GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 57

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 57

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

m nrngazme 11 dox-moslimse zijde. Anderzijds had het kleine aantal deelnemers, totaal tien tot twaalf, het voordeel van de intimiteit en de mogelijkheid tot intensieve discussie. Uit Nederland was Prof. Bonting uit Nijmegen aanwezig, biochemicus en tegelijk priester in de AngÜkaanse Kerk. Verder Dr Hasan Askari, een moslim uit India die ditjaar als gastdocent aan de theologische fakulteit van de Vrije Universiteit verbonden is (zie ook pag. 7). En tenslotte schrijver dezes, die gevraagd was de conferentie voor te zitten.

De besprekingen Het lijkt me het beste enige indrukken te geven van de gang van besprekingen en dan iets te zeggen over het resultaat van de conferentie. Laat ik beginnen met de opmerking dat het voor de voorzitter niet altijd makkelijk was en dat hij er ook niet altijd in slaagde om de deelnemers strak bij het onderwerp van de conferentie te houden. Dat onderwerp was aldus geformuleerd: ,,Geloof, wetenschap en technologie en de toekomst der mensheid". We bleven nogal eens steken bij het eerste woord en spraken dan over verschil, overeenkomst en verhouding van christelijk en moslims geloof. Ik moet er meteen bij zeggen dat daarover bijzonder fundamentele dingen naar voren werden gebracht. Op dinsdag 15 november ging de conferentie van start. Een inleiding werd gehouden door Dr W. Cantwell Smith, een bekende naam onder de beoefenaars van islamologie en godsdienstwetenschap. Hij legde sterk de nadruk op de rol van de geschiedenis. Enerzijds staat de wetenschap altijd in een historisch proces. Ook in de zogenaamde exacte wetenschappen is er geen sprake van absolute waarheden of van eeuwig geldende verklaringen. Anderzijds is religie altijd historisch. Alleen God zelf rijst boven de geschiedenis uit. Hij is boven-historische waarheid, maar zijn openbaring en helemaal onze opvatting van die openbaring zijn altijd historisch. Deze inleiding leverde veel stof tot bespreking. Van christelijke zijde werd gevraagd of Gods openbaring op zichzelf niet boven de geschiedenis uitrijst, omdat het de openbaring is van de boven-historische God. Ook moslims hadden vragen: is het spreken van God in de Qor'an niet absoluut en voor alle tijden geldig. Een moslim herinnerde aan de islamitische geloofsbelijdenis: ,,Er is geen God dan God en Mohammad is Zijn profeet". De eer-

ste helft was volgens hem een transcendentale waarheid, de tweede helft een historisch gegeven. Op 16 november kwamen we dichter bij ons eigenlijke onderwerp. We worstelden met de problematiek van de moderne wetenschap en technologie: enerzijds een zegen, waardoor mensen van zware lasten bevrijd zijn, anderzijds een toenemende bedreiging. Eén van de deelnemers merkte op, dat in de derde wereld de grootste bedreiging niet zozeer gevormd wordt door de vervuiling die de moderne techniek met zich meebrengt maar door de onzorgvuldige manier waarop mensen met de bomen omgaan. Door ontbossing ontstaat erosie, droogte, woestijn. We bespraken de sociaal-politieke aspecten van wetenschap en techniek, het ontstaan van de moderne staat en de moderne opvoeding. Een moslim merkte op dat in de christelijke wereld de kerk als tegeninstantie kan optreden tegen de groeiende macht van de staat maar dat zo'n tegeninstantie in de islam ontbreekt. Lang hebben we gepraat over de vraag: wat bedoelen we eigenhjk als we spreken over ,,ontwikkeling". Ontwikkeling waarheen, naar welke toekomst van de mensheid? Iedereen is het er over eens dat er een minimum van welvaart is, absoluut nodig om leven van mensen te garanderen; is er ook een maximum van welvaart waar de rijke landen beneden moeten blijven om aan anderen de mogelijkheid te geven het minimum te bereiken?

Theologische kwesties Op donderdag 17 november verschoof de aandacht naar meer theologische kwesties. Een christen-natuurwetenschapper bracht naar voren dat het mogelijk is om moderne inzichten omtrent evolutie te combineren met de bijbelse boodschap van de schepping. Het viel op dat die hele vraag van schepping en evolutie, waarover christenen in Nederland zich de laatste tijd opnieuw druk zijn gaan maken, voor moslims nauwelijks een probleem vormt. Maar voor beiden, christen en moslim, is er de vraag naar de toekomst der mensheid. Christenen spraken over de mens als de medewerker en partner van God op weg naar de toekomt van God èn mens beiden. Moslims maakten bezwaar tegen de uitdrukking ,,partner van God" want volgens de islam is het nu juist de grootste zonde om aan God partners te geven: Hij is Eén en Enig. Aan dit laatste voorbeeld merkt men hoe moeiüjk het is om in de ontmoe-

ting met andersgelovigen een taal te spreken, die geen misverstand wekt. Je moet er voortdurend op bedacht zijn datje eigen terminologie bepaald is door eigen traditie en bij iemand van een andere traditie geheel verkeerde indrukken kan wekken. Je moet daarom proberen een taal te gebruiken die als het ware door meerdere tradities is heengegaan. Dat dat laatste niet onmogeüjk is, bleek op donderdagmiddag. Dr. Askari sprak op aangrijpende wijze over de betekenis van Jezus Christus voor hem als moslim. Een christen reageerde met een uiteenzetting over wat hij van Mohammad en de islam geleerd had. Op zo'n moment voelden we ons heel dicht bij elkaar.

Resultaten? De vraag naar de resultaten van conferenties als in Beiroet gehouden, brengt me altijd in enige verlegenheid. Vandaar het vraagteken achter het woord. In zekere zin betekenen dergelijke ontmoetingen het meest voor de deelnemers. Die hebben dan uiteraard de taak om hun ervaringen aan zoveel mogelijk anderen door te geven. Verder is er op de laatste dag van de conferentie, vrijdag 18 november, een memorandum dat zijn weg naar de drukpers vinden zal. Maar zulke memoranda dreigen altijd snel in de vergetelheid te raken. Laat ik samenvatten wat ikzelf als belang van deze conferentie zie. In de eerste plaats, zoals al boven gezegd, was het goed om juist in Beiroet bijeen te komen. Rondom de conferentie is er nieuw contact tussen christenen en moslims in Libanon gegroeid. Elk steentje dat kan bijdragen tot zulk contact is welkom, ook al zal het uiteindelijke lot van Libanon waarschijnlijk buiten dat land worden beslist. In de tweede plaats, het besef moet gaan groeien dat moslims en christenen elkaar dringend nodig hebben als het gaat om de toekomst van de mensheid. Dialoog in dienst van een rechtvaardiger, menselijker samenleving moet op allerlei manier worden bevorderd. Maar in de derde plaats leerde de conferentie te Beiroet me dat er tussen christenen en moslims meer aan de hand is dan alleen de vraag van samenwerking met oog op de toekomst. Wij hebben elkaar veel te zeggen. Juist daarom is het een verheugend feit dat de discussie van Beiroet aan de Vrije Universiteit kan worden voortgezet dank zij de aanwezigheid van Dr. Askari als gast-hoogleraar in ons midden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 57

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's