GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 368

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 368

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het betrof hier geen opruiend geschrift van een linkse vakbond, maar een wetenschappelijk onderzoek van de Vakgroep Arbeids- en Organisatiepsychologie, zo bleek uit het begeleidend schrijven. Bezworen w e r d dat het onderzoek geheel anoniem was. Nooit zou iemand ooit kunnen nagaan wie welke lijst ingevuld had. Dat dit echt zo was, bleek de aangeschrevenen enkele weken later toen zij allen een herhaald verzoek in de bus vonden o m de vragenlijst terug te sturen, indien zij dit althans niet reeds hadden gedaan. Door de gegarandeerde anonimiteit was het volstrekt onmogelijk voor de psychologen o m na te gaan wie de vragenlijst nu wel en niet teruggestuurd had. Marianne Frantsen, die inmiddels doctorandus in de psychologie is geworden met dit onderzoek, laat tevreden geluiden horen in haar doctoraalscriptie over het aantal VU-personeelsleden dat er ongeveer drie kwartier voor is gaan zitten o m de lang niet altijd gemakkelijke en deels tot gewetensvol zelfonderzoek nopende vragen te beantw o o r d e n . Wat gaat er in je o m wanneer je, in bed liggend, overpeinst dat je zojuist schriftelijk hebt ontkend w e r k t e doen, waarmee je iets betekent in de maatschappij? Ondanks de talrijke vragen, die een mens vaak liever ontloopt, kwamen van de 300 vragenlijsten 186 ingevuld retour bij de onderzoekers. Voor een post-enquete is het antwoordpercentage van 57.14% vrij hoog.

Hoogleraren De bereidheid o m de wetenschap metterdaad te dienen, bleek het zwakst bij de hoogleraren: Vier weken na de verzending van de enquête lagen nog slechts vier ingevulde professoren-formulieren op het bureau van Marianne Frantsen. Zij betreurde dit. „De groep hoogleraren was in dit onderzoelf belangrijk, daar zij door hun afwijkende inkomenspositie belangrijke informatie konden verschaffen, vooral als hun meningen vergeleken konden worden met meningen van mensen met wie ze sterk in inkomen verschilden." Maar Marianne berustte daarin niet. Andermaal w e r d met behulp van de studiegids aselekt een extra hoogleraren-steekproef getrokken van 20 personen. Van deze 20 verzonden lijsten werden er drie ongezien geretourneerd. Negen lieten niks van zich horen; acht vulden de vragenlijsten i n : een respons van 47,06%.

Studium Generale In dit n u m m e r v a n V U - m a g a z i n e w o r d t uitgebreid aandacht geschonken aan de resultaten van dit

interessante onderzoek, niet alleen omdat de daarin behandelde problematiek vrijwel overal speelt, maar ook omdat aan het eind van deze maand een Studium Generale aan de VU start over inkomensverhoudingen aan de Universiteit. Het onderwerp is toegespitst op de V U , maar wat overhoop gehaald wordt, ligt niet anders bij andere universiteiten en de kernvraag „wat is een rechtvaardige inkomensverdeling" speelt in de hele maatschappij. Het voor iedereen toegankelijke Studium Generale behelst vier bijeenkomsten, aan het eind van de werkdag, van half vijf tot zes uur in de VU-aula (hoofdgebouw De Boelelaan, Amsterdam) met ruimschoots gelegenheid voor discussie. De eerste lezing wordt gehouden op dinsdag 23 oktober door de Groningse ethicus prof. dr. P. J. Roscam Abbing, die in het begin van de jaren zeventig een onieesbaar-dik boek schreef over dit onderwerp (Ethiek van de Inkomensverdeling, 1973) en een zeer leesbaar kleiner werkje, waar 'n gewoon mens mee uit de voeten kan (Kleine ethiek van de inkomensverdeling, 1974). Dat de aftrap van de VU-discussie over de (eigen) inkomensverhoudingen door een ethicus w o r d t verricht, l i g t v o o r d e h a n d . Al waren het tot dusver vooral economen, die zich daarmee bezig hielden, in de kern gaat het o m een ethische vraag. Het antwoord, zo blijkt ook uit het onderzoek van Marianne Frantsen, is sterk afhankelijk van de normen en waarden, die men er op nahoudt en het mensbeeld dat men koestert, (veel meer dan de vraag of men er bij veranderingen „ b e t e r " of ,,slechter" van wordt).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 368

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's