GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 17

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 17

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

de onzekere toekomst van ons stelsel van sociale zekerheid. Blijkbaar betreft het een ontmoedigend moeilijk probleem: het congres dat de jubilerende vereniging QBD van de juridische faculteit aan de VU november '82 organiseerde over,, het kaartenhuis van de sociale zekerheid", en waarbij als onderdeel het kostwinnersbegrip in het sociale zekerheidsstelsel ter sprake kwam, werd bedroevend slecht bezocht. Maar die geringe opkomst kan ook duiden op een zekere struisvogelmentaliteit van de huidige of toekomstige belanghebbenden: Na ons de zondvloed! zal men gedacht hebben. En dat, ondanks de kopstukken die men als vermeende publiekstrekkers voor de inleidingen had weten te strikken. Daar waren onder meer drs. Jaap Boersma, ex-ARP en ex-minister van Sociale Zaken, PvdA-kamerlid Elske ter Veld en Ina Brouwer, fractievoorzitter van de CPN in de tweede kamer, om een oordeel te geven, een ambtenaar van het ministerie om uit te leggen hoe de vork in de steel.zat en een smeuïge forumdiscussie ter afsluiting.

Het huwelijk op de tocht Het beginsel van het kostwinnerschap, gekoppeld aan betaald mannenwerk, is in velerlei opzichten traditioneel. De gedachte dat de man het brood op de plank brengt, dat de vrouw het besmeert en dat het ongepast is die rollen om te draaien, was lange tijd gemeengoed. In protestantse kring verwees men ter fundering van die gedachte naarde woorden van de apostel Pauius, die wat vrouwen betreft er heel eigen, maar duidelijke opvattingen op na hield. Maar ook in katholieke kring baseerde men zich op godsdienstige noties wanneer men meende dat de werkkring van de vrouw beperkt diende te blijven tot de vijf K's van kamer, keuken, kelder, kinderen en kleren. Zelfs in de kringen der arbeidersbewegingen wees men het kostwinnersprincipe niet zonder meer af. Daar gold het immers als een zekere verworvenheid, bevochten in de strijd tegen de onzegbaar zware arbeid van vrouwen en kinderen in de fabrieken en op het land. Daarom was ook onder socialisten de gedachte niet vreemd, dat de man in staat zou moeten worden gesteld genoeg te verdienen voor zijn gezin. Het paste aldus in het streven naar verbetering van de volksgezondheid en de gezins- en arbeidssituatie. Toch wordt tussen de twee wereldoorlogen vooral bij de sociaal-democraten de roep gehoord om recht op arbeid en gelijke betaling voor de gehuwde vrouw. En het zijn met name de Katholieke Staatspartij en de rooms-katholieke vakverenigingen die in fabrieken en werkplaatsen juist een verbod eisen op arbeid voor gehuwde vrouwen. Die eis geeft Jordaan een spotprent in de pen, gepubliceerd in de Groene Amsterdammer, waarop de katholieke voorman Romme, vermomd ais aartsengel Gabriel, de gehuwde vrouwen met vlammend zwaard terugverwijst naar het paradijs van huis en haard. En het blad ,,De Proletarische Vrouw" vraagt zich af: „Waarom willen de katholieken dit?" Het tijdschrift geeft zelf antwoord: ,,Bij de (katholieke) vakverenigingen moet men vooral ook denken aan den concurrentiestrijd, aan den angst, dat vrouwen en ook meisjes onder het loon gaan werken en den loonstandaard drukken. Op dien praktischen grond hebben zij zich meermalen in verschillende bedrijven tegen vrouwenarbeid gevu-Magazine 12 (1983) 1 januari 1983

kant. Maar de principieële eisch van de Katholieke Staatspartij? De vrouw moet weer naar het gezin terug, daar is haar arbeidsveld, zoo hooren wij die heeren reeds praten." En dat geldt óók, aldus de Proletarisch Vrouw, wanneer de inkomsten van de vrouw voor het gezin bittere noodzaak zijn. Wie denkt dat het de ,,roomsche heeren" erom te doen is de vrouw te sparen en te ontzien bij zwaar en vuil werk, die heeft het mis, volgens dit tijdschrift: ,,Dat komt niet eens bij de heeren op. Zij zien evenwel in den loonarbeid der gehuwde vrouw een aantasting van het huwelijk. Zij meenen, dat de vrouw niet meer in gepaste onderdanigheid tot den man zal opzien, als zij behoorlijk betaalden arbeid op zich neemt. En aan die onderdanigheid in het huwelijk mag niet worden getornd. De rest komt komt er minder op aan." Hoe zeer men de spijker hier wellicht op de kop slaat van de christelijke huwelijksmoraal, de laatste opmerking moet enigszins gerelativeerd worden. Er werden, ook van andere zijden, nog andere argumenten tegen het recht op arbeid van de gehuwde vrouw ingebracht. Daarmee is overigens niet gezegd, dat die we/enig hout snijden.

Het bekendste en meest gehanteerde was dat van de onredelijkheid die men besloten zag in meerdere inkomens per gezin, in tijden van economische teruggang, waarin veel gezinnen het zonder één enkele betaalde baan moesten stellen. Dubbele inkomens, zo heette het, waren onbillijk en dienden bestreden. De manier waarop toont aan, dat het principe van de man als kostwinner voor het gezin als volmaakt vanzelfsprekend werd beschouwd. Vrouwelijke ambtenaren bij voorbeeld, kregen als attentie bij deze

15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 17

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's