GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 82

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 82

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

nl magazine 36

Wetenschapper-in-de-politiek is geen verantwoording schuldig aan vakgenoten

besluitvorming. Hij meende dat in zijn opleiding het politieke oordeel, de persoonlijke verantwoordelijkheid en de gevolgen van zijn handelen niet aan bod waren gekomen. Waarom was Ellsberg daarvoor niet gevoelig geweest toen hij de rol van „interne criticus" specldel Zijn antwoord; trots, ambitie, de aantrekkingskracht die uitgaat van het middelpunt van de macht, rotsvaste loyaliteit aan leiders, die grote projecten ter uitvoering kunnen toewijzen: allemaal kwaliteiten waaraan het niemand van de mensen, die door Amerikaanse presidenten voor belangrijke posten werden uitgekozen, had ontbroken.

Opzienbarende ommezwaai Mannen zoals Ellsberg waren op een dwaalspoor gebracht. Niet alleen door hun liberale opvattingen over de koude oorlog, maar ook door de hoge dunk die ze koesterden van hun eigen belangrijkheid en bekwaamheid in politieke en militaire zaken, ten koste van enorme uitgaven en van persoonlijke offers van gewone mensen. Hij gelooft nu in de midden-oosten-kwestie niet meer in de mythe van deskundigheid. Hij heeft zich uitgesproken voor de rechtmatigheid en de souvereiniteit van de mening van het volk in buitenlandse zaken. Niet alleen militaire deskundigen, maar ook de oudere onderwijskundigen hebben een dergelijk opzienbarende ommezwaai gemaakt. John Gardner, ontwerper en uitvoerdervan president Johnson's ,,Great Society" was destijds speciaal belast met de grote onderwijswetgeving. Hij zou, samen met andere academische elites de politieke doeleinden van het onderwijs vaststellen, zonder instemming of betrokkenheid van de ouders en zonder toestemming van de burgers. Hij zei later tegen een journaliste, dat ,,een van de fouten, die we bij het denken over de toekomst maken, zit in het feil dat we te veel nadruk leggen op watje zou kunnen noemen: de rationele probleemoplossing. Wanneer er meer planning komt, dan zal een traditie van krachtige acties van de zijde van de burgers des te meer nodig zijn. Zonder een dergelijke terugkoppeling naar de basis, zullen de technocraten met hun blauwdruk ons zo de afgrond in plannen". Gardner leidt nu een beweging van burgers. Common Cause, die lofwaardig werk doet

door de politiek weer toegankelijk te maken voor de mensen en functionarissen verantwoordelijk te stellen tegenover het publiek. Nadat liberale hoogleraren tien jaar lang presidentschap met een imperiaal karakter (d.w.z. grote machtsconcentratie bij de president) hebben bepleit, is het een verademing te lezen dat in academische kringen sprake is van een hernieuwd vertrouwen in de democratie. Prof. Paul A. Freund, jurist in Harvard, zei onlangs dat ,,het nog altijd waar is, dat het belangrijkste ambt in een democratie dat van burger is". De Amerikanen hebben in tien jaar een lange weg afgelegd: van,, macht aan de professoren en hun president" tot ,,macht aan het volk".

Studie Wanneer de vrijheid en de autoriteit van het volk en de politici is hersteld, dan moet ook de sociale wetenschap weer op de plaats binnen de universiteit worden gezet die haar toekomt. De eerste taken van de sociale wetenschappen aan een universiteit zijn: lesgeven aan studenten en onderzoek doen, opdat de kennis binnen het vakgebied voortgang vindt. Het bestuderen, niet het maken van politiek is 't belangrijkste oogmerk van het vak. Om met Moynuhan te spreken:,, De rol van de sociale wetenschap is niet het formuleren van sociaal beleid, maar het beoordelen van de resultaten daarvan'. Politici maken politiek en de politieke wetenschappers moeten de doelstellingen, de voorstellen, de programma's, het beleid, de processen en de resultaten van de beroeps-politici onafhankelijk bestuderen en kritisch evalueren. Door onderwijs en onderzoek te bevorderen, in plaats van te zijn betrokken bij de wetgeving, kan de universiteit weer een krachtbron van de samenleving worden, waarin de studenten blijvend bevrediging kunnen vinden. Er zullen over sociale en politieke problemen studies worden ondernomen die ten doel hebben intellectuele helderheid te verschaffen en niet zozeer het doel hebben de auteurs ervan van baantjes in Washington te voorzien.

Waardering Professoren moeten hun studenten, als ze die willen opleiden ten dienste van het algemeen belang, niet alleen intellectuele

nieuwsgierigheid bijbrengen, maar ook waardering voor politici en het vak van de poUtiek. De opmerking van een hoogleraar tegen zijn studenten dat politicologie ,,niets te maken heeft met de alledaagse politiek" is echter jammer genoeg typerend. Walter Lippmann signaleerde een dergelijke houding al in 1908 toen hij student was. „Toen ik voor het eerst politicologie-colleges liep werd het niet nodig geacht de politicus te bespreken. Onze leerboeken hielden ruime afstand van de handel en de wandel der politici". Dit is nu precies de reden waarom politieke wetenschappers niets begrijpen van de wereld van de politicus. Het grootste probleem is, dat veel professoren hun vakgebied benaderen in termen van wetenschappelijke methode, in plaats van als een vak. Ze moeten leren denken in doel en middelen, in prioriteiten en hoe je bepaalde doelen bereikt. Studenten zouden, kortom, moeten leren wat politiek is en hoe politici denken en handelen. Essentieel voor politiek is het denken in doelstellingen. Politieke wetenschap die zich richt op dit doel-denken, zo heeft prof. dr. G. Kuypers terecht betoogd, kan deze discipline relevant maken. Ze heeft dan werkelijk iets bij te dragen aan de ordening van het leven en ze geeft de afgestudeerden een aantal concepten mee waarmee ze in de maatschappij kunnen werken. De professoren die vergeefs op zoek zijn naar een politieke wetenschap, die de wereld van de politiek eerder op een hoger plan willen brengen dan dat ze die wereld willen begrijpen, gaan voorbij aan de problemen die leven in de «chte wereld. Ze vinden het nauwelijks de moeite waard de inzichten, de intuïtie en kennis die uit het gezonde verstand van de politicus voortkomt te begrijpen, laat staan die te waarderen. En juist die kennis maakten Kennedy en J ohnson tot zulke uitstekende presidenten. Bij de intellectuelen oogsten ze er waarschijnlijk slechts ongeduld en neerbuigendheid voor. Er was voor beide presidenten geen enkele reden om zich daartegen te verdedigen. Sorensen, schrijvend over de relatie tussen president Kennedy en zijn adviseurs, ge^ft het precies weer: ,,Deskundigen geven zondereen ogenblik te aarzelen, met veel vertoon van autoriteit, veelomvattende beleidsaanbevelingen over hun eigen vakgebied (en soms over alle gebieden). Ie-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 82

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's