GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 7

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 7

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

MO magazine 4

) ^ nu^azmeS

Profielen van ARP, CHU en KVP in'67 aan de Yoorayond van de eenwording Si

i

KENMERK

QW ZQ

oo M

^

>Ji<

KENMERK hachelijke van een fusie voor „beginselpolitiek" —, vooral wil baseren is het verkiezingsonderzoek van 1967, het meest extensieve dat ooit in ons land is gehouden, uitgevoerd door de vakgroep politikilogie van de Vrije Universiteit. De resultaten van juist dit onderzoek zijn daarom voor ons doel zo goed te gebruiken, omdat de samenwerking tussen de drie christendemokratische partijen toen nog goed op gang moest komen. Zij verschaffen dus het meest heldere beeld van de uitgangssituatie aan de vooravond van het georganiseerde proces, dat in 1973 uitmondde in de oprichting van het CDA en in 1980 zal moeten resulteren in de opheffing van de drie partijen waaruit het CDA is voortgekomen. In een afzonderlijk overzicht zijn de belangrijkste uitkomsten van dit onderzoek, voor wat betreft de aanhang van de drie christendemokratische partijen, getalsmatig weergegeven, en wel dusdanig dat daaruit als het ware vanzelf een profiel van de achterbannen van de KVP, de CHU en de ARP te voorschijn komt. KVP-aanhang Deze profielen kunnen als volgt worden samengevat: 1. De partijkeus van de KVP kan (anno 1967) in belangrijke mate worden verklaard uit het lidmaatschap van de Rooms-Katholieke Kerk, uit de woonplaats, uit gewenning en uit vertrouwen in de kandidaten van die partij. In termen van opvattingen van de bestaande situatie, doelen, wensen, verwachtingen, politiek voorstellingsvermogen, beginselen, politieke belangstelling, partij-identifikatie, partij-aktiviteit en de overige „milieu-faktoren" behalve woonplaats, toont de aanhang van de KVP geen „eigen gezicht." Ten aanzien van al deze variabelen leverde het onderzoek, wat de KVP betreft, geen afwijkingen van de totale steekproef (uit alle kiezers) op, en voor zover er wel afwijkingen voorkwamen waren deze, statistisch bezien, niet of nauwelijks signifikant.

Redenen voor partijkeus (open vraag) — godsdienst — beginsel — traditie/huwelijk — program en beleid — leiders Instemming met de volgende voorgelegde uitspraken over de partij waarop is gestemd: — Men zou het mij kwalijk nemen als ik niet op deze partij stemde — Ik heb veel vertrouwen in de leiders van deze partij — Ik ben gewend op deze partij te stemmen — Deze partij levert bekwame ministers — Men moet ten slotte toch wat stemmen — Mijn beginsel eist dat ik op deze partij stem — Deze partij doet iets aan de verbetering van de samenleving — Deze partij komt voor de werknemers op — Deze partij komt voor de ondernemers op — Deze partij houdt zich ernstig bezig met het oorlogsvraagstuk Deze voorgelegde uitspraken waren een reden voor partijkeus — Ik heb veel vertrouwen in de leiders van deze partij — Ik ben gewend op deze partjj te stemmen — Deze partij levert bekwame ministers — Mijn beginsel eist dat ik op deze partij stem Gewenste veranderingen in het politieke stelsel — republiek — gekozen minister-president — gekozen burgemeester — referendum Opvattingen over vrijheid — te veel vrijheid om kritiek te leveren op het Koninklijk Huis — te veel vrijheid om propaganda tegen de godsdienst te maken (NB In geen enkel geval vonden verhoudingsgewijs veel aanhangers van de drie partijen dat er te weinig vrijheid was)

«J

<> 22% 12% 12% 14% 5%

«D

*,

.w

«ia

39% 21% 7% 18% 16%

«1

oi

.H ^ ^

5s 47% 21% 24% 7% 2%

«5

P$

.H d.^

46% 13% 17% 10% 4%

20%

27%

22%

25%

78%

94%

72%

78%

69% 62% 27%

73% 89% 14%

78% 46% 26%

86% 77% 32%

51%

63%

70%

59%

81%

86%

68%

79%

69%

72%

48%

66%

51%

65%

37%

57%

40%

50%

37 %

35%

45 %

57 %

36 % . 44 %

35% 31 %

37% 49%

42% 21%

43% 39%

29 %

41

43 %

32 %

10% 50% 53% 61 %

2% 34% 36% 50 %

3% 38% 43% 52 %

7% 45% 51% 62 %

33%

50%

51%

32%

28%

41%

39%

33%

Opvattingen over gelijkheid — de verschillen tussen hoge en lage inkomens moeten blijven zoals ze zijn — de verschillen in bezit moeten blijven zoals ze zijn — de werknemers hebben in de bedrijven waarin ze werken voldoende te vertellen

m .w

oc

os

. »

05

« N

<i<

i^m

24%

30%

33%

25%

30%

41%

43%

28%

45 %

53

54 %

45 %

61 %

55 %

61 %.

57 %

22% 29%

32% 40%

24% 30%

21% 33%

33% 46%

45% 32%

43% 30%

30% 40%

37%

46%

17%

39%

22 %

20 %

30 %

21 %

30%

26%

39%

33%

12% 29%

17% 25%

10% 37%

11% 32%

54% 46%

67% 32%

42% 58%

48% 51%

20%

32%

18%

23%

Verbondenheid met de partij waarop men heeft gestemd — voelt zich sterk verbonden met die partij

61%

76%

61%

66%

Heeft met veel overtuiging gestemd op de partij van zijn/haar keuze

43%

61%

39%

43%

Vertrouwen in de partijleiding — groot — gering

31% 29%

63% Il %

19% 37%

39% 16%

Leest: — een landelijk dagblad — een regionaal dagblad — geen dagblad Aantal ondervraagden = 100 %

33% 39% 59% 54% 8% 7% (4.292) (397>

26% 58% 16% (334)

20% 73% 7% (1.045)

Collectieve lasten — de overheidsuitgaven moeten omlaag — de belastingen moeten blijven zoals ze zijn (dus niet omlaag, evenmin omhoog) — ontwikkelingshulp moet omhoog Samenstelling kabinet — liever een kabinet met de VVD — liever een kabinet met de PvdA De eigen partij wordt genoemd als beste „oplosser" van het belangrijkste probleem dat we in Nederland hebben Een andere partij wordt als beste probleemoplosser genoemd Geen mening t.a.v. „beste probleemoplosser' Politiek voorstellingsvermogen — groot — gering Pohtieke belangstelling — matig tot zeer geïnteresseerd in de politiek . — niet geïnteresseerd in de politiek Activiteiten ten behoeve van de partij — heeft activiteiten ontplooid

TOELICHTING: In dit overzicht is voor de gehele steekproef én voor de kiezers van de ARP, resp. de CHU en KVP in 1976 aangegeven, welke percentages van hen beantwoorden aan het in de linkerkolom genoemde kenmerk. I>e vetgedrukte percentages geven in het algemeen de significante verschillen met de totale steekproef (dus het hele Nederlandse electoraat) aan. Zij bepalen het „eigen gezicht" van de aanhang van elk van deze partijen, vergeleken met het gehele Nederlandse electoraat.

CHU-aanhang 2. Het stemmen op de CHU hing in 1967 in overwegende mate samen met godsdienst en beginsel en kan verder — zulks in tegenstelling tot het stemmen op de ARP — in belangrijke mate uit traditie en gewenning worden verklaard. Eigenlijk is daarmee het meeste gezegd over het stemmen op de CHU in 1967. Betrekkelijk veel CHU-kiezers sloegen de effektiviteit van hun eigen partij laag aan en hebben ook niet gestemd om invloed uit te oefenen op de samenstelling van het kabinet. Betrekkelijk velen hebben een gering politiek voorstellingsvermogen, zijn niet geïnteresseerd in de politiek en tonen weinig vertrouwen in de partijleiding. Als het gaat om partijaktiviteit, verbondenheid met de eigen partij en om de vraag of men met overtuiging heeft gestemd, zijn er geen signifikante verschillen met de totale steekproef. Wat de politieke doelstellingen betreft waren betrekkelijk veel kiezers tevreden met de bestaande toestand, m.u.v. de vrijheid van meningsuhing, die door velen te groot werd geacht. Verhoudingsgewijs veel CHU-stemmers hadden over een aantal van de voorgelegde vragen geen mening. De CHU-aanhang bestond voor het overgrote deel uit Hervormden (91 %) en telde verhoudingsgewijs veel vrouwen (61 %, tegen 50% vrouwen in de hele steekproef). Het percentage CHUstemmers dat geen dagblad las was tweemaal zo hoog als het landelijk gemiddelde. ARP-aanhang 3. Het stemmen op de ARP hing in 1967 eveneens in overwegende mate samen met godsdienst en beginsel, maar voor betrekkelijk veel antirevolutionairen kwam daar nog heel wat bij: vertrouwen in de partijleiding en waardering voor de kwaliteit van de ministers die de partij levert. Bovendien scoorde geen enkele politieke partij in Nederland bij een zo groot deel van de eigen aanhang zo positief op een zo groot aantal kenmerken als de ARP. Ook werd de effektiviteit van de partij voor het oplossen van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 7

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's