GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 374

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 374

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

wimagazme 20 magazine: „Waarschijnlijk moet dit worden Verklaard (uit de wetsgeschiedenis is het niet duidelijk te achterhalen) uit de positie die het particulier initiatief op dat moment innam. De overheid kon er eenvoudig niet omheen; particuliere personen en instellingen waren diep betrokken bij het kinderbeschermingswerk, waren erin geïnteresseerd, hadden er ervaring mee. Bovendien konden (hoewel niet meer is na te gaan in hoeverre dat bewust heeft meegespeeld) de Voogdijraden voor de samenleving acceptabel worden gemaakt, door de samenleving in al haar geledingen bij de zaak te betrekken. De Voogdijraden moesten zo zijn samengesteld dat de verschillende stromingen in de arrondissementen er in vertegenwoordigd waren".

Samenstelling De voogdijraden moeten worden bemand met personen uitzoveel mogelijk verschillende godsdienstige en maatschappelijke richtingen. De Tweede Kamer denkt met name aan geestelijken, leden van gemeentebesturen, artsen, onderwijzers. Liefst moeten zij goed op de hoogte zijn met de plaatselijke omstandigheden in hun arrondissement. Ook in de samenstelling van de Voogdijraden wordt het accent gelegd op het particulier initiatief. Zo gaat men aan het werk. De Voogdijraden, elk bestaande uit vijf tot zeven plaatselijke (vaak notabele) particulieren, doen, bijgestaan door een part-time secretaris, alles zelf en in de vrije tijd. Gezinnen worden bezocht, rapporten geschreven en ter vergadering besproken, besloten wordt of al dan niet om een maatregel zal worden gevraagd aan de rechtbank, welke besluiten dan verder worden afgewikkeld door de secretaris. Veel problemen ontmoeten de voogdijraden in het begin nog niet op hun pad. Ze zijn verantwoordelijk voor wat er op het gebied van de kinderbescherming in hun arrondissement gebeurt, en kunnen dat ook zijn, omdat beslissingen worden genomen, op basis van onderzoek dat door leden van de raden zelf is verricht. Toch worden voor de oorlog tekenen waargenomen dat het werk de Voogdijraden boven het hoofd gaat groeien. Diep leeft het besef', zo

wordt in het jaarboek 1932 van het Maandblad voor Berechting en Reclassering verzucht,„</af (/e raden in organisatie-vorm en outillage zich niet hebben kunnen aanpassen aan de eisen van de nieuwe tijd en aan de behoeften, voortvloeiende uit de groei van de arbeid". Er blijven taken liggen; er bestaat geen samenhang tussen het beleid, zoals dat door de verschillende voogdijraden wordt gevoerd.

Voorstellen Na de oorlog doen deze (en vele andere problemen) zich scherper voelen. Er komt een commissie die moet onderzoeken of reorganisatie wenselijk is en die met voorstellen moet komen. In '49 komt deze commissie-Lamers met een rapport waarin wordt bepleit de Voogdijraden, uit- en om te bouwen tot arrondissementsjeugdraden, samengesteld uit vertegenwoordigers van de kinderbescherming en deskundigen. De uitvoering moet in handen komen van een bureau, onder leiding van een secretaris-directeur. Dit bureau moet functioneren als opvang- en voorlichtingscentrum voor alle kinderbeschermingszaken in het arrondissement. Als overkoepeling is een centrale jeugdraad bedacht, die het werk van de arrondissementsraden coördineert en de grote lijnen aangeeft. Deze centrale raad moet er voor zorgen dat de kinderbescherming in alle arrondissementen in gelijke mate en zo efficiënt mogelijk ter hand wordt genomen. Bovendien moet de raad de minister adviseren in alle belangrijke kinderbeschermingszaken en krijgt hij het algemene toezicht op de kinderbescherming. De voorstellen vallen slecht bij de particuliere instellingen. Men is vooral bang voor de vérstrekkende bevoegdheden van de centrale raad. Het Katholiek Verbond voor Kinderbescherming bijvoorbeeld, acht heX „principieel onaanvaardbaar voor katholieken, dat aan dat lichaam een maatregelende en controlerende macht toegekend zou

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 374

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's