GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 332

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 332

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

speelde veel, met zorg opgebouwde goodwill onder de tandheelkundigen. Van kontakten tussen beiden is overigens sindsdien niet meer vernomen.

Wie is de Zwarte Piet?

Gezondheid: niet achteraf teicoop ,,De mens is verantwoordelijk voor zijn eigen gezondheid, dus voor zijn voeding". Een kreet die volgens Toors steeds meer opgang doet, door de opgang der wetenschap die steeds sterkere aanwijzingen verzamelt waar het de betrekkingen tussen voeding en gezondheid betreft. En daar kunnen we niet meer omheen. Te lang hebben we volgens hem geteerd op de medische voorzieningen, ,,We dachten gezondheid te kunnen kopen door achteraf, als het kwaad al geschied was, in te grijpen. Maar dat kan gewoon niet meer. De medische wetenschap begint nu pas in te zien dat het onontkoombaar wordt om meer nadruk te leggen op preventie van ziekten, zoals hart- en vaataandoeningen. Hoe vervolmaakt de medische kennis en kunde ook is, we kunnen niemand een nieuw hart- en vaatstelsel geven als dat op z'n vijftigste verkalkt blijkt te zijn. We zuilen echt meer aandacht moeten gaan besteden aan het voorkomen van ziekten door een gezonde wijze van leven. Voeding is daarvan een belangrijk deel. Maar dan wel de voeding in z'n gehéél. Je misleidt jezelf — en sommige reklame werkt daaraan mee — als je een paar als ,.gezond" bekend staande produkten nuttigt, onder het motto: ,,Als ik dat en dat produkt maar eet, zit 't allemaal wel goed". Toch kan Toors wel begrijpen dat het vaak op die manier gaat., ,0m je voeding goed te kiezen — en met goed bedoel ik dat het niet nadelig werkt op je gezondheid — moet je over een zekere hoeveelheid kennis beschikken. Het lijkt erop dat voedingspatronen bij grote groepen mensen al heel vroeg in hun leven de verkeerde kant opgaan. Er zijn milieus waar die kennis heel beperkt is of vaak zelfs ontbreekt. Eenmaal ingesleten voedingspatronen zijn heel moeilijk te veranderen."

De suilcerwericfabriicanten Weet dan nog steeds niet iedereen dat snoep en vette happen schadelijk zijn? Toors: ,,Nou, zo langzamerhand begint toch die kennis wel door te dringen, ook in bredere lagen van de bevolking. Niettemin leven nog veel misvattingen. Sommige worden kunstmatig in stand gehouden. Door wie? ,,'t Blijkt dat de suikerwerkindustrie niet altijd op even fraaie wijze in haar voorlichting de zaken door elkaar haalt. Zo hoor je uit die hoek vaak zeggen: ,,Als je maar goed poetst, krijg je geen gaatjes." Natuurlijk is poetsen belangrijk, maar vooral om je tandvlees gezond te houden. Je kunt wel met heel goed poetsen wat minder gaatjes krijgen, maar er zijn plaatsen in je gebit waar je de plaque (bakterie-aanslag) niet kunt wegpoetsen. Met flink snoepen krijg je daar gaatjes, al poets je regelmatig." Die plekken zijn de zogeheten kontaktvlakken tussen de tanden. Deze misvatting (en niet alleen deze) leeft bij grote delen van de bevolking. Er zal nog heel wat voorlich302

5

ting nodig zijn eer dergelijke bakerpraatjes het veld hebben geruimd. Vooral de suikerwerkindustrie houdt deze mythe graag overeind en wil er vaak niet aan dat regelmatig over de dag verdeeld snoepen aanleiding kan geven tot gaatjes. Voorheen kon deze industrie zich vastklampen aan een veelheid van theorieën over het ontstaan van caries. Vaak stond de rol van suiker daarin minder centraal of kwam er in het geheel niet in voor. ,,Maar in 1981 weten we zo langzamerhand dat toch écht het (gemiddeld) aantal keren suiker per dag bepaalt of je gaatjes krijgt en hoeveel", aldus Toors. Ruim vijf jaar geleden richtten acht grote suikerwerkfabrikanten een (laatste?) verzetsbolwerk op: de Stichting VISI (Voorlichtings Instituut van de Suikerwerk Industrie). Toors: „Via VISI probeert men het toch nog wel te doen voorkomen alsof poetsen het wondermiddel is tegen caries, terwijl de rol van snoep wordt doodgezwegen of gebagatelliseerd. Nog afgezien van de onhoudbaarheid van zo'n stelling is het toch ook een maar heel klein gedeelte van de bevolking dat goed poetst." De Stichting VISI heeft overigens weinig vat op de Nederlandse tandartsen. Toen de importeur van Elmex-tandpasta enkele jaren geleden (per ongeluk?) met VISI in zee ging en een gezamenlijk opgesteld informatievel voor de konsument uitgaf, stak een stormpje op in het door vrijwel alle tandartsen gelezen „Nederlands Tandartsenblad". Deimporteurver-

Suikervrije snoepjes: flink in opmars Foto: Frans Toors

vu-Magazine 10 (1981) 8 (septemDer

Wie kan nu eigenlijk verantwoordelijk worden gesteld voor onze gezondheid? Wijzelf als verbruikers uiteraard op de eerste plaats. Maar als het ons aan voldoende informatie ontbreekt? Of als we min of meer misleid worden onder het mom van objektieve voorlichting? Is dan de wetenschap verantwoordelijk, de industrie, de winkelier? Toors wil toch de nadruk leggen op de aansprakelijkheid van de konsument. ,,ledereen is vrij om die produkten te kiezen die door de wetgever zijn toegelaten. Misschien kan de wetgever wat meer signalen gaan geven, bij voorbeeld door voorschriften te verbinden aan sigarettenverkoop of aan snoepreklame op tv, waarvan het ,,borsteltje" een aardig maar niet erg doeltreffend voorbeeld is. Maar de uiteindelijke vrijheid moet bij het individu blijven. Dat wel. Maar natuurlijk kun je die vrijheid pas verantwoord beleven als je over kennis en voorlichting beschikt. Daarom moet daar nog heel wat aan gebeuren." VU-MAGAZINE neemt als vanzelfsprekend aan dat Toors zal juichen als op een goede dag de snoeprekken uit de supermarkt verdwenen zijn omdat daarnaar geen vraag meer is. Maar dat blijkt een misverstand. ,,Nee, daar zou ik niet blij mee zijn. Ik geloof dat snoep, met name in de kwetsbare groep jeugdigen, te vaak wordt gebruikt. Maar ik vind niet dat snoep hoeft te verdwijnen. Het draagt bij aan de prettige kanten van het leven." Toors heeft zijn zoontje op de laatste vakantie in het warme zuiden zelfs af en toe een ijsje gegeven, bekent hij zonder schaamte. Voelt Toors ook niet voor een opgelegde beperking aan winkels van de hoeveelheid snoep die te koop wordt aangeboden? „ik geloof niet dat je dat mag vragen van een grootwinkelbedrijf. Ik zie maar één mogelijkheid en dat is het mondig maken van de patiënt samen met objektieve, begrijpelijke en op de gezondheid gerichte produktinformatie. Maar dan is er nog een lange weg te gaan, want als je ziet dat uit Eykmans onderzoek blijkt dat heel veel tandartsen op fundamentele vragen al geen juist antwoord weten, dan kun je dat van zijn kliënten nog minder verwachten." Toors verwacht veel heil van informatie en voorlich-

ting. Je kunt je echter afvragen of het niet op een dieper niveau moet. tedereen weet (voorlichting!) dat roken slecht is voor een gezond lichaam, maar dat is nog heel wat anders dan ermee weten te stoppen. Is Toors het met ons eens dat de werking van voorlichting z'n grenzen heeft? „Eenmaal ingesleten gewoonten zijn moeilijk uit te bannen. Daarom denk ik dat je het gros van de volwassenen grotendeels moet ,,opgeven" en meer werken aan hun kinderen."

Gezondheid: verschil tussen rijicen en armen Volgens Toors begint die strategie al enkele meetbare suksessen op te leveren. De voorlichting over fluoridetabletten, over tandenpoetsen, over het gevaar van „te vaak suiker'' lijkt een meetbare afneming Een nieuwe generatie studenten wordt voorgelicht door het personeel van het VU-restaurant tiidens de sociale introduktie. Foto: AVO

van caries bij kinderen te weeg te hebben gebracht. Onderzoekingen toonden dat aan. Toors: ,,Het aantal kinderen in de kleuterleeftijd zonder gaatjes bedroeg zo'n tien tot twintig jaar terug minder dan vijf procent. Nu IS het bijna vervijfvoudigd." Helaas geldt dat verheugd stemmende cijfer niet voor iederéén. De voorlichting heeft vooral gewerkt bij de mensen met een hogere opleiding, die gewend zijn veel te lezen en informatie op te nemen. Toors: „De kinderen van die ouders hadden tien jaar terug al vrij gave gebitten en door de voorlichting zijn die nog beter geworden. De middengroep in de samenleving blijft vrij konstant, wordt iets beter. De laagste groepen worden soms nog slechter." Een soort polarisatie, stellen we met Toors vast. De statistieken worden vooral omlaaggehaald doordat de gebitten van kinderen uit buitenlandse minderheidsgroepen gemiddeld slechter zijn dan die van hun Nederlandse leeftijdsgenoten. Gebitstoestand en welvaart hebben de geschiedenis 303

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 332

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's