GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 406

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 406

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

I/ZJ magadne 8 Geest ontvangen heeft niet gedoopt worden?) De eerste belangrijke stap die Petrus Petrus (petra) is gebouwd - blijkbaar moet zetten, is gastvrijheid te verlenen aan heidenen en zich door hen als gast te laten opnemen. Het is opvallend dat niet Petrus boden, zendelingen, uitzendt naar de heidenen. Het is de heiden Cornelius die boden naar Petrus stuurt. Dat wil eigenlijk zeggen, God zelf is voorgegaan. Hij gaat vooraf aan elke zending. God heeft hem duidelijk gemaakt dat hij geen enkel mens voor onheilig mag houden. Door zelf heidenen als gast te ontvangen en zelf door hen als gast ontvangen te worden, komt Petrus tot het besef dat er bij God geen aanzien des persoons, geen partijdigheid is. Je kunt je dan ook afvragen of die titel waar onder deze eerste bekering van een heiden wordt besproken wel juist is. Wie bekeert zich of moet zich bekeren? Cornelius niet want die blijkt al bekeerd te zijn onafhankelijk van mensen. Daar heeft God zelf voor gezorgd. Maar Petrus moet zich bekeren - om tot het besef te komen dat God geen partijdigheid kent, dat Hij Heer van allen is en die bekering is blijkens de driemaal herhaalde oproep .,een heidens karwei". Gastvriendschap als sleutel tot het verstaan van de verhouding tot mensen van een ander geloof. Die idee van gastvrijheid, gastvriendschap kan nu ons inziens als sleutel dienen voor een beter verstaan van de verhouding van de christen tot de mens van ander geloof en cultuur. Zowel de ontmoeting van Petrus en Cornelius als ook de ervaringen van latere ontmoetingen van mensen van verschillend geloof, laten zien dat bekering anders verloopt dan vaak gesuggereerd wordt door diegenen die meestal geen anders-gelovige ooit werkelijk ontmoet hebben. De praktijk leert dat de echte ontmoeting met mensen van ander geloof verrassender verloopt en dat in die ontmoeting met de ander, de ontmoeting met de Ander (met hoofdletter) kan doorbreken. Van die dialectiek, van die verrassende wisselwerking willen wij enkele voorbeelden geven en wel vooral van de ontmoeting met joden en moslims al zouden uiteraard meerdere voorbeelden van ontmoetingen met mensen van andere godsdiensten gegeven kunnen en ook moeten worden.

De ontmoeting met de joden Als het gaat om de vraag naar de ver-

Het herbergen van de vreemdelingen

houding van de christen tot mensen van ander geloof, ligt het voor de hand dat de ontmoeting met de joden in de eerste plaats aandacht krijgt. Die aandacht is zeer essentieel en is lang over tijd als men bedenkt hoe de kerk in sterke mate al vóór Constantijn was gaan denken dat het jodendom theologisch een afgedane zaak was. Dit laatste is mede een verklaring voor het bloedige spoor dat de jodenvervolging door de christelijke geschiedenis heeft getrokken. Nu wordt er in onze tijd nogal eens de uitspraak aangehaald ,,Jezus was een jood en zijn apostelen waren joden en daarom kunnen jullie (christenen) nooit om ons (joden) heen, zoals wij (jood) het wel om jullie (dat wil zeggen christenen) heen kunnen"? Daar staat of valt alles mee. Vaak wordt van christelijke zijde met deze visie ingestemd. Met andere woorden, er wordt gesuggereerd dat het christendom dat uit en na het jodendom ontstaan is voor eigen zelfverstaan en identiteit wèl het jodendom nodig heeft, maar omgekeerd de jood voor eigen zelfverstaan niet de christen of het christendom behoeft. Een soortgelijke gedachtegang doet opgeld als men beweert dat de islam die uit en na jodendom en christendom is ontstaan voor eigen zelfverstaan en identiteit wel de relatie tot jodendom en christendom moeten kennen, maar dat de joden en de christenen daartoe de

moslims en de islam niet nodig hebben. Dit standpunt lijkt ons zowel op principiële als historische gronden onhoudbaar. Deze instemming van christelijke zijde dat joden de christenen niet nodig hebben, is begrijpelijk vanwege de frustratie en schuldgevoelens die christenen terecht hebben over wat er in de geschiedenis de joden is aangedaan, voornamelijk door hen die zich christenen noemden. Als bedoeld wordt dat het van christelijke zijde in de eerste plaats om luisteren, om ,,lernen" moet gaan, dan is dat volledig terecht. Maar zowel tussen joden en christenen, als tussen joden, christenen en moslims kan van een wisselwerking, interactie, ja zelfs een ,,drie hoeks verhouding" gesproken worden. De geschiedenis door heeft deze interactie plaatsgevonden, ook al aarzelt men om hoe begrijpelijke redenen ook, dit tegenwoordig te benadrukken. De russisch-orthodoxe geestelijke Lev Gilet heeft een uitvoerige beschrijving gegeven van dit historische interactie tussen joden en christenen. Tevens houdt zijn boek een pleidooi in voor Communion in the Messiah, de ,,gemeenschap" van joden en christenen in de messias. Volgens Lev Gilet moet er sprake zijn van een missie van de christelijke»kerk aan Israël; maar ook van een missie van Israël aan de christelijke kerk. Bij dat laatste denkt hij b.v. aan de bijdrage die de rabbijnse exegese heeft gegeven aan de uitleg van het oude testament. ,,Maar," zo vraagt hij, ,,zal de oude joodse uitleg van het oude testament ons blind maken voor het mysterie van Christus in de heilige teksten van Israël?" Die vraag beantwoordt hij zelf met geen exegese van het oude testament is meer messiaans georiënteerd dan die van de eerste rabbijnen." De visie van Lev Gilet verdient uiteraard diepgaander weergegeven en besproken te worden dan in dit verband kan geschieden. Wat wij hier vooral willen stellen is dat mensen mensen nodig hebben. ,,Mensen zullen elkaar het gezicht moeten toewenden om samen mens te worden," zei RosestockHuessy. Daarom kan uiteindelijk ons inziens de christen niet zeggen dat hij de jood niet nodig heeft en de jood niet zeggen de christen niet nodig te hebben of de jood en christen de moslims of welk ander mens dan ook; dat is ook in de geschiedenis gebleken. Cririum zal daarbij zijn zowel ten aanzien van de christelijke beweging als de islamitische of welke andere beweging -

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 406

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's