GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 117

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 117

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

m magazine 27

Napraten en vooruitzien met Dr D. J. Eppink:

,,Oliecrisis kwam onverwacht - het effect niet" De waarschuwende en voor sommigen zelfs alarmerende woorden die Den Uyl als minister-president tot het Nederlandse volk richtte tijdens de oliecrisis, zijn niet anders geweest dan een bevestiging van de bij tal van Nederlanders gegroeide, angstige gedachte: ,,Het wordt nooit meer zoals het geweest is". Ook vóór de gevolgen van de oliecrisis eind '73 voor een ieder voelbaar werden, waren velen ervan overtuigd, dat een grootscheepse economische teruggang te verwachten was. Vandaar de constatering in het proefschrift van Dr D. J. Eppink, dat, hoewel de oliecrisis als zodanig niet verwacht was, een aantal effecten daarvan voorzien werden door verschillende bedrijven. Daarom is het eens te meer verwonderlijk dat dergelijke bedrijven weinig of geen voorzorgsmaatregelen troffen.

Het is nog maar luttele jaren geleden, dat de oliecrisis Nederland in zijn greep hield. Die tijd van benzinebonnen, kachel uit, gordijnen dicht en vroeg naar bed lijkt inmiddels vergeten. Men consumeert er weer danig op los. Maar in hoeverre ondervindt het bedrijfsleven nog naweeën van het gebeurde? VU-econoom Dr D. J. Eppink zag de oliecrisis als een mogelijkheid om na te gaan met hoeveel souplesse een aantal grote ondernemingen in ons land hun beleid al dan niet aanpasten aan de plotseling gewijzigde economische omstandigheden en hoe de gebeurtenissen hun planning op langere termijn hebben beïnvloed. Onlangs promoveerde Dr Eppink op dit onderwerp, met een proefschrift getiteld ,,Managing the iinforseen". Uit een gesprek dat VU-magazine met hem had bleek, dat Dr Eppink gematigd optimistisch is over de economische groeikansen, maar beslist minder optimistisch over ons aller zelfopoffering wanneer het er werkelijk op aan komt.

Dr Eppink, die onlangs aan d e VU p r o m o v e e r d e op het proefschrift ,,Managing the unforseen", verrichtte een onderzoek bij een drietal grote bedrijven, naar de wijze w a a r o p zij hun ondememersstrategie aanpasten aan d e weinig optimistisch stemm e n d e werkelijkheid, welke door de oliecrisis geschapen w e r d . Het ging Eppink om de flexibiliteit, de plooibaarheid die d e ondernemingen daarbij aan de dag legden. De drie Nederlandse ondernemingen die hij onderzocht, waren een grote luchtvaartmaatschappij, een scheepvaartmaatschappij en een toeleveringsbedrijf op het terrein van de chemische industrie.

Waarschuwing Dr Eppink: ,,A1 was de 'crisis' niet voorzien, er waren vóór die tijd voldoende aanwijzingen dat de olieprijs zou stijgen. De prijs van olie stond op een betrekkelijk laag peil en had zelfs de inflatie niet bijgehouden. En dat gold zeker voor de vliegtuigbrandstof: kerosine. Deze prijs dekte nauwelijks de produktiekosten. In de zomer van 1973 had de brandstof-manager van het door mij onderzochte luchtvaartbedrijf nog gezegd dat men niet vreemd moest opkijken wanneer de kerosineprijs met 20, misschien zelfs wel met 25 procent zou gaan stijgen. Toen heeft iedereen gelachen; een overdreven voorspelling vond men dat. Vier maanden later bleek die prijs verdubbeld en een jaar later verdriedubbeld.

Men maakte de olielanden het verwijt, dat een dergelijke stijging al te abrupt was: zulke schokken zijn niet op te vangen. De ondernemers zelf gingen ook niet geheel vrijuit: ze hadden blijk moeten geven van een wat meer vooruitziende blik. Alleen al de manier waarop gedurende de voorafgaande jaren de onderhandelingen over de olieprijs tussen de oliemaatschappijen en de olieproducerende landen waren verlopen, hield een waarschuwing in. Vroeger waren dat echte onderhandelingen. Maar toen in 1972 en '73 de heren in Wenen bij elkaar kwamen werden de oliemaatschappijen geconfronteerd met de mededeling dat per die en die datum de prijs met zoveel procent omhoog zou gaan. Dat was geen onderhandelen, dat was,,slikken of stikken". Samenzwering De gevolgen van de oliecrisis waren in ieder geval tweeërlei: verhoging van de olieprijs en schaarste. De schaarste kwam vooral voor Nederland extra hard aan. Er was een produktieverlaging van olie, maar die gold voor alle landen. Daarnaast werd Nederland, samen met de Verenigde Staten echter ook nog getroffen door een olie-embargo, in de volksmond ook wel abusievelijk aangeduid met,,olieboycot". Het effect hiervan voor de bedrijven die ik heb bestudeerd was in zoverre verschillend, dat het lucht- en het scheepvaartbedrijf inderdaad problemen kregen met de olievoorziening.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 117

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's