GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 51

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 51

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

nen waarin de beslissing is genomen voor het varen met vrouwen. Als het ofhciële standpunt van de koninklijke marine verwoord moet worden, dan luidt dat dus: 'We hebben ongeveer vijf jaar experimentele ervaring opgedaan met vrouwen aan boord van marineschepen. Die ervaring is nu geëvalueerd. De minister heeft besloten het varen met vrouwen te continueren. Dus er wordt met vrouwen gevaren. Of, zoals dat in marinetermen heet: 'Aftrap, slap gelul.' De vraag is gewoon niet meer aan de orde. De marine gaat er het beste van maken." En aan die beleidsnota ligt uw onderzoek ten grondslag, begrijp ik. Al met al is het eigenlijk dus helemaal niet zo verwonderlijk dat de mannelijke die-hards bij de marine u erop aankijken. "Nou, dat is wat veel gezegd. Dat beleid is mede op mijn onderzoek gebaseerd. Maar ik denk dat de resultaten daarvan hooguit een wat kosmetisch effect hebben gehad op die beslissing. Ruim een maand geleden heb ik mijn dissertatie naar de minister en de staatssecretaris gestuurd. Ik kreeg daarop een heel vriendelijk briefje waarin, tussen de regels door, te lezen valt dat dit proefschrift net op het goede ogenblik verscheen; dat is: het tijdstip waarop de beslissing naar buiten kwam om door te gaan met vrouwen op marineschepen." Niet een zeer positieve motivatie vormde het fundament van die beslissing, als we Guns goed begrijpen. "De ervaringen zijn van dien aard dat er geen aanleiding is om te stoppen met het varen met vrouwen', dat was min of meer de teneur bij de besluitvorming. De woordkeus lijkt me veelzeggend genoeg", aldus

de promovendus die, bescheiden en schoorvoetend, wel wil toegeven dat die teneur ook de strekking van zijn in het proefschrift opgenomen beleidsaanbevelingen, het meest nabijkomt. Want zo juichend positief als de berichtgeving in de dagbladen ons wilde doen geloven, waren zijn conclusies niet. Geen wonder dus dat Nico Guns enige moeite heeft met een directe vraag als: 'Is het Zuiderkruisproject, die proef met vrouwen aan boord, nou geslaagd of niet?' Guns slaakt een diepe zucht, maakt een mismoedig gebaar en begint met zichtbare tegenzin aan de beantwoording. "Waarom denk ik zolang", zo luidt na enige stilte zijn wedervraag, waarop hijzelf gelukkig onmiddellijk het antwoord weet: "Omdat ik niet weet wat ik met die vraag van u aan moet." We geraken kennelijk aan de kern van de zaak en gaan er eens voor zitten. "In welk opzicht geslaagd?" (Weer die stilte.) "Er waren criteria geformuleerd waaraan voldaan moest worden voor het project geslaagd mocht heten. Dat was allereerst het punt of de mannen het zouden accepteren, vervolgens zouden de vrouwen het moeten accepteren, het thuisfront zou het moeten accepteren en de operationele gereedheid zou niet nadelig beïnvloed mogen worden. Dat waren de vier criteria." In die volgorde? "Nou nee, dat is natuurlijk een volstrekt willekeurige volgorde. Ik geloof dat de operationele gereedheid wel op de eerste plaats kwam. Daar draait het bij de marine uiteindelijk toch allemaal om. In het proefjaar is aan al die criteria voldaan. Dat is zo objectief mogelijk gemeten. Zo heeft men de mannen gevraagd: Ben je voor of tegen? Het antwoord luidde over-

wegend positief. Voor de vrouwen gold hetzelfde. Op een aantal punten waren beide categorieën betrokkenen echter wel minder positief geworden dan ze voor de proef waren, zij het dat het eindoordeel nog steeds overwegend positief was. Ook het thuisfront bleek na afloop overwegend positief. Dit, ondanks dat sommigen daar het er duidelijk moeilijker mee hadden dan de mannen en vrouwen aan boord, mede op grond van indianenverhalen die al snel de ronde deden. Maar ook hier geen echt onoverkomelijke problemen, zoals gestrande huwelijken en dergelijke, die je puur op rekening van het proefproject zou kunnen schrijven. En dan tenslotte de operationele gereedheid: die bleek ook niet beneden een acceptabel niveau gezakt. Maar dat geldt natuurlijk voor zover je die kunt meten. Want wat is precies 'operationele gereedheid'? Maar als je het functioneren van het schip met vrouwen aan boord vergeleek met de prestaties die dat schip normaal leverde, was er geen verschil. Critici binnen en buiten de marine zeggen dan: Ja, dat komt omdat de mannen aan boord dubbel zo hard gewerkt hebben! Maar ik heb met genoeg mensen gepraat om die flauwekul terzijde te mogen schuiven. Dat was dan het proefjaar. Maar daarna is een periode gekomen waarin ook andere mensen aan boord gekomen zijn en niet iedereen altijd even gemotiveerd was om er het beste van te maken. Toen werd het allemaal wat minder. Ook de tools of management zijn toen niet altijd optimaal gebruikt om zoiets gevoeligs goed te managen. Want als je die zaak gewoon laat gaan, dan komen er gegarandeerd knijplopers." ??p

"Knijplopers ja! Dat de zaak fout gaat, uit de hand loopt! Kortom, na het proefjaar waren de condities gewoon minder optimaal. Ook die periode is geëvalueerd. En als je dat dan weer zou afmeten aan die vier criteria dan denk ik dat je zelfs toen nog aan de positieve kant van de weegschaal zat. Dat is echter maar een kant van de zaak. Er is ook nog zoiets als de emancipatiekant van de zaak. Wat bedoel ik daarmee? De regering heeft indertijd dat emancipatieverdrag van New York ondertekend: vrouwen dezelfde rechten als mannen. En het beleid was erop gericht om, zelfs in de marine en de andere strijdkrachten, die integratie mogelijk te maken. Als je dat criterium ook nog aanlegt, dan kun je zien dat ook daaraan is voldaan: de marine vaart nog steeds met vrouwen. Dat zou je dus ook het succes van het Zuiderkruisproject mogen noemen. Als je 't me recht op de man af vraagt, dan heeft de minister eigenlijk twee ongelijksoortige belangen tegen elkaar moeten afwegen. In de eerste plaats was dat het be-

45

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 51

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's