GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1980 - pagina 173

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1980 - pagina 173

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

IZI magame 39 konklusie te handhaven. Afgaande op z'n literatuurlijst, blijkt Manenschijn slechts enkele puhlikaties van de werkgroep Nieuwe Levensstijl te hebben gelezen. In een voetnoot verwijst hij naar de Injekties. Publikaties als ,,Hoe kan het ook anders?!'' (1977) en, Jnspelen op morgen'' (1978) komen in het geheel niet voor. In zowel de Injekties als in de andere publikaties had Manenschijn kunnen vinden welke wegen volgens de werkgroep gegaan kunnen worden. Dat is wat anders dan het aanbieden van een personalistische ethiek, van morele prescriptieven. De werkgroep Nieuwe Levensstijl heeft vanaf het begin voor ogen gehad met mensen, die zich door de ontwikkelde gedachten aangesproken voelden, een ethos te ontwikkelen. In onze aktiviteiten hebben we in grote lijnen een werkformule van de Werelraad van Kerken gevolgd. Deze werkformule behelst het zoeken naar een verantwoordelijke samenleving via a. een analyse van de sociale werkelijkheid b. een analyse van de werkelijkheid var, het verbond van God tnet mens en aarde c. oriëntatie binnen de verwachting van het Koninkrijk van God

d. het formuleren en zetten van eerste stappen op weg naar een verantwoordelijker samenleving. De werkgroep wilde hiermee bezig zijn vanuit o.a. een wisselwerking met de ca 7000 mensen die, blijkens een peiling in 1976, zich in groepsverband hierin verdiepten. Samen wilden en willen (!) we zoeken naar veranderingen. De veranderingen die we in dat proces willen nastreven worden door Manenschijn onjuist gekarakteriseerd als ,.personalistisch". Persoonlijke gedragsveranderingen achten wij noodzakelijke signalen om pleidooien voor sociaal-politieke veranderingen te ondersteunen. Het spanningsveld dat hierin ligt benaderen wij zeker niet prescriptief. Nauwkeuriger bestudering van door ons gepubliceerd materiaal maakt dat duidelijk. In zijn kritiek op de aktie Nieuwe Levensstijl lijkt Manenschijn te kiezen voor een onderscheid tussen gezindheidsethiek en doelethiek. Het instrumentele karakter, dat het eigenbelang moet hebben, wijst daar op. De werkgroep heeft zich daarop niet gebaseerd. Wij hebben geprobeerd doel en middelen niet met elkaar in tegenspraak te laten zijn. Een fundamentele kritiek op Manenschijn's nadruk op het eigenbelang als

motief voor het menselijk handelen lijkt nodig en mogelijk. Zo'n kritiek kan in het bestek van deze reaktie niet geboden worden. Aangezien het instrumentele/.«rakter van het eigenbelang nauwelijks erkenning vindt, lijkt de kernvraag of bij Manenschijn het eigenbelang tot norm verheven wordt. Als dat inderdaad het geval is, kan men zich af\'ragen wat het christelijk gehalte van z'n ethiek is. De werkgroep konstateert dat het eigenbelang zoals dat in onze samenleving wordt nagestreefd, steeds minder aangrijpingspunten heeft met het algemeen belang. Of, om in de termen van de dissertatie te blijven: het welbegrepen eigenbelang ondervindt steeds minder begrip. Omdat de werkgroep probeert op te komen voor het kollektief belang van huidige en toekomstige generaties, in Nederland zowel als daarbuiten, daarom kiest de werkgroep Nieuwe Levensstijl voor de werkmethode zoals is aangegeven. On-, getwijfeld zij/t er effektievere béinvloedingsmethoden: maar effektiviteit legt het af als motiverende faktor tegen overtuiging. „Nieuw is anders" luidde de titel van het eerste blad van de werkgroep Nieuwe Levensstijl. En zo is het.

Repliek van Dr. G. Manenschijn

dabele bedrijfstakken wil afstoten. Toch is er een duidelijk verschil tussen beide ,,eigenbelangen". In meer algemene zin heb ik dit verschil in verband gebracht met de maatschappelijke bepaaldheid van het eigenbelang. Het gaat mij om de strijd voor het juiste eigenbelang. Zie p. 317-320, 332-336, 299 (motto). Mijn veroordeling van het egoïsme in de economie is expliciet te vinden op p. 164-188. 2. De werkgroep verwijt mij geen bewijsmateriaal te hebben geleverd. De noten en de literatuurlijst geven iedere lezer daarover voldoende uitsluitsel. Heeft men mijn boek wel gelezen met de vereiste zorgvuldigheid? Het verwijt dat ik eigenbelang tot norm verhef wordt bijvoorbeeld weerlegd door de ondubbelzinnige conclusies op p. 82-83 en 299-314, waar staat dat eigenbelang om conceptuele redenen reeds nooit een norm kan zijn, hoogstens een prudentiële handelingsmotivatie. 3. De werkgroep gaat voorbij aan het door Ester geleverde bewijsmateriaal. De opmerking dat 70% van de Nederlandse bevolking positief staat tegenover de doelstellingen van ,,Nieuwe Levensstijl" is zelfs misleidend. Ester laat uitkomen dat verbale instemming nog geen participatie betekent, laat staan gedragsverandering. Slechts 3% is bereid onmiddellijk te participeren en niet meer dan 31% wil misschien wel meedoen. Esters conclusie is dan ook dat verbale affectie nog niet zegt

over daadwerkelijk meedoen. Precies dat punt heb ik naar voren gehaald. 4. De werkgroep brengt de christelijkheid van mijn ethiek in het geding. Nu heb ik er geen enkele behoefte aan zelfvoldaan te zijn over mijn pogingen de nieuwe levensstijl te praktiseren, maar de werkgroep kan weten dat ik haar idealen deel en probeer in praktijk te brengen. Ik ben echt teleurgesteld over deze stijlloze ad hominemaanval van mensen die een nieuwe levensstijl bepleiten. Er is meer te noemen, maar dit is voldoende om verkeerde interpretaties weg te nemen. Rest mij nog op te merken dat ik heel goed de gevoelens van de werkgroep begrijp, als ik zie hoe weerbarstig de werkelijkheid is, die zij wil veranderen. In mijn proefschrift heb ik vooral die weerbarstigheid geanalyseerd en schijnbaar terloops gewezen op de grote gevaren, die daaruit voortvloeien (p.297 slotzin). Nogmaals, die terloopsheid komt door het beschrijvend karakter van mijn studie. Maar mijn kritiek wordt erniet minder door. Ik heb niet een tere spruit van nieuw leven willen stuktrappen, ik heb willen wijzen op de onvruchtbare grond, de rotsachtige bodem en de woekerende doornstruiken die deze spruit bedreigen. Wil het plantje van de nieuwe levensstijl een boom worden dan is veel geloof, hoop en volharding vereist. G. Manenschijn

Met dank aan de redactie voor de mij ter beschikking gestelde ruimte om kort te reageren op bovenstaande kritiek op een gedeelte uit mijn proefschrift „Moraal en Eigenbelang bij Thomas Hobbes en Adam Smith", wil ik graag enkele misverstanden uit de weg ruimen die thans dreigen te ontstaan. Het belangrijkste misverstand is wel dat mijn proefschrift in een verkeerd daglicht komt te staan en dat ik dreig in een positie te worden geplaatst waarin ik sociaal-ethisch niet wil staan. Ik noem de volgende punten: 1. Mijn studie is een beschrijvende studie. Ik heb laten zien hoe diep bepaalde inzichten over eigenbelang in onze westerse samenleving wortel hebben geschoten. De werkgroep vat deze beschrijving op als instemming. Dat is onjuist. Ik waardeer het vigerende eigenbelang, dat gerelateerd is aan een verondersteld algemeen belang, namelijk economische groei en vergroting van de particuliere consumptie, negatief. Mijn punt is echter dat niet in algemene zin veroordelend over eigenbelang kan worden gesproken. De arbeiders van Oost-Groningen, die vechten voor behoud van werkgelegenheid in hun regio, handelen evenzeer uit eigenbelang als het machtige Philips-concern, dat onren-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's

VU Magazine 1980 - pagina 173

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's