GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 7

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 7

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

rechtvaardig belastingrecht achtte hij de opvatting dat eigen beginselen voor het belastingrecht niet bestaan, omdat fiscale politiek deel zou uitmaken van een breder economisch beleid. Kern van zijn betoog was een pleidooi voor herijking van de belastinggrondslagen met „de algemene rechtsbeginselen". „Alleen op die wijze kunnen belastingwetten — ons land kent er bijna een 50-tal — op nieuwe wijze gaan functioneren. Het negeren van rechtsbeginselen is naar de stellige overtuiging van prof. Van Overbeeke, de grondoorzaak van de voortschrijdende verpaupering van het geldende belastingrecht, waardoor grootscheepse vermijding en ontduiking van vrijwel alle vormen van belastingen door hen die daartoe de gelegenheid hebben, wordt gepraktiseerd. ,,ln het zedelijk oordeel over dit verschijnsel herkent men niet de gerechtigheid in het belastingrecht, zodat overtreding van de desbetreffende rechtsregels onder grote groepen in de samenleving niet meer als laakbaar wordt gevoeld." De belastingwetenschap heeft volgens prof. Van Overbeeke tot taak deze verschijnselen te bestuderen en een bijdrage te leveren tot het opsporen van rechtsbeginselen in het positieve belastingrecht, waar deze niet zijn uitgesproken, dan wel te toetsen, waar de wetgever wel duidelijkheid betrachtte. Bovendien dient de wetenschappelijke onderzoeker volgens prof. Van Overbeeke, in eerste en laatste instantie zich voorstellingen te maken van de rechtsbeginselen,,die zich in geweten vanzelf opdringen." Hij bepleitte het in het leven roepen van een openbaar belastinginstituut, dat tot taak zou krijgen in de eerste plaats de rechtsbeginselen en rechtsgronden te bestuderen waarop een nieuw belastingstelsel zou moeten rusten. Dat instituut zou moeten worden bemand door verschillende disciplines. Het zou zich moeten bezighouden met herziening en vereenvoudiging van ons belastingstelsel op langere termijn,,daarbij zich baserend op algemeen te aanvaarden rechtsbeginselen." Tot zover de rede van prof. Van Overbeeke voorzover daarbij min of meer algemeen instemmend geknor mag worden verwacht. Uit z'n rede kon men echter afleiden dat de ramen van het door hem bepleite instituut menigmaal zullen trillen van de discussies, althans wanneer de bemanning enigermate representatief is voor de politieke en geestelijke stromingen in ons land. Want wat is gerechtigheid? Niet

vu-Magazine 12 (1983) 1 januari 1983

slechts de mensheid, maar ook de christenheid is het nimmer gelukt tot een eenduidig antwoord te komen. Dat prof. van Overbeeke zich afzijdig zal houden in een dergelijke discussie is niet te verwachten. In zijn rede stelde hij: ,,Persoonlijk aanvaard ik dat de primaire rechtsbeginselen uit God zijn en om die reden onwetenschappelijk, objectief en onveranderlijk; zij dringen zich — niet te weerhouden — aan ons geweten op. Het zijn beginselen die elke schraalheid, dunheid en oppervlakkigheid van gedachte missen." ,,Hij voegde daaraan toe: ,,Het is opvallend hoe gemakkelijk men heden ten dage maatschappelijke wensen vertaalt als even zovele eisen van gerechtigheid, zonder te bedenken wat men daaronder wenst te verstaan. Aldus worden op bepaalde — al dan niet aangewakkerde — gevoelens gegronde denkbeelden of ideeën, berustend op groepsbelangen, als resultaten van het rechtsbewustzijn gepresenteerd. Critici treden nu eenmaal niet gaarne op als bestrijders van de gerechtigheid. De Goddelijke rechtsbeginselen, overkoepeld door goed en kwaad, dienen het richtsnoer te vormen, ook voor het belastingrecht, en daarmee voor de naar tijd en plaats veranderende concrete regelen." Eerder gaf hij een voorbeeld van negatie door de wetgever van een christelijk rechtsbeginsel.

naarde InSpekieurder

,,ln de wet op de inkomstenbelasting nemen huwelijk en gezin een centrale plaats in. De eerbiediging daarvan is een beginsel. In persberichten van 14 oktober jl. werd bekendgemaakt dat de minister van Financiën een terugdringing van het financieringstekort overweegt door verhoging van de inkomstenbelasting voor mannen waarvan de echtgenoten eigen arbeidsinkomsten hebben. De belastingvrije som van twee met elkaar gehuwden zou dan dalen van ca. ƒ 14.000 tot ƒ 12.500, terwijl die voor twee samenwonenden gehandhaafd zou blijven op ruim ƒ 24.000. Wanneer de desbetreffende rechtsregel aldus gewijzigd wordt, dan bevordert deze het ongehuwd samenwonen, waarbij de wetgever speculeert op beginselvastheid van gelukkig gehuwden. ,,Twee conclusies kan men trekken", aldus prof. Van Overbeeke. ,,ln de eerste plaats betekent deze rechtsregel voor een christelijke overtuiging die in het huwelijk een beginsel van hoger orde ziet strijd met het rechtsbeginsel dat gehuwden ten minste in gelijke (fiscale) positie dienen te verkeren als ongehuwd samenwonenden. In de tweede plaats wordt hiermee aangetoond — er zijn vele voorbeelden te geven — dat een op budgettaire gronden genomen maatregel wordt ingevoerd in het belastingrecht zonderenige toetsing aan rechtsbeginselen die ook het belastingrecht dienen te beheersen. Men kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de fiscale wetgeving voornamelijk ingericht en geamendeerd is en wordt op basis van de budgettaire behoefte van de schatkist, gepaard gaande met de vervulling van allerlei economische wensen. Het negeren van rechtsbeginselen is naar mijn stellige overtuiging de grondoorzaak van de voortschrijdende verpaupering van het geldende belastingrecht, waardoor grootscheepse vermijding en ontduiking van vrijwel alle vormen van belastingen door hen die daartoe de gelegenheid hebben, wordt gepraktiseerd. In het zedelijk oordeel over dit verschijnsel herkent men niet de gerechtigheid in het belastingrecht, zodat overtreding van de desbetreffende rechtsregels onder grote groepen in de samenleving niet meer als laakbaar wordt gevoeld." (BvK)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 7

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's