GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 51

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 51

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magameS

Dr. G. L. Goedhart ontwierp mini-training voor leke-pastors

Leren luisteren naar gevoelens Al vrij spoedig nadat hij in het eind van de jaren-vijftig was begonnen aan een studie theologie aan de V U, was het voor dr. G. L. Goedhart wel duidelijk, dat hij, zeker voor wat betreft het theoretische aspect, niet mocht klagen over zijn opleiding. Meer twijfels had hij over de vraag of diezelfde opleiding hem voldoende toerustte voor zijn toekomstige taak als predikant in een gemeente. Z o stelde het hem teleur, wanneer hij een dominee prachtig over een bepaald onderwerp had horen preken, deze zelfde dominee op catechisatie over hetzelfde onderwerp niets méér wist te zeggen en dat hij het daar ook lang zo mooi niet zei als in de preek .,,fk had het gevoel dat de catechisaties veel persoonlijker, warmer en communicatief beter zouden kunnen verlopen". Dr. Goedhardt vond praktische,,è//5c/zo//«g" bij de psychologen (o.m. in de vorm van gesprekspractica). Hij studeerde af als, .pastoraalpsycholoog". Reeds in zijn studententijd was dr. Goed-

hart begonnen met het trainen van medestudenten die bij het pastoraat waren betrokken. Later zette hij dit trainingswerk voort in zijn eigen en in andere gemeenten. ,,Ik wilde eraan meewerken, dat ouderlingen niet zomaar de woestijn zouden worden ingestuurd". Aan de hand van zijn ervaringen die hij bij deze trainingen had opgedaan, schreef dr. Goedhart een boekje,, //e/ gesprek besproken",,,praktische handreiking voor ouderlingen", dat weinig minder werd dan een bestseller. Dit feit en de groeiende belangstelling ,,in het land" voor de trainingen, brachten dr. Goedhart ertoe een proefschrift te wijden aan hetzelfde onderwerp (,, De Begeleiding van de Vrijwilliger in het Individuele Pastoraat"; uitgave J.H. Kok, Kampen; prijs: f 29,50). In het verhaal dat volgt, komt het een en ander uit dit proefschrift èn uit een gesprek dat V U-magazine met dr. Goedhart had, naar voren.

„ Te vaak ziet men bij voorbeeld dat het bezoek-werk van ouderlingen en predikanten sprekend op elkaar gelijkt. Misschien hebben enkele reformatorische kerken zelfs al een traditie dat predikanten zich gedragen als grote ouderlingen en ouderlingen als kleine predikanten. Hiermee zeggen wij twee dingen: de predikant werd (wordt) als méér beleefd dan de ouderling en hun respectieve eigen-aardigheid is niet voldoende uit de verf gekomen", aldus een passage uit het proefschrift van dr. G. L. Goedhart (titel: „De begeleiding van de vrijwilliger in het individuele pastoraat. Bedoelde hij ermee, dat tussen de predikant en de ouderling sprake is van branche-vervaging? Wel degelijk. En één van de oogmerken waarmee hij zijn studie schreef, was bij te dragen aan de duidelijkheid. Helderheid kunje onder meer brengen, zei dr. Goedhart in een gesprek met V U-magazine, door de taken beter af te palen. ,,Van huisbezoekers wordt zo verschrikkelijk veel gevraagd — dat dan bovendien nog vaag is ook — dat velen niet meer durven te gaan. Veel te vaak moeten ze zelf maar zien wat ze er van maken". De indruk moet niet worden gewekt, dat dr.

Goedhart zich uitsluitend had beziggehouden met ambtsdragers en hun verschillende bezigheden. Integendeel hij had eerder het ambteloze kerklid, de gemeente als geheel, op het oog. Bij de term „vrijwilliger in het individueel pastoraat" (yyp) dacht hij aan gemeenteleden die al dan niet ambachtelijk, maar wèl in opdracht van de gemeente pastorale bezoeken afleggen bij andere gemeenteleden. Daarbij kan dan zowel aan het traditionele, door ouderlingen af te leggen huisbezoek worden gedacht, maar evengoed aan welkomstgroepen of ziekenbroeders. ,,Belangrijker dan hun naam is het werk dat

zij verrichten", zo schreef dr. Goedhart, ,,het voeren van gesprekken die minstens een pastorale inslag hebben".

Leer en leven Voor de protestant zal zo'n benadering gesneden koek zijn, zeker op papier. Herontdekte de Reformatie niet „het priesterschap aller gelovigen", naast het „bijzondere ambt" (predikant, ouderling, diaken)? Dr. Goedhart had echter de indruk het ,,ambt der gelovigen" in de loop der eeuwen niet erg tot functioneren was gebracht. Het kunnen terugvallen op een „goede leer" is blijkbaar geen waarborg voor een ,,goed leven". Wel mag gesteld worden dat ouderlingen en diakenen als leken, in de zin van niet-beroepsmensen, een belangrijke taak hadden en hebben; maar dan als ambtsdragers. Helaas moet daarnaast ook gezegd worden dat de afstand van deze ambtsdragers tot de predikanten dikwijls groot was. Het woord ,,domineeskerk" is daarvan en daarvoor de uitdrukking. En zo laat de praktijk toch weer veel zien van de „leken" (...) tegenover de geestelijkheid, in dit geval de predikanten". In één van de stellingen bij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 51

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's