VU Magazine 1979 - pagina 288

nadat aan de terreinbeheerder is gevraagd of hij een hellinkje wil afsluiten dat ernstig is beschadigd. Dit onderzoek is geïnitieerd door prof. dr. L. Vlijm, die synoecologie doceert. Kortom, er vindt op Schiermonnikoog een scala van onderzoeken plaats."

Chaos Dergelijke eisen worden vervuld door bepaalde vegetatiestructuren." Ab Kessler, die het spinnenonderzoek leidt, bekijkt bijvoorbeeld graspollen, grote bundels, om te zien hoe de spinnen daarin verdeeld zitten. Somnnige blijken aan de buitenkant te zitten, maar er zijn ook soorten die zich vooral binnenin ophouden. Dat kan te maken heben met het feit dat ze elkaar opeten of dat prooidieren óók net aan de binnenkant zitten - of aan de rand. Of dat de beestjes die aan de rand gaan zitten dat doen ter beschutting, terwijl ze om aan voedsel te komen juist in de kale vlakte moeten gaan fourageren. Steeds heb je dan te maken met met relaties tussen het vegetatiedek en dieren die daar op een bepaalde manier gebruik van maken en zich daardoor kunnen handhaven." - Wat doet de synoecoloog problematiek op Schier?

Onze student - hij was al eerder aan het woord wil graag nog iets zeggen over de overstromingen die zo bepalend zijn voor het onderzoek: „Iemand heeft dat eens heel mooi omschreven. De dynamiek van de strandvlakte wordt eigenlijk veroorzaakt door die overstromingen: de strandvlakte loopt onder bij hoge waterstanden in de winter en dat gebeurt dan bij noordwesterstorm of bij springvloed. Welbeschouwd wordt dus het hele onderzoek bepaald door dat ene moment van chaos. Het water stroomt dan de strandvlakte binnen, zet die geheel onder water, soms tot een hoogte van anderhalve meter. Dat water blijft de hele winter staan en heel langzaam loopt 't daarna weg. Dat is eigenlijk de belangrijkste dynamische faktor die het onderzoek op de strandvlakte de afgelopen twintig jaar heeft bepaald. Een heel mooi beeld!"

met de rekreatie-

„Die problematiek wordt bekeken door het Instituut voor Milieuvraagstukken van de VU. Ze hebben tellingen van rekreanten vanaf duintopjes verricht, vervolgens die duinhellingen in kaart gebracht en daarin aangegeven hoe sluippaden zich hebben ontwikkeld. Als je dat aan het begin van het seizoen een keer doet en aan het eind nog een keer, dan kun je een redelijke indruk krijgen van de ontstane beschadiging in de loop van het seizoen. Je kunt dan een „dosis-effekt"-berekening maken: zoveel rekreanten, die zich zo en zo gedragen, geven dat en dat effekt op de begroeide omgeving. En daarna kun je ook weer het herstel gaan meten

Sterk verhaal

ÉÜ

Ab Kessler: Het VU-gebouwtje, „Het Groene Glop" geheten, is neergezet door een plaatselijke aannemer. Er was eerst ook een open haard in met vaste stenen. Maar die moesten speciaal gemetseld worden met vuurvaste specie. Nou, daar had die aannemer misschien niet aan gedacht, of... ik weet niet precies hoe het kwam. In ieder geval, dat hele zaakje ging na een poosje, als het even brandde... dan brokkelde het af en stortte het in elkaar Dat begon ons toen te vervelen; wij de aannemer er bij gehaald en professor Vlijm.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen