VU Magazine 1981 - pagina 127

zeggen. De dogmatiek heeft allerlei grote woorden gebruikt, maar ik zeg het liever in gewone woorden." Hij denkt bij,,grote woorden" bij voorbeeld aan termen als ,,Zoon van God", een moeilijk begrip dat hij liever omschrijft als de uitdrukking van wat mensen in Jezus ervaren hebben. ,,Jezus geeft zichzelf geen namen in de evangeliën, de mensen geven namen en zeggen dan ,,Zoon van God". Dat is op zich nog geen unieke naam. Mensen die in opdracht van God leven en werken, worden in het Oude Testament ook met deze naam aangeduid." Judaïstiek zal een fakultatief vak gaan worden. Doktoraalstudenten kunnen er echter een hoofdvak van maken. Ook promoveren is mogelijk. Voor Den Heyer hang er veel van af, wat er onder de studenten leeft. Zijn er genoeg belangstellenden, dan zit de mogelijkheid van een aantal gespreksgroepen erin, zo rond april. Daar kunnen suggesties naar voren komen die bij de ,,echte" start in september verwerkelijkt worden. De tijd tot het zomerreces beschouwt Den Heyer als een tijd van verkenning, „ d e weg leren vinden In een vreemd huis ". De vestiging van deze leerstoel is tot stand gekomen op initiatief van de ,,Stichting tot bevordering van het wetenschappelijk onderwijs in Judaïstiek". De Vereniging van de VU kwam met haar overeen dat deze stichting zorg draagt voor de leerstoel en de te benoemen bijzonder hoogleraar. Om wat voor stichting gaat het hier? We vinden er enkele leden van het Deputaatschap

,,lkzeghetlieverin gewone woorden"

Honderd jaar corpsen, honderd jaar protesten In juni 1885 komt op een vergadering van het studentencorps de „novitiaatstijd" ter sprake. Student Honig voelt nattigheid. Had hij niet toen hij aan de VU wilde gaan studeren z'n licht opgestoken bij prof. Fabius met de vraag of men daar een groentijd kende? „Neen", had prof. Fabius geruststellend geantwoord, ,,dat heidens element kende men hier in de studentenwereld niet". En nu vroeg hij ter vergadering wat argeloos naar de betekenis van ,,novitiaatstijd":,,Hebben we het nu overeen groentijd? Zijn jaargenoot T. de Vries had z'n novitiaatstijd onderbroken ,,omdat sommige corpsleden van hem vroegen wat hij meende niette kunnen doen". Honig dringt aan op een fundamentele diskussie. Past een groentijd wel bij een strikt gereformeerd studentencorps? Echt antwoord krijgt hij niet, behalve een vaag: ,,Het maakt verschil of je kennis maakt met professoren of met boeren!"

Bij lezing van het onlangs verschenen boek „Honderd jaar studentenleven aan de VU" geschreven door een zevental (hoe kan het anders?) studenten, valt het je op hoezeer de geschiedenis van het studentenleven de geschiedenis van het corps is geweest, maar evengoed van protesten tegen uitersten diskutabele uitwassen daarvan, en dan vooral tegen de ontgroening. In 1904 schrijft prof. De Groot een brochure

waarin hij ernstig waarschuwt tegen het eeuwige ontgroeningsverschijnsel (,,groenloopen" zegt prof. De Groot). Hij noemt het ,,een kanker woekerend in de samenleving van de bloem der jeugd". En elders: ,,Hetis misbruik van overmacht(....) het is groove bespotting van den nobelen, vrijzinnigen geest van gelijkheid, waarin de studentenwereld zoo haar roem stelt (....) eene opvoeding in losbandigheid van taal en zeden, aanschouwelijk onderwijs in

voor Kerk en Israël in terug en verder een aantal ,,partikuliere" christenen die vonden dat er meer gedaan kon worden aan kennisverbreiding over het jodendom. Een oude wens, ook van het genoemde deputaatschap die de zaak al eens op de synodetafel legde. De synode beval in 1973 dergelijke wetenschappelijke leerstoelen van harte aan. Kampen liep voor op de VU: de Theologische Hogeschool aldaar kwam aan de wens van de gereformeerde synode tegemoet door een wetenschappelijk medewerkstervoor judaica aan te stellen. Het heeft al met al vele jaren geduurd voor de plannen van de Stichting werkelijkheid werden. Het idee moest rijpen, het geld ergens vandaan komen en tenslotte moest een geschikte kandidaat worden gevonden. Cees den Heyer heeft lang geaarzeld, maar uiteindelijk vond hij de overtuiging dat hij er goed aan deed dit in dubbel opzicht bijzonder hoogleraarschap te aanvaarden. (FST) Prof. mr. I. A. Diepenhorst temidden van verbolgen studenten

vu-Magazine 10 (1981) 3 (maart)

117

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen