandaag over geloven begint, je veel meer overhoop haalt en dat we er gevoeliger voor zijn geworden, dat je zulke vragen eigenlijk niet kunt stellen buiten een relatie om. Ik vind dat je niet zo maar aan iemand kunt vragen: bidje nog wel? Ofbeleef je nog wel iets aan het A vondmaal? Er bestaat in de rooms-katholieke kerk en in de protestantse kerken een veelheid van meningen over allerlei zaken. Soms staan die lijnrecht tegenover elkaar. Is daar nog wel huisbezoeken aan? Wanneer de vrijwilliger meent dat hij over allerlei maatschappelijke of godsdienstige ontwikkelingen alles beter moet weten dan degene die hij bezoekt, dan zou hij voortdurend op z'n tenen moeten lopen. Dat kan natuurlijk niet. Ik geloof dat hij niet anders kan doen dan uit te wisselen hoe hij er zelf tegenover staat en proberen te begrijpen hoe de ander aan zijn standpunt komt. Wanneer een vrijwilliger zou menen dat de ander er net zo over moet denken als hij en wanneer er geen band van vertrouwen en respect is, dan is een gesprek bijna onmogelijk. Het aardige in de gereformeerde kerken is de laatste jaren nu juist, dat we steeds meer zijn gaan leren, dat we bij meningsverschillen niet meteen zeggen, dat de één gelijk heeft en de ander ongelijk. Warmeer je niet in staat, of bereid bent „inclusief' te denken, zoals Boerwinkel dat heeft genoemd, ga je de mist in: de mist van allerlei conflicten of toedekking van conflicten. Dan is openheid op huisbezoek onmogelijk; je bent aan het ondergraven dat je gemeente van Jezus Christus bent. Wat wel mag worden ondergraven is het idee dat we nog altijd de kerk van 1930 zouden zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 57

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's