GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1980 - pagina 408

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1980 - pagina 408

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

)ttl MAGAZINE 22

jas

W

zijn zijn

idee geweest kunnen zijn was geweest.

Islam aan y\ isii

als hij Islamiet

VU

Velen hebben zich in de loop der tijden aan de Vrije Universiteit beziggehouden met nietchristelijke godsdiensten, met name de Islam, al was dit geen onderwerp dat brede belangstelling had in de gereformeerde wereld. Moslims kwamen voor in geschiedenisboeken en zendingsverhalen, niet in het leven van alledag. Wat Bavinck. Van Gelderen, D. Bakker, F. L. Bakker,-om slechts enkele namen te noemen — publiceerden, raakte wie afreisde naar het Oosten, niet de achterblijvenden in Nederlandse steden en dorpen, die nooit een Moslim zouden ontmoeten. De A.R. Partij was wèl gedwongen een houding ten opzichte van de Islam te bepalen, in het kader van Nederlands koloniale politiek. De opzienbarende val van Keuchenius als minister van Koloniën op 31 januari 1890 is een belangrijk hoofdstuk in de geschiedenis van de altijd voortdurende twist tussen de Hollandse koopman en de Hollandse dominee. In de Eerste Kamer werd over Keuchenius geoordeeld: „die daden waarmede hij ingrijpt in godsdienstige toestanden en die bij voorkeur schijnen te bedoelen om van zijn persoonlijl(e overtuiging op godsdienstig gebied getuigenis af te leggen, voegen niet den staatman . . . " Kuyper dacht er anders over en organiseerde een „huldeblijk". De gevallen bewindsman kreeg een kast met boeken en een beeld van Groen (tot 30 november te bezichtigen op de VU-expositie in het Amsterdams Historisch Museum in de Kalverstraat, opeen steenworp afstand van een tot moskee ingericht kerkje). Naderhand oordeelde de A.R.-partij terughoudender over de door Nederlands gouverneur-generaal In Batavia te voeren politiek jegens de Islam. „Zending is geen regeeringszaak", oordeelde Colijn resoluut in Saevis (1934) in een verhaal waarin zwierig werd bemanteld, dat de koopman de dominee in de hoek had gedrongen. Eiste Kuyper in 1878 van de gouverneur-generaal dat hij „tegenover de paganistische en Mohammedaanse afgoderijen" (...) „zelfs den waan der neutraliteit" op te geven had, Colijn meende in 1934 dat de Regering slechts op één wijze haar onpartijdigheid tegenover zending vanuit het Nederlands volk kon bewaren, „n.l. door het verleenen van volle vrijheid aan de Evangelieverkondiging". Geen tegenwerking dus. Maar Kuyper bedoelde duidelijk steun, een actief kersteningbeleid, met het risico desnoods van onlusten, want voor dat geval diende het Gouvernement op zich te nemen „eventuele woeling, die het gevolg mocht zijn van louter geestelijke overtuigingspogingen, in bedwang te houden met zijn politieke macht". (Ons Program 1878). Maar de Nederlandse overheid bleek weinig geneigd de militaire onkosten in de archipel op te voeren. Met een verbazingwekkend klein politielegertje (van honderd jaar geleden slechts 32.000

i^

man) bleef men de baas in het enorme eilandenrijk; aan door zendelingen veroorzaakte woelingen was geen behoefte. De zending werd eerder aan banden gelegd dan gestimuleerd.

Veranderde visie Speelden zeker bij de vroege Kuyper nog duidelijke „Corpus Christianum" - ideeën een rol, naderhand wijzigt zich de visie bij gereformeerden op de rol die de Staat had te spelen bij de verbreiding van het Christendom. In 1905 besluit de Gereformeerde synode de zinsnede uit de Ned. Geloofsbelijdenis (van Dordt) te schrappen waarin het weren en uitroeien van „alle afgoderij, en valschen godsdienst" overheidstaak werd geacht. Het viel in de periode waarin het oorspronkelijke idee van Kuyper om Nederland weer te kerstenen, door er een orthodox-protestantse natie van te maken, geleidelijkaan achter de kim was verdwenen. Zijn aanhang bleek tevreden met gelijkberechtiging, emancipatie dus te verwerven o.a. door meer democratie. Daarbij pasten niet de denkbeelden van de Dordtse vaderen. De huidige generatie VU-theologen kijkt anders tegen de Islam aan dan Kuyper. Prof. dr. D. C. Mulder schetst in het pas verschenen boek „//? rapport met de tijd" (Kok, Kampen), een eeuwfeestpublikatie van de VU, hoe Kuyper de andere godsdiensten zag (o.a. de Islam) en in welke termen er thans over wordt gedacht. Prof. Mulder: „In Kuyper's opvattingen kan worden gewaardeerd dat bij het eigen karakter van de islam nadrukkelijk onderkende en deze niet op een lijn stelde met „heidense" godsdiensten. We moeten echter aanzienlijke verder gaan dan Kuyper ten aanzien van de Islam. Hij zag in deze godsdienst toch vooral het resultaat van Gods gemene gratie, die in de Levant het minst zou zijn ingekrompen en erkende de lijn waarmee de moslims aan Abraham verbonden zijn. Wij zouden in een theologische visie op de Islam erop moeten letten dat God met Mohammed en Moslims bezig is geweest en ook omgekeerd Mohammed en moslims met God. Een belangrijk gegeven is dat Mohammed niet andersgewild heeft dan de God van Israel en van Jezus Christus te vereren. Een sprekend voorbeeld hiervan vinden we in de Qor'antekst: „En zegt (tegen de lieden van de schrift, de joden en christenen): wij geloven in Hem die zich aan ons heeft geopenbaard en zich aan u heeft geopenbaard; en onze god en uw god zijn één". Niet minder belangrijk is dat moslims belijden dat deze God één en énig is, almachtig, barmhartig en rechtvaardig. Zouden we een ogenblik blijven denken in de categorieën van particuliere genade en gemene gratie, dan zou gemene gratie niet voldoende zijn om het optreden van Mohammed en het geloof van de moslims te verklaren. Andere theologische categorieën zouden daarvoor nodig zijn. (...) Eerder zullen we moeten werken met de ge-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's

VU Magazine 1980 - pagina 408

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's