GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 97

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 97

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magadne 7

r^^^/|*ï;^,^ïTM;?K.^;t^.s.».wsïs!ï^^f=i^^s;i^gïr;^r^

J . F . Schimsheimer... verslagen... J . H . Gunning... ethische richting...

voor alles wat er tos zou komen, wanneer het proces van de sociale rechtvaardigheid in beweging zou komen. Ik bedoel hiermee ook te zeggen, dat wij enig begrip zullen hebhen op te brengen voor hetfeit dat juist zij die het scherpst de bestaande sociale nood zagen (en Heldring behoorde tot hen) teruggedeinsd zijn voor de gevolgen van een ingrijpende aanpak van de maatschappelijke ongerechtigheden. Wanneer wij pleiten voor begrip betekent dat overigens allerminst dat wij menen dat zij daarmee verontschuldigd zijn". Het einde van het réveil in een paar woorden. Dr. D. Th. Kuiper schrijft in zijn proefschrift „De Voormannen", dat de ,,eenheid" in het réveil in feite slechts bestaat zolang opvattingen en houdingen nog los en vaag zijn. ,,Maar deze eenheid bleek niet te realiseren in een gezamenlijk programma toen de wens naar voren kwam de kringen om te zetten in (al of niet massale) organisaties, waarmee voorheen vaag geformuleerde concepties verwezenlijkt konden worden". De zaak valt uiteen, zowel op kerkelijk als op politiek terrein. In 1842 komen verschillen aan het licht wanneer ,,de zeven Haagse heren" (onder wie ook Groen Van Prinsterer) bij de hervormde synode aandringen op handhaving van wezen en hoofdzaak van de oude belijdenisgeschriften. Anderen, onder wie Gunning, Chantepie de la Saussaye en ook Da Costa willen

veeleer komen tot een nieuw belijden. Er vormen zich groeperingen die,,confessionelen" en,,ethischen"komen te heten. De staatsman Groen van Prinsterer is de meest markante figuur in de eerste groep; de predikanten D. Chantepie de la Saussaye en J. H. Gunning in de tweede. Tegen het eind van de jaren -50 is tussen deze ,,kinderen van het réveil" een diepe kloof gegroeid. Eerst had die te maken met kerkelijke kwesties, in 1857 ook met de politiek. Aanleiding is de onderwijs-kwestie. In de grond komt het conflict er op neer dat Van der Brugghen heeft willen uitgaan van de feitelijke situatie zoals die in Nederland bestaat. En die is, dat er niet meer kan worden gesproken van een christelijke natie. Voor een hernieuwd ethos kan men de boer op gaan, maar van bovenaf het christendom opleggen, dat gaat niet. Daar tegenover wil Groen uitgaan van een ideaalbeeld van de christelijke staat en wil dat over de bestaande verhoudingen heen leggen. De breuk zal zich in de loop der jaren verwijden en in 1880, na een definitief conflict tussen Kuyper en Gunning verdwijnt het ,,ethische element" uit de gedachtenwereld van hen die zich in 1886 losmaken van de hervormde kerk. Dr. Holtrop: „ We hebben dat tot onze schade gemist bij kwesties als die in 1926 (de zaak-Geelkerken) en 1944 (de zaak-Schilder). Ik denk dat we er nu pas weer aan toe zijn het ethische binnen te laten en als heilzaam te ervaren ".

Echt en ethisch Namijmerend over het echte en het ethische réveil zegt dr. Holtrop het niet zo verwonderlijk te vinden, dat juist minister Van Agt het begrip ,,réveil" opnieuw introduceerde. „Het is natuurlijk erg onhistorisch geredeneerd, maar ik denk dat Van Agt wat betreft zijn spiritualiteit heel goed in het réveil zou kunnen passen". Bij wijze van illustratie geeft hij een citaat uit een interview dat dr. G. Puchinger in 1974 met de minister had over het thema „ Toekomst van het Christendom". Sprekend over zijn jeugd zegt de minister daarin: ,,Overigens herinner ik me die dorpsgemeenschap als een gemoedelijke, saamhorige en blijmoedige club van mensen, een familie eigenlijk. Mij viel, daaraan terugdenkend, de beeldspreek in: wonend in de oorschelp van de Heer. Ja, hoe kom ik nou aan dat beeld? Vreemd misschien. Wel. het schetst het gevoel van nabijheid en vertrouwdheid: de vanzelfsprekendheid waarmee de mensen geloofden dat ze bij voortduring werden aangehoord". Terugdenkend aan de mensen van het réveil schrijft Allard Pierson:,,Zij blijven in het Vaderhuis, waar zij de kinderen zijn, aan het bekende gehecht, niet alles nieuwsgierig onderzoekende, met een intiem hoekje tevreden, daar hun oud spel voortzettende, telkens hervattende, als voortdurend in blijde afwachting, dat de Vader zal binnentreden en ze sluiten aan zijn hart".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 97

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's