GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 7

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 7

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

wel toegegeven aan de verzoeking maar zijn daarmee niet zélf de machtigen geworden. De uitdrukking „ wandelgangen van de macht" illustreert ook dat bijzonder goed. Men staat in dienst van de machthebbers en ontvangt in ruil daarvoor privileges: computers, een goed inkomen, dienstreizen en onderscheidingen. Men is instrumenteel, dienstbaar aan de machthebbers en gehoorzaamt hen. Dit is heel concreet waar voor de helft van de natuurwetenschappers en technici die in dienst staan van de wapenindustrie. En die nu zelfs in grote getale bezig zijn het laatste draadje van het afschrikkingsevenwicht door te knippen. Door de middelen te bedenken een kernoorlog te ..winnen". Maar voor de andere helft, waartoe ik zelf behoor is de vrijheid ook beperkt. Men volgt in het onderzoek immers öe,,mode" wan de dag en die mode wordt sterk beïnvloed door de prioriteiten van de machthebbers: een wetenschap en techniek die hun belangen dienen. Ik zie dus niet zo'n groot principieel verschil tussen een gelovige natuurwetenschapper, een gelovige politieman en een gelovige bankbediende. Ze dienen allen de machtigen van deze aarde. Maar men zou van de wetenschappers met hun goede opleiding verwachten, dat zij hun situatie begrijpen en daarmee dan ook iets doen. Traditioneel is er in de wetenschap ook wél speelruimte om eigen wegen te gaan, binnen de genoemde grenzen. Ook de machthebbers moeten het hebben van de creatieve enkelingen, die net iets uit de pas lopen. Zo is de bewegingsvrijheid wat groter dan die van de ME-chef uit Overijssel die moeite heeft met het optreden tegen anti-kernenergie betogers. De verantwoordelijkheid van wetenschappers is dus het benutten van die speelruimte. Maar hoe? Dat is de centrale ethische vraag in het kader van ,,geloof en wetenschap". De lange monoloog van de grootinquisiteur tegen de Jezus-figuur bereikt een climax als de oude priester zijn geheim onthult: „Kan Ik voor Jou ons geheim verbergen? Maar misschien wil Je het uit mijn eigen mond horen; luister dan: Wij zijn niet met

Toen ik zelf het verhaal van Dostojewski voor het eerst las, overtuigde het me zo dat ik dacht: die grootinquisitieur heeft gelijk Jou, we zijn met hem. dat is ons geheim!...." En wij, zijn wij met de zwijgende Jezus of met de grote verzoeker? En als u, evenals ikzelf de twijfel in uw hart voelt knagen of u niet de verkeerde meester dient, laten we dan samen kijken hoe we er misschien uit komen. Toen ik zelf het verhaal van Dostojewski voor het eerst las, overtuigde me het zó, dat ik dacht; die grootinquisiteur heeft gelijk. De mensen kunnen niet delen, ze kunnen hun vrijheid niet aan en zullen altijd zekerheid zoeken bij een machtige. En het viel me op, dat een collega-natuurkundige datzelfde gevoel had. Kennelijk past die weinig opwekkende kijk op mensen bij bestuurlijk ingestelde academici. Ik geef toe dat dit een elitaire kijk is, maar het is goed de eigen vooroordelen bewust te worden. En misschien past dit vooroordeel wel prima binnen het stelsel denkbeelden, waardoor de machten blijven doorgaan op hun vernietigende manier. Hoe komen we er uit? Laat ik even voor mezelf spreken, voor mijn eigen beroepsgroep. Ik denk dan dat we de wetenschap moeten beoefenen om ,,God en Zijn wereW'tedienen.Opzichzelf zullen velen het hier mee eens zijn (ik citeer hier de doelstelling van de Vrije Universiteit). Hoe bepalen we echter wat dat is: dienst

kale en gloeiende woestijn? Verander ze in brood en de hele mensheid zal je, als één kudde, dankbaar en gehoorzaam volgen, al zou ze ook een eeuwige angst hebben, datje je hand van hen zou terugtrekken en ophouden met brood te geven" —Je wilde echter de mensen niet van hun vrijheid beroven, en je wees het voorstel af: want wat voor waarde heeft een vrijheid die met brood is gekocht? Je antwoordde: ,,De mens kan van brood alleen niet leven, "t^aar wist je niet dat, in naam van datzelfde aardse brood de geest der aarde tegen Je zal opstaan en Je in alle strijd overwinnen? Weetje dat er eeuwen zullen verlopen en dat de mensheid de wijsheid en wetenschap zal verkondigen dat er geen misdaad bestaat en daarom ookgeen gezonde, alleen maar honger? Geef de mensen te eten en vraag dan pas deugdzaamheid van hen. .."Ze zullen ons, de machthebbers, weer zoeken en zij zullen ons vinden en ons toeroepen: „Geef ons te eten, want zij die ons het vuur van de hemel beloofd hebben, hebben het ons niet gegeven. " O , nooit, nooit zullen ze genoeg te eten hebben zonder ons! Geen wetenschap zal hun ooit genoeg brood geven zolang ze vrij blijven, maar zij zullen ten slotte zelf hun vrijheid aan onze voeten leggen en tegen ons, de machthebbers, zeggen „hAaakons totslaven, maar geef ons te eten". Zij zullen eindelijk zelf inzien, datvrijheid voor iedereen en het dagelijks brood voor allen onverenigbaar is. Wanlnoo\ioHen\mmeT zullen ze leren met elkaar te delen. Ze zullen er eindelijk van worden overtuigd, dat ze niet vrij kunnen zijn, omdat ze zwak zijn, nietig en opstandig." De grootinquisiteur veroordeelt Jezus tot de brandstapel, omdat hij een gevaar voor de mensheid zou zijn. VU-Magazine10(1981)1 (januari)

aan de wereld. We hebben gezien dat dat op zijn minst betekent, dat men niet klakkeloos de modetrends volgt in het vakgebied. Daarin immers hebben de machten van deze wereld een doorslaggevende invloed. En die zijn niet met de zwijgende Jezus maar met ,,hem". En hoewel die beloven uit stenen ,,brood" te maken, gebeurt het omgekeerde. Men geeft de mensen stenen in plaats van brood. De ontwikkelingslanden worden overstroomd met wapens uit het westen, maar de mensen sterven van honger en gebrek. Jezus zegt daarvan: Wie van u zal, als zijn zoon hem een brood vraagt, hem een steen geven?(Matth. 7:9) We kunnen dus niet de traditionele wetenschap volgen. Maar evenmin kunnen we als groep wetenschappers zélf uitmaken wat goed is voor de mensen. Dan doen we immers hetzelfde als de grootinquisiteur, die vanwege zijn cynische kijk op mensen ,,ze zullen nooit leren met elkaar te delen" de mensen het brood gaf. En ik moet zeggen, dat het algemene denkklimaat in onze samenleving de wetenschap die rol graag wil geven. De lofzang op de wetenschap, die we lazen, weerspiegelt het geloof, dat wetenschap en techniek alle problemen van onze tijd zullen oplossen. Dit,,ge/oof/n wetenschap " wordt door veel wetenschappers en wetenschappelijke genootschappen in stand gehouden en versterkt. Ik denk, dat we af moeten van onderschatting van de machten en een einde moeten maken aan het geloof in wetenschap. Maar hoe komen we dan bij een andere, een alternatieve wetenschap, dienstbaar aan de mens. Een wetenschap, die meer heeft van de bijbelse wijsheid? De weg daarheen wordt misschien gewezen door de alternatieve beroepspraktijk die zich hier en daar ontwikkelt. Wetswinkels waar mensen hun recht krijgen, kritische en verontruste wetenschappers die met hun kennis hulp geven aan actiegroepen, kritische artsen die de ziekmakende omstandigheden in onze maatschappij bloot leggen. Uit deze alternatieve beroepspraktijk kan alleen een nieuwe, dienstbare wetenschap opbloeien als de grootinquisiteur in het ongelijk gesteld wordt met zijn uitspraak: nooit zullen ze leren met elkaar te delen. Hier ligt het verband tussen dienstbare wetenschap en de christelijke gemeente: wij moeten leren met elkaar te delen. Niet alleen voedsel, maar ook zorg en verantwoordelijkheid. Hoe kan een politieman blijven weigeren om vreedzame demonstranten uit elkaar te jagen, als hij niet wordt gedragen door een groep? Hoe kan de bankemployé protesteren tegen de kwalijke kredieten aan huizenspeculanten, als hij niet de steun heeft van een mee-levende en mee-werkende groep? De grootste bedreiging voor de status-quo en de grootste belofte voor een nieuwe wereld ligt in het vormen van zulke groepen mensen. Een groep, waarin men het brood aanneemt van elkaar. En men het brood ook gééft aan elkaar. Neem geen brood aan van een machtige Neem geen brood aan van de wetenschap Neem het brood aan van de mens, die naast je is. H

5

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 7

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's