GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1980 - pagina 302

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1980 - pagina 302

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

«^^«

Mü magazine 36 De Sociale Kwestie Het is Kuypers eer, dat hij al in 1879 inzag, dat de sociale kwestie niet kan worden opgelost met morele oproepen. In een tijd dus, dat men zich daartoe in de regel wel beperkte. Maar stel je voor dat een ondernemer gehoor geeft aan die morele oproep, zich bekeert en zijn arbeiders beter behandelt en beter betaalt. Het enige wat er dan gebeurt, is dat hij failliet gaat en daar heeft niemand wat aan. Kuyper zag, dat alleen een aanpak via de wetgeving effectief is. De wetgeving geldt voor iedereen. Daarvan profiteren dan alle arbeiders - en niet alleen die van de bekeerde ondernemer - en de onderlinge concurrentieverhoudingen tussen de ondernemers blijft gelijk. Om greep te krijgen op de wetgeving moeten de arbeiders zich gaan organiseren en macht gaan ontwikkelen via de stembus. Kennelijk schrikt Kuyper van zijn eigen voorstel, want hij ontkracht het onmiddellijk. Door hun grote aantal kunnen de arbeiders de meerderheid krijgen en de hele wetgeving hun belangen laten dienen. Daarom bedenkt hij een kiesstelsel, dat die overheersing kan voorkomen. Kuyper wil onderscheiden tussen politieke staten en corporatieve staten. In de corporatieve staten moeten belangenkwesties aan de orde komen, dus ook de sociale kwestie. In die corporatieve staten kan het getal nooit overheersen, want die worden gekozen via een getrapt stelsel van vertegenwoordiging. Daar geldt dus niet ,,een man, één stem". Dat geldt overigens ook niet voor de politieke staten, daar zou een ,,cumulatief stemrecht" moeten gelden. ,,Voor zoover men dus, behalve ,familiehoofd' ook nog drager van een dezer ,meetbare qualiteiten' was, zou men dan nog het recht op een, twee, drie of vier stemmen kunnen krijgen; waardoor tevens het gevaar zou ontweken zijn, dat de talrijkste klasse de meer ontwikkelde klasse der maatschappijzou overstemmen; een kwaad dat ook door ons niet wordt begeerd. In de politieke staten komen geen belangenkwesties, maar de beginselkwesties aan de orde. Kuyper geeft als voorbeeld de schoolkwestie. Politieke partijen kouden zich daarom ook alleen met beginselkwesties bezig en moeten dus ook rond het beginsel georganiseerd worden. Van belangenkwesties moeten politieke partijen zich verre houden. Het socialisme is voor Kuyper dan ook geen serieuze politieke partij. Het is alleen maar een

slissing dwingend kan voorschrijven en eventueel afdwingen. Zo'n instantie is alleen de overheid, die moet dal doen. En daarom ook zijn politieke partijen er bij betrokken. Overigens wordt het gezicht van politieke partijen er daardoor niet duidelijker op. In politieke kwesties kan men nog wel eens de volle buit binnen halen, denk aan het kiesrecht en de schoolstrijd. Maatschappelijke kwesties eindigen echter meestal in een compromis. Niemand kan alles hebben. Dat kan op z'n hoogst een oppositiepartij suggereren. In de praktijk gaat dat niet en daarom kunnen kiezers zich al gauw teleurgesteld voelen en zich afwenden van de partij of zelfs van heel de politiek (het legitimiteitsprobleem). Maar in ieder geval, Kuyper had gelijk: politieke partijen moeten niet puur belangen:EYeillTiiimiRi PMTII partijen zijn, ze moeten zich ook ververantwoordelijk voelen, weten voor geheel. belangengroep die alleen maar voor Wat we ook van Kuyper kunnen leren zichzelf bezig is en niet heel het volk is. dat een politieke partij duidelijkheid moet verschaffen over haar op het oog heeft. Kuyper geeft overigens grif toe, dat staatsopvatting, zodat we bij politieke ook de A.R.P. niet altijd de belangen beslissingen weten binnen welk kader buiten de deur heeft kunnen houden. we die moeten duiden. Van minstens De schoolkwestie werd al gauw ver- één partij in Nederland zou ik dat troebeld door de roep om subsidie, en graag willen weten. Zoals er ook miner is ook altijd wel wat gedrang rond stens één partij is waarvan ik graag zou benoemingen, maar centraal is toch weten binnen welk kader ik haar maataltijd geweest het principe. De sociale schappelijke beslissingen moet plaatkwestie behoort dus als belangen- sen. Kuyper gaf vooral veel aandacht kwestie niet tot de taak van een poli- aan de staatstheorie. Dat was toen erg tieke partij. Voor belangenkwesties belangrijk. Tegenwoordig zou iedere zijn zelfs geen aparte christelijke or- partij behalve haar staatstheorie ook ganisaties nodig. Boerenbelangen b.v. haar maatschappijvisie moeten expliverenigen roomse, protestantse en citeren. godloocbenende boeren. Hoe zit het in dat verband met een In 1908 brengt Kuyper in dit standpunt christelijke partij, kan die beschikken een eerste correctie aan. Hij consta- over een eigen christelijke staats- en teert, dat aan ,,sociale organisatie on- maatschappijopvatting voortvloeiend der eigen banier" niet meer valt te uit hetgeloof of uit de bijbel? Bij Kuyontkomen, vanwege de ontwikkelin- per hebben we gezien dat hij zo eerlijk gen binnen de algemene organisaties. is zijn stciatstheorie niet christelijk te Maar de beslissende stap doet Kuyper noemen maar calvinistisch. Het is de in 1918 als hij van de sociale kwestie samenvatting van wat in de calvinistieen politieke zaak wil maken. De poli- sche traditie waardevol was gebleken. tiek heeft daarmee een taak erbij ge-" Een calvinist kan daar niet meer achkregen en de souvereiniteit van de ter terug, maar ook een ander kan er de kring van de arbeid is daarmee opge- waarde van inzien, en die kan er dan geven. waarschijnlijk ook niet meer achter teKuyper haalt dus de sociale kwestie de rug. Niets exclusiefs aan dus. politiek binnen en dat is een juiste be- Zo is er dus geen exclusief christelijk shssing. Het gaat in sociale kwesties program, er is geen exclusief christeom belangenstrijd en belangen zijn lijke staats- en maatschappijopvatting, meestal groepsbelangen. Daarom is er wat blijft er dan eigenlijk over als beeen instantie nodig, die knopen door- staansreden voor een christelijke pohakt als de partners er niet uitkomen, litieke partij? Het enige exclusieve en die alle belangen bedenkt, ook die daaraan is, dat het de publieke gestalte van de niet direct betrokkenen. Dat is van de relatie tussen geloof en polimoet een instantie zijn die de eindbe- tiek, een geïnstitutionaliseerd protest ss^sa5?''e3^.;S55;?t3^es^^^^5^;^!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's

VU Magazine 1980 - pagina 302

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's