GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 466

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 466

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

uitstellen. Voor mij is het belangrijkste vraagstuk hoe kijken de mensen in de wereld tegen elkaar aan, hoe zullen we elkaar tegemoettreden, hoe waarderen en respecteren we elkaar. Wat is de zin van het gezamenlijk in de schepping zijn? Er zijn er die zeggen: er zijn te veel mensen in de wereld. Die mensen interpreteren het gebod van de naastenliefde verkeerd. Wie zegt: er zijn te veel mensen in de wereld, spreekt in feite een waardeoordeel uit over de medemens. In het begrip ,,te veel" zit „overbodig",,,onnut",,,onbruikbaar"." — Is dat zo? Men kan ook constateren dat er te veel mensen zijn voor een reddingsboot. Dat zegt niets over die mensen, maar alleen iets over de capaciteit van de boot. Doet de Club van Rome meer dan capaciteit berekenen ? ,,Ja, maar het is de interpretatie, die de Club van Rome geeft aan het begrip,,snelle bevolkingsgroei". Men spreekt er niet over in de zin van: mensen,-kijk eens welk een geweldig menselijk potentieel in de wereld aanwezig is! Het is meer de houding van ,,waar moeten we ze allemaal neerzetten? Hoe moeten we ze allemaal huisvesten? Kunnen we ze allemaal voeden?" In die zin wordt er over gepraat. Men spreekt er niet over als over de groei van een wereldpotentieel maar als over een plaag, die de laatste potenties van deze wereld op een razendsnelle manier zal kaalvreten." — Ziet u tiet anders? ,, Ja, vindt u dat gek? In mijn filosofie is er göen mens te veel of te weinig op deze aarde. Tot die conclusie dwingt me de aanvaarding van de absolute scheppingsdaad, de absolute perfectie van de schepping assuch." — Maar is liet mensental niet een gevolg van menselijk handelen? Hij heeft het vermogen om rekensommen te kunnen maken. De mens is toch — om met Waterink te spreken — geen konijn? ,,Natuurlijk niet. De mens moet in het bepalen van het kindertal ook het principe van de naastenliefde hanteren. Daar is dus wel verantwoordelijkheid, maar die verantwoordelijkheid wil ik gemoduleerd zien vanuit het principe van de twee centrale geboden en niet vanuit een hoeveelheid technologische uitgangspunten. Als er technologische kriteria worden ingebouwd, beroof ik de mens van zijn vrije wil en zijn vrije verantwoordelijkheid." — Is het dan niet een vorm van denken om je medemens, om zich af te vragen hoeveel kinderen geoorvu-Magazine 10 (1981) 11 (december)

loofd zijn mdt het oog op de overbevolking van de wereld? ,,We gaan dan een trap op. De eerste en tweede trede heet: informatie. Het is ook de verantwoordelijkheid van de wetenschap die te geven. Maar zodra die informatie het karakter krijgt van een voorschrift, heb ik er heel grote moeite mee. Dat leidt bijzonder gemakkelijk tot wat men noemt: een actieve bevolkingspolitiek, die z'n simpelste middelen kiest in kinderbijslag of kinderbelasting, maar die ook kan leiden tot de gaskamer. Begrijpt u mijn ethische nood? Het feit dat we al een derde van de mensheid laten verkommeren is al een bewijs van ons gering ethisch engagement. Wij zouden die mensen niet eigenhandig dood willen slaan, maar we laten ze wel verkommeren." Een mondiale bevolkingspolitiek zou, zo merkt dr. Bak op, overigens alleen mogelijk zijn wanneer er een soort wereldregering was, die sancties zou kunnen toepassen bij ontsporingen. Hoewel bepaald geen voorstander van een ongelimiteerde bevolkingsgroei, toont dr. Bak zich uitermate huiverig om zich uit te laten over een uit oogpunt van overbevolking ethisch verantwoord kindertal per gezin. ,,Ais een man en vrouw samen een volstrekte concensus hebben over het stichten van een groot gezin en als zij dat doen in hun volle verantwoordelijkheid, dan vind ik dat je dat evengoed moet honoreren als een opvatting: geen kinderen." — Maar draagt de mens dan geen verantwoordelijkheid voor het bevolkingsvraagstuk? ,,Het is gemakkelijk te zeggen: iedereen zou daar rekening mee moeten houden, ik weet dat ik me kwetsbaar maak, maar ik ben geneigd te zeggen: de primaire verantwoordelijkheidskring is bepaald door het eigen gezin. Ik kan me heel goed voorstellen, dat er mensen zijn, die zeggen: ik draag ten opzichte van de ganse wereld geen andere verantwoordelijkheid dan de verantwoordelijkheid, die ik in mijn eigen, enge kring heb doorleefd; dat is mijn bijdrage tot de wereldproblematiek; mijn bijdrage is dat ik kinderen voortbreng, die ik naar beste weten zal opvoeden tot burgers, die straks in deze wereld iets uit te dragen hebben: zorg, verantwoordelijkheid, noem maar op." — Maar als je die houding gaat ontleden, dan komt die erop neer, dat men zich niet verantwoordelijk acht voor de wereldproblematiek. Misschien omdat men de relatie niet ziet. Maar is het nietjuist de taak van de wetenschapsman om die relatie te leggen en om de mensen niet in de illusie te laten leven, dat ze hun verantwoordelijkheid op een juiste manier beleefd hebben, terwijl dat in feite niet zo was. Niet iedereen kan studie maken van het bevolkingsvraagstuk. Ze verwachten dat de wetenschapsman dat doet. ,,Daar heb ik geen moeite mee. Ik probeer naar mijn beste kunnen de informatie te geven. Informatief, allemaal prima! Maar dat lost niet de vraag op, waar ligt primair die verantwoordelijkheid. En die primaire verantwoordelijkheid is de verantwoordelijkheid rechtstreeks aan de Schepper. En niet de rechtstreekse verantwoordelijkheid ten opzichte van mijn medemens. Dat moet u niet verkeerd interpreteren door te zeggen: Bak is een geweldige egoïst; die regelt alles naar Boven en verder laat-ie iedereen op z'n snuit vallen. Maar in nood zijnde kan ik alleen maar terecht bij God en niet bij m'n medemens. Voorstander van een ongelimiteerde bevolkingsgroei ben ik niet, absoluut niet, maar ik ben huiverig om als wetenschapsman uitspraken te doen, die voor anderen normerend werken. Misschien ben ik wat te 425

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 466

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's