GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 255

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 255

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

kon verkrijgen. Allereerst moest men echter weten óf de beschuldigde wel een heks was. Hiertoe werden de beklaagden aan verschillende proeven onderworpen. Bij voorbeeld de waterproef. Men ging er van uit dat een heks die omgang had met de duivel, en van binnen helemaal gevuld was met duivelse geest, minder moest wegen dan gewone mensen. Om dit te testen werden heksen aan een touw in het water gegooid. Als ze bleven drijven waren ze dus blijkbaar een heks en werden ze vervolgens op de brandstapel verbrand. Zonken ze, dan was hun gewicht in orde en waren ze geen heks, maar in vrijwel alle gevallen wél verdronken. Een variant hierop was dat men het touw waaraan de beklaagde in het water hing zo kort hield, dat de beklaagde altijd bleef drijven, en dus wel een heks moest zijn. Het gewicht speelde ook een rol bij de weegproef. Hiervoor werden de beklaagden gewogen. De verdachte moest zich in het bijzijn van de stadsvroedvrouw geheel ontkleden om te controleren of zij geen zware voorwerpen bij zich droeg. Ze kreeg dan een lang wit kleed aan voor ze werd gewogen. Als een man gewogen moest worden, stelde de barbier, tevens bode van het stadhuis, het onderzoek in. Als hun gewicht ,,in overeenstemming met de natuurlijke proporties van het lichaam" was, werden ze vrijgesproken. Wogen ze slechts vijf pond, dan werden ze ,,gewogen en te licht bevonden", en naar de brandstapel afgevoerd. In Nederland is het stadje Oudewater beroemd geworden om zijn Heksenwaag. Opmerkelijk hieraan was dat men iedereen die zich wilde laten wegen altijd een certificaat gaf waarop stond dat het gewicht klopte met de lengte. Er waren namelijk gevallen bekend van weegmeesters die zich hadden laten omkopen, of weegschalen waarbij de wijzers met een spijker waren vastgezet. Voor veel mensen die van hekserij werden verdacht was de waag in Oudewater de redding van hun leven: met het certificaat konden zij immers bewijzen dat ze niet te licht wogen. De historie van deze waag vertelt dat mensen altijd op eigen verzoek gewogen werden. Op het certificaat werd niets vermeld over tovenarij of over een andere verdenking die op de houder of fioudster van het weegcertificaat zou hebben gerust. Slechts de aanduiding dat men de oorkonde heeft uitgereikt opdat men er gebruik van kan maken ,,door en wanneer haar zulks nodig en te raden wezen zal" getuigt nog van de verdenking van hekserij.

Heksen huilen niet Ook uit het buitenland kwamen van hekserij verdachte mensen naar Oudewater. Baschwitz:,,Herhaaldelijk kwam het voor dat iemand, die na een lange, vermoeiende reis in Oudewater was aangekomen, op het laatste moment zo door angst werd aangegrepen dat hij zich helemaal niet aan de proef waagde en weer wegliep, en onverrichterzake de terugreis begon. Zo onder andere een man uit Rijnland-Westfalen, die in zijn woonplaats ruzie had gekregen en die men had aangeraden zo snel mogelijk een certificaat uit Oudewater te halen, om beschermd te zijn tegen laster. Toen hij nu zonder certificaat uit Holland terugkeerde, deed meteen het gerucht de ronde dat hij op de waag schuldig bevonden was. De rechter nam zijn eigendom in beslag, hemzelf lukte het op het nippertje te ontkomen aan een arrestatie. Met de moed der wanhoop ging hij opnieuw naar Oudewater. Ditmaal bracht hij het weegcertificaat mee terug, waarop de rechter hem zijn eigendom teruggaf" 220

Vijftien keer op de pijnbank werden gelegd, tot zij, levensmoe, de zaak maar opgaven. De folteringen waaraan de vrouwen werden onderworpen waren — uiteraard - vreselijk. Ze werden op de pijnbank uitgerekt, de duimschroeven werden aangedraaid, ze werden met gloeiende ijzers bewerkt, uitgehongerd en uit hun slaap gehouden. Het is dan ook geen wonder dat iedereen bekende, waardoor het makkelijk bleek iedereen van hekserij te beschuldigen. Baschwitz: „Kennelijk ontbrak het ook niet aan schoften, die van de gelegenheid gebruik wilde maken om zich te ontdoen van een hinderlijk geworden vrouw. Lutz (de protestante geestelijke) klaagde bitter over de aanbrengerij, waar geen eind aan kwam, en deelde verontwaardigd mee dat ettelijke mensen bij hem reedshun schoonmoeder, ja hun eigen vrouw als heks hadden aangegeven."

Godsvruchtig, zedig, eerbaar en vroom De verdachten werden aan de meest afschuwelijke martelingen onderworpen (foto De Heksenwaag)

Een andere proef vJas de naaldproef. Hierbij ging men er vanuit dat de duivel merktekenen aanbracht op het lichaam van zijn bondgenoten en dat op zulke plekken de huid ongevoelig is. (Van Kasbergen), Baschwitz verhaalt van de grootheksenvinder ó\e het oosten van Engeland onveilig maakte door zijn heksenjacht. Hij maakte gebruik van de naaldproef: „De vrouwen werden in de open lucht voor het oog van iedereen ontkleed, en dan mocht de heksenvinder in hun naakte lichaam prikken. Hij zocht niet alleen maar oneffenheden op de huid, maar wist ook onzichtbare duivelsmerktekens te ontdekken, dat wil zeggen, plekken, die zich alleen maar verrieden doordat de van schaamte verwarde vrouw daar de naald niet voelde en er geen bloed uit opwelde." En alsof dit nog niet erg genoeg was:,, Overigens zat er aan het instrument van de naaldenprikker een handvat en was het eerder een priem dan een naald te noemen. Een dergelijk instrument was gemakkelijk zo te maken, dat de scherpe punt in het holle handvat teruggleed en niet in de huid drong.'' Dan was er ten slotte nog de tranenproef. Een priester of een rechter moest nagaan of er bij een verdachte ook tranen te bespeuren waren. Kon de vrouw niet huilen, dan was de schuld bewezen. VJant heksen kunnen geen tranen schreien, schreef de Heksenhamer.

Duimschroeven aangedraaid Naast de proeven bestonden echter ook de meest vreselijke martelingen die dienden om heksen tot een bekentenis te dwingen. Die martelingen waren zo verschrikkelijk dat de meest onschuldige mensen uiteindelijk toch zwichtten en bekenden. Ook werden ze gedwongen namen van andere ,,heksen" te noemen. Als de beklaagden bekenden, werden ze tot de brandstapel veroordeeld, als ze al niet op de pijnbank of door zelfmoord overleden. Vaak herriep de verdachte echter haar bekentenis als ze eenmaal van de pijnbank verlost was. Dan begon het hele proces weer van voren af aan. Want zonder bekentenis geen executie. Zo kwam het voor dat mensen soms wel

De waterproef: al de beschuldigd bleef drijven wa zij of hij zeker ee heks;ee verdronken M was zwaar genoe en du onschuldig. Ma! dan was het wel' laat...(fotoD Hek6enwa

vu-Magazine 12(1983) ejuni 1983

In het begin van de heksenvervolgingen waren vooral arme oude vrouwen het slachtoffer; later bleken ook rijke, jonge vrouwen verdacht. Eén daarvan was Rebekka.Lemp, die tijdens een zakenreis van haar man, gevangen werd gezet. Baschwitz verhaalt dat haar grootste angst was dat haar man haar ook voor een heks zou kunnen aanzien. Rebekka komt op de pijnbank. De folteringen worden net zo lang herhaald en steeds verscherpt, tot de vrouw zich gewonnen geeft. Ze schrijft heimelijk een afscheidsbrief aan haar man: „l\/lijn uitverkoren schat, zal ik zo onschuldig van je moeten scheiden, dat zij God immer en eeuwig geklaagd! Men dwingt ons, wij moeten bekennen, ik ben zo gemarteld... Vader, stuur mij iets dat ik sterve; ik moet anders op de pijnbank versagen..., schat van je onschuldige Rebekka! Ik word je met geweld ontnomen! Hoe kan God het toch toelaten! Als ik een heks ben, zij God mij niet genadig. O hoe geschiedt mij zulk onrecht Waarom wil God mij toch niet horen? Stuur mij iets, anders zou ik misschien eerst mijn ziel belasten." Deze brief valt echter in handen van de rechters die Rebekka dwingen in een andere brief aan haar man te schrijven dat ze inderdaad een heks is, en dat ze hem en de kinderen onwaardig is. Haar echtgenoot kent Rebekkaechter te goed om zich zo te laten bedriegen en schrijft het gerecht een brief waarin hij het voor

haar opneemt: „Want ik betuig naar mijn geweten en met vele goede,.eerlijke mensen, dat mijn vrouw te allen tijde godsvruchtig, altijd zedig, eerbaar, huiselijk en vroom, en van het boze altijd wars en afkering is geweest. "Hij verzoekt om vrijlating van zijn vrouw ,,...bij de liefde Gods en het vooruitzicht van het jongste gericht, waar Jezus Christus zelf als rechter zal verschijnen." Baschwitz vervolgt: „De vermanende gedachte „ „ , , het jongste gericht kon de heksenrechters niet tot inkeer brengen. Zij lieten Rebekka verder martelen en verbranden." Zo langzamerhand dringt de vraag zich op of iedereen maar lijdzaam toezag bij de heksenvervolgingen of dat er ook aktieve bestrijders van deze praktijken waren. En wat deed de kerk?

Luther en de duivel Aan mevrouw Dresen-Coenders de vraag of de katholieke kerk een belangrijke rol heeft gespeeld bij de heksenvervolgingen. „Ja en nee. Het kerkelijk gezag werd in die tijd erg gerelativeerd. Wantjuist de tijd van de beginnende heksenvervolgingen was een tijd van corruptie, dat is voor ons ongelooflijk. Iedereen vocht vooreen eigen belangrijke positie en er waren allerlei intriges. Lange tijd is alleen daarmee de Reformatie verklaard. De pausen hebben in die tijd de gekste dingen onderschreven. Er was een corrupte kanselarij die de ene bul na de andere schreef. De pauselijke encycliek die wel eens als het begin van de heksenvervolgingen wordt gezien, was met name voor Duitsland bedoeld Datblijktook wel uit het feit dat in Rome zelf maar heel weinig heksen verbrand zijn. Maar er zijn ook een heleboel bullen die weinig indruk gemaakt hebben. Je kunt nooit zeggen: dat boek heeft het gedaan, of die bul. Het probleem is waarom heeft dit bepaalde boek of die bepaalde bul zo'n invloed? Want als het werkelijk van de paus kwam, zou Luther het niet overgenomen hebben. Luther was ook als de dood voor de duivel. Maar intussen hebben ze wel vuile handen gemaakt door zich niet van die heksenvervolgingen te distantiëren of er tegen te strijden." Toch komt een van de felste bestrijders van de heksenvervolging uit gereformeerde hoek. Dat was de Amsterdamse predikant Balthasar Bekker, die in 1691 het werk „De betoverde Wereld" schreef. Met die titel gaf hij aan dat de wereld zelf behekst moest zijn om te kunnen geloven dat de duivel een macht op aarde 20U kunnen bezitten die God hem niet verleend had. Dit boek bracht nogal wat spektakel teweeg. Bekker werd er van beschuldigd niet aan de duivel te geloven. De Alkmaarse synode zette Bekker af als dominee en verbood hem iedere aktiviteit op dit gebied. Daardoor kreeg Bekker alle tijd om aan het vervolg van zijn boek te werken, waarin hij de conclusie trok daternooitheksen bestaan hadden. Collega-predikanten bonden de strijd aan tegen Bekker. De predikant Brink uit Utrecht — een leerling van Bekker — schreef ,,datde mensen zorgeloos zouden worden als ze wisten dat de duivel geen macht meer 221

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 255

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's