GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 54

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 54

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

yH magaüne 8

Levinas Ten derde: Het is dus Levinas die op dit ogenblijJc bij de Latijns-Amerikaanse bevrijdingsfilosofen het meest populair is. Het gelaat van de ander, zijn weerloosheid, de ontologie van de oorlog, het accent op de notie van de schepping, zijn taai-opvattingen etc. het zijn evenzovele themata die geweldig bij de Latijnsamerikanen hebben aangeslagen. Het lijkt me ook dat hun filosofie zich niet zó zou hebben ontwikkeld als die gedaan heeft, wanneer ze Levinas niet hadden gekend. Aan de andere kant moet gezegd worden dat de dialoog tussen hen en Levinas van meet af aan een kritische is geweest. Om enige indruk te hebben van wat hun programma is, is het wellicht de moeite waard kennis te nemen van hun kritiek op Levinas. Dussei verhaalt hoe hij in een gesprek met Levinas in 1971 hem de vraag stelde of die ander waarover hij het zoveel heeft een Aziaat kan zijn of een Afrikaan. Het wordt veelzeggend gevonden dat Levinas daarop antwoordde dat hij daaraan nog nooit gedacht had. De konklusie is duidelijk: ook het filosoferen van Levinas blijft binnen de Europese cirkel; het is regionaal bepaald en men moet de vraag stellen in hoeverre dit regionaal-bepaalde karakter toch weer niet terug te vinden is in bepaalde lacunes die nu juist het onmogelijk maken zich van die ander een adekwate voorstelling te vormen. Een voorbeeld daarvan is het volgende. Men heeft alle waardering voor de wijze waarop Levinas spreekt over het gelaat van de ander, zijn blik en zijn weerloze ogen. Maar is het niet evenzeer waar dat die ander spreekt? Hij is er toch niet alleen om aangestaard te worden? Hij staart mij toch ook niet alleen aan? Hij interrumpeert toch mijn betoog? Hij valt me in de rede? Hij doorbreekt toch mijn glorieuze isolement door middel van /ijn stem? En spreken is dan toch een uitnodiging tot handelen? Dat houdt dan toch in dat de situatie van die weerlozen andere veranderd wordt? Ik laat hem toch niet in zijn weerloosheid? Is het bij-de-ander-zijn van Levinas niet te extatisch of te mystiek gedacht? Verdampt de historie van het konkrete en het konkrete van de historie niet in dit sprakeloze aanzien een aangekeken worden?

Het is waar dat Levinas bij herhaling zeer indringend spreekt over het fundamentele en aan alles voorafgaande van het ethische aspekt, zulks in tegenstelling tot de ontsnappingen waartoe het kontemplatieve en spekulerende denken aanleiding geeft. Toch vinden de Latijns-Amerikaanse filosofen dat dat adjektief ..ez/jwc/z" nadere kwalifikaties behoeft, omdat het anders op zijn beurt alleen maar uitnodigt tot onhistorische abstrakties. Scannone vindt dat er minstens aan toegevoegd moet worden: „politiek" en „revolutionair". Hctwoord„politiek"is nodig om duidelijk te maken dat die ander een adres heeft, lokalizeerbaar is en niet mag vernevelen in de intimiteit van een onpreciseerbare ik-gij verhouding. De aanduiding „revolutionair" is vereist om duidelijk te maken dat die eenmaal historisch en geografisch gelokalizeerde ander niet mag worden vastgenageld op de status quo van zijn zózijn, maar een uitnodiging is tot transformerend handelen. Op deze wijze willen de Latijns-Amerikaanse wijsgeren Levinas her-lezen. Zij willen niet zonder meer nadenken over de ander (Ander) in het wilde weg, maar diens particulariteit aanvaarden; deze particulariteit is in hun geval die van de Latijns-Amerikaanse arme, precieser nog, die van de Indiaan — al zijn er niet veel meer — die van de mesties en van de

mulat. Dat is hun werkelijkheid die niet van te voren inkapselbaar is in een bepaalde identiteits-filosifie, maar aanvaard, aangehoord en verwerkt moet worden.

Terug naar Lbpez De programma's die Lbpez opgebouwd heeft, hebben alles met deze konkrete ander te maken. Zijn woonplaats in Argentinië, de stad Mendoza, is gekenmerkt door de aanwezigheid van Chileense vluchtelingen; het is bovendien een stad die nog niet is opgezogen door de Europeizerende tendensen van de hoofdstad Buenos Aires, maar een plaats waar de mestiezen, de creolen en de gauchos levensgroot voorkomen met hun frustraties, hun uitgebuit worden en hun verzet. Zijn „ander" is deze mens, die nog over een eigen kuituur beschikt, een eigen begrippenkader kent, maar dreigt opgezogen te worden door de uniformiteit van een ekonomisch-politiek stelsel, dat dat andere juist niet erkennen wil^ maar hen alleen maar ziet als potentieel voor de machine van een kapitalistische maatschappijopvatting. Het is dus om naast deze „anderen" te staan, dat een dergelijk centrum voor wijsgerige studie bestaat. Het moet beschouwd worden als een poging ook op wetenschappelijk gebied ernst te maken met de naaste. Het zal duidelijk zijn dat bij Lopez en de zijnen de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 54

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's