GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 120

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 120

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

nl magazine 30

we allemaal in onze leerboeken kunnen terugvinden. Ze hadden er een filmpje van kunnen maken, zodat er maar één hond van het leven beroofd zou worden en al dat lijden onnodig zou zijn". Ue opmerkingen van deze student waren terecht, maar dit soort dingen zijn routine bij elke medische studie. Waarom horen we dan zo weinig protesten? Na het afstuderen wordt de druk op de student om zich te konformeren niet min-* der. Als hij verder wil studeren op een terrein waar dierproeven normaal geacht worden, zal men hem stimuleren zelf nieuwe onderzoekmethoden te ontwerpen en daarvan verslag te doen voor zijn doctoraalscriptie, literaard zullen studenten die op deze manier opgeleid worden, hiermee doorgaan wanneer ze hoogleraar zijn geworden en zij zullen op hun beurt hun eigen studenten op deze manier opleiden. Voor mensen buiten de universiteit is het altijd moeilijk te begrijpen wat het doel is van die experimenten onder auspiciën van de universiteit. Misschien dat geleerden en onderzoekers oorspronkelijk probeerden oplossingen te vinden voor de meest urgente problemen en zich niet lieten beïnvloeden door andere overwegingen. Misschien dat enkelen van hen nog steeds gemotiveerd worden door dit soort overwegingen.

„Eenvoudige oplossing" Toch loopt het wetenschappelijk onderzoek vaak vast op onbelangrijke details, omdat alle belangrijke vragen al beantwoord zijn, of omdat men de antwoorden niet weet op te sporen. Dus verlaat de onderzoeker de platgetreden paden en gaat hij op zoek naar maagdelijke gebieden, waar hetgeen hij ontdekt iets nieuws zal zijn, hoewel het slechts zijdelings te maken heeft met de grote problemen. En zo kunnen we in wetenschappelijke tijdschriften dit soort inleidingen lezen: „Hoewel al jaren onderzoek wordt verricht naar zwellingen die het gevolg zijn van verwondingen of ontstekingen, zijn er nog weinig gegevens over de kwantitatieve veranderingen die binnen een bepaald tijdsbestek optreden... Bij dit onderzoek werd een eenvoudige methode ontworpen om het volume van de staart

van een knaagdier vast te stellen en te zien welke veranderingen er optreden na het veroorzaken van een gestandaardiseerd trauma. Deze „eenvoudige methode" betrof het ernstig verwonden van de staarten van 73 niet verdoofde muizen. Het is bijzonder moeilijk in te zien hoe het opzwellen van de staart van een muis ons waarover dan ook iets kan leren — behalve dan over het feit van het opzwellen van de staart van de muis. Nog zo'n voorbeeld: Terwijl „de effekten van een gekontroleerde bloeding uitmonden in geneeslijke en ongeneeslijke shock, uitvoerig onderzocht zijn" zijn er „relatief weinig artikelen die de effekten beschrijven van een totale verbloeding, die de dood ten gevolge heeft. In de wetenschap dat de verschijnselen van de verstikkingsdood, verdrinking en andere doodsoorzaken uitvoerig bestudeerd zijn, maar dat de studie van het patroon dat optreedt bij totale verbloeding slechts gedaan is op „relatief weinig proefdieren", gaven de onderzodcers vijfenzestig honden een kortstondige verdoving... en bestudeerden het stervensproces zonder de effekten van een totale narcose. Hierbij werd bij de dieren de aorta (hartslagader) geopend en men bestudeerde wat genoemd werd de „pijnfase" die soms tien minuten duurde voordat de dood intrad. De onderzoekers noemen hun verslag „slechts een beschrijving van de observaties" en niet een poging het mechanisme van de waargenomen veranderingen te doorgronden. Bij het lezen van verslagen van experimenten die pijn veroorzaken en overduidelijk geen belangwekkende resultaten opleveren, zijn we altijd geneigd te denken dat er meer aan vast zit dan wij kunnen bevatten en dat de geleerde betere redenen heeft voor zijn onderzoek dan uit zijn verslagen blijkt, maar als we dieper graven blijkt dikwijls dat hetgeen bij oppervlakkige beschouwing van weinig belang schijnt, inderdaad meestal van weinig belang is. Zelfs onderzoekers geven dit vaak officieus toe. H. F. Harlow, wiens experimenten met apen ik eerder beschreef, was twaalf jaar redakteur van de „Journal of Comparative and Physiological Psychology", een tijdschrift

waarin méér rapporten over pijnlijke experimenten op dieren staan dan in welk ander tijdschrift ook. Na afloop van die twaalf jaar, waarin Harlow naar eigen schatting ongeveer 2.500 manuskripten onder ogen kreeg, schreef hij met een soort bittere humor het volgende ten afscheid: „de meeste experimenten zijn het niet waard uitgevoerd te worden en de gegevens die ze opleveren zijn het niet waard gepubliceerd te worden." Bij nadere beschouwing is dit echter niet zo verrassend. Onderzoekers, zelfs in de psychologie, de medische wetenschap en de biologie, zijn ook mensen en als zodanig vatbaar voor dezelfde invloeden als andere mensen. Zij willen graag vooruit komen in hun vak, promoveren en hun werk gepubliceerd en besproken zien door kollega's. Het publiceren van studies in de daarvoor bestemde tijdschriften is natuurlijk een belangrijk element bij het maken van promotie en het verwerven van aanzien. Dit gebeurt op elk vakgebied, zowel bij filosofie en geschiedenis als bij psychologie en geneeskunde en dat is allemaal zeer goed te begrijpen en op zichzelf nauwelijks kritiek waard. De filosoof of historicus die door te publiceren zijn carrièremogelijkheden kan verbeteren richt weinig schade aan, behalve dat hij wat papier verknoeit en zijn kollega's verveelt. Maar de psycholoog of medische onderzoeker, die te maken heeft met dierproeven, kan veel pijn en leed veroorzaken. Zijn werk zal dus aan strengere normen van noodzakelijkheid onderworpen moeten worden. Wanneer eenmaal een patroon voor dierproeven in een bepaald vakgebied is geaccepteerd, handhaaft zo'n proces zich en wordt het moeilijk een andere weg in te slaan. Niet alleen promoties, maar ook studiebeurzen en subsidies voor de financiering van onderzoek spelen in op proeven met dieren. Een voorstel voor nieuwe proeven op dieren zal de beheerders van fondsen voor onderzoek altijd welwillend worden ontvangen, als men dat in het verleden al eerder heeft gedaan. Nieuwe methoden waarbij geen gebruik wordt gemaakt van proefdieren zullen minder bekend zijn en dus minder kans maken op financiële steun.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 120

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's