GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 112

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 112

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Casimir: "Dat weet ik echt niet. Maar misschien zou ik het zo kunnen stellen: de traditionele religie bevatte aan de ene kant een bepaalde kosmologie of kosmogonie over de oorsprong van het leven en zo. Zij bevatte eveneens een ethische code. Nu heeft de moderne wetenschap zeker de oudere kosmogonie afgeschaft, die in de religie besloten lag. Maar bij het verwerpen daarvan, hebben mensen vaak gevoeld, dat de moderne wetenschap die deze denkbeelden verving, niet in zichzelf enige gedragscode, enige ethische code, bevatte. Daarom zijn mensen daarnaar op zoek en zij voelen aan, dat zij die eerder kunnen vinden in bepaalde mystieke religies dan in de traditionele religie die zij afgewezen hebben."

waardelijke liefde blijft bestaan in alle relaties, die we met onze moeders hebben. Dus het beeld van de moeder-God is beter van toepassing op het spirituele gezichtspunt in de moderne wetenschap." Charlene Spretnak: "Vrouwen hebben dit van generatie op generatie geweten, het onderling gerelateerd zijn, het onderling verbonden zijn. Dit is altijd een deel geweest van de vrouwen-cultuur en de boeren-cultuur. Overal. Dat is een leer geweest, zelfs een lichaamswijsheid, vrouwen die de ene generatie verbinden met de andere. Niets is werkelijk gescheiden in kleine mechanistische onderdelen. Dat zegt ons niets. Dit is een waarheid van de vrouwen-cultuur, die nu in het feminisme een doordachte vorm krijgt."

Vacuüm De moderne wetenschap heeft geen overtuigend mensbeeld opgeleverd. En om het zo ontstane spirituele vacuum op te vullen, grijpen we terug op de oosterse mystiek die door de rationele cultuur bijna uit het westen was verdwenen en nu weer terugkeert vanuit het oosten. We willen weer weten hoe de wereld zich voordeed aan de culturen die in hun wijze van waarnemen niet gedomineerd worden door dogmatische begrippen. Het is een keerpunt in onze cultuur, dat volgens Capra voortkomt uit de diepzinnige inzichten van de quantummechanica: de subatomaire, dynamische wereld die ons de dansende materie toont en in wisselwerking treedt als we de verschijnselen willen bestuderen. Capra vergelijkt de dans van de subatomaire deeltjes met de mystieke Hindoe-God Shiva, die met zijn dans de kosmische cyclus van schepping en vernietiging verbeeldt. In zijn eerste boek, 'De Tao van Fys/cö" schrijft Capra: "De overeenkomsten tussen de moderne fysica en de oosterse mystiek zijn zo opvallend, dat we vaak uitspraken tegenkomen waarvan we niet kunnen vaststellen of ze nu van een fysicus of van een oosterse mysticus afkomstig zijn. De kracht van de vergelijking is dat beide disciplines, de mystieke traditie en de natuurkunde, gebaseerd zijn op ervaring. Ze zijn gebaseerd op ervaringen in het wetenschappelijk experiment aan de ene kant en de mystieke ervaring of meditatieve ervaringen aan de andere kant. Vervolgens zijn de begrippen, die ik heb gebruikt een interpretatie van de ervaring. En zowel mystici als fysici zijn het erover eens dat de begrippen nooit uitputtend de ervaring van de experimenten kunnen beschrijven. Dat er altijd — zoals we zeggen in de wetenschap — een benadering is van de ware aard van de werkelijkheid. De mystici zeggen: we kunnen er niet over praten, maar vervolgens gaan zij er boeken over schrijven. In de wetenschap zeggen we datje erover kunt praten, maar alleen bij benadering, De notie van benadering is cruciaal voor de moderne wetenschap." Alle wetenschappelijke theorien zijn dus slechts benaderingen van de ware aard der dingen. Daarvan zei Albert Einstein: "Voor zover de wetten van de wiskunde op de werkelijkheid betrekking hebben, zijn ze onbetrouwbaar. En voorzover ze betrouwbaar zijn, hebben ze geen betrekking op de werkelijkheid." En Robert Oppenheimer zei: "Als we vragen of de positie van het elektron dezelfde blijft, moeten we nee zeggen; als we vragen of het electron in rust is moeten we nee zeggen; als we vragen of het in beweging is, moeten we nee zeggen." De woorden van Robert Oppenheimer lijken erg veel op wat een Indische wijsgeer in de zesde eeuw voor Christus al schreef: 'het beweegt, het beweegt niet. Het is ver en het is dichtbij. Het is binnen in dit alles, en het is buiten dit alles." 102

Heksenjacht

Charlene Spretnak, feministisch

theologe

Capra: "Ik geloof zeker in een werkelijkheid die je goddelijk zou kunnen noemen. Ik geloof in een God die lijkt op die van Meester Eckhard: die immanent is in alle dingen; die alle initieert, die de scheppende kracht is van de natuur en die ook de God is van de oosterse mystieke tradities. De metafoor van de vrouwelijke godheid is hier meer op van toepassing dan de mannelijke godheid. De twee metaforen hebben betrekking op onze ervaringen met de vader en de moeder. In onze gezinnen is de vader traditioneel de autoriteitsfiguur en het kind ervaart de vader als de ander. Tegelijkertijd is er een gevoel van loyaliteit en van straf Dat is de joods-christelijke God. De moeder daarentegen is iemand door wie je omgeven wordt, want we beginnen ons leven in de baarmoeder van onze moeder. Dit gevoel van onvoor-

Prof Casimir VU-MAGAZINE - MAART 1986

Roszak: "Het is interessant dat de moderne wetenschap in de zeventiende eeuw tot ontwikkeling kwam in de periode van de grote heksenjachten. Door heel Europa en de koloniën in Amerika werden de heksen, bijna altijd vrouwen, vervolgd. Ik geloof niet dat dit een samenloop van omstandigheden is, omdat de agressie tegen vrouwen en een vrouwelijke religie, ("hekserij") parallel liep aan de opkomst van de wetenschap in de westelijke wereld. Wat de vrouwenbeweging te doen heeft, is een weg vinden om de westerse wetenschap te herformuleren zodat deze bevrijd raakt van de vele agressieve, mannelijke, trekken. Ik geloof niet dat moderne wetenschap agressief-mannelijk van karakter hoef te zijn. Maar nog steeds is zij sterk geobsedeerd door vraagstukken van macht, controle en dominantie. Het interessante in de vrouwenbeweging is de poging om wetenschap te herformuleren in die zin dat het een wetenschap wordt, gebaseerd op vriendelijkheid, samenwerking, een die zich beweegt met de structuur van de dingen en dit is heel dichtbij zekere vormen van oosterse mystiek, Zen-Boeddisme en Tao-isme." De verstilde geest van de wijze is een spiegel voor hemel en aarde, een vergrootglas voor alle dingen. In de tempel van de mysticus wordt niet gestreefd naar rationele kennis, maar naar intuïtieve wijsheid. Dat is: het begrijpen van het eigen bewustzijn en de relatie ervan met de rest van het universum. De eerste fysicus die de overeenkomsten opmerkte tussen oosterse mystiek en de moderne natuurkunde en het Chinese begrip yin en yang bij uitstek geschikt vond om de complementaire relatie tussen beiden te benadrukken, was de Deense filosoof Niels Bohr. Op 7 oktober 1985 werd zijn honderdste geboortedag in Kopenhagen herdacht met een congres. Daar werd wel gesproken over quantummechanica, maar niet over oosterse filosofie en de gedachtenwereld van Boeddha. Maar beiden inspireerden Niels Bohr tot een wereldbeschouwing die hem buiten de nauwe kaders van de wetenschap zou voeren. Prof. Von Weizsacker, een van de 400 deelnemers aan dit congres, vertelde ons hoe hij van Niels Bohr leerde mensen op een andere manier te bekijken. Von Weizsacker: "Kijk naar het geweldig aantal wezens dat geboren wordt, die lijden omdat leven lijden is volgens Boeddha. Kijk naar ze. Maar je kunt ze niet beschrijven als iets buiten jezelf Je bent zelf zo'n wezen, je bent zelf geboren en je zult sterven. Je leeft je leven dat voor een deel uit lijden bestaat en voor een deel uit valse hoop. In die situatie kun je geen onderscheid maken tussen toeschouwer, degene die het alles afstandelijk beziet, een degene die bekeken wordt. Je bent het allebei zelf, je speelt beide rollen tegelijkertijd. Van daaruit zegt Bohr: Kijk nu eens naar de quantumtheorie. In die theorie beschrijven we als toeschouwers de natuur. We beschrijven de materiële wereld, sterren en atomen. We MAART 1986

bekijken ze maar op hetzelfde moment overvalt ons een diep besef van de oude waarheid, die ook Boeddha al begreep, namelijk dat hetgeen we vertellen ons eigen verhaal is. Wijzelf, ons lichaam is opgebouwd uit atomen. Ons eigen leven maakt deel uit van de natuur die we analyseren. We kunnen dat niet scheiden. We kunnen niet over de natuur spreken alsof we er zelf niet toe behoren. Ik denk dat Bohr dat eigenlijk wilde zeggen." Casimir: "Er is altijd verband tussen verschillende manieren van menselijk denken. Als student moesten we soms improviseren. Iedereen noteerde dan een onderwerp, iedereen trok er een uit en moest dan 5 a 6 minuten daarover praten. Daarna trokken we een tweede onderwerp en moesten dan over de relatie tussen die beide spreken. Uiteindelijk is dat de uitkomst van het menselijke brein. Er zijn dus altijd relaties. Maar of die nu werkelijk dieper zijn dan in het voorbeeld, betwijfel ik."

Wedijveren De top in de wetenschap bereik je alleen als je hard bent voor jezelf bereidheid toont te wedijveren met anderen. Hierbij staat de natuur ten dienste van de man: onderwerp en beheers haar. Maar de zorg voor de bewoonbaarheid van moeder aarde is vanouds altijd zorg geweest van de

vrouw. En tot op de dag van vandaag wordt onze godsdienst en cultuur door mannen gedomineerd, wat een feministe ertoe bracht te zeggen dat verstand waanzin wordt waar het aan macht is onderworpen. Charlene Spretnak: "Er is niet veel toekomstperspectief in de patriarchale wijze van denken: je controleert nu en leeft bij de dag. En we willen dat de politiek meer in de richting gaal van de wijsheid, bij voorbeeld van de eerste inwoners van Amerika. Amerikaanse Indianenstammen namen al hun belangrijke beslissingen met de zevende generatie in het achterhoofd. Zij dachten ver vooruit, maar wie denkt er in de Westerse geïndustraliseerde cultuur zo ver vooruit? In ons land betekent de toekomst voor de president alleen de komende vier jaar, voor de onderneming het volgende viermaandelijkse winstverslag en voor de vakbonden de volgende CAO-onderhandelingen. Niemand denkt echt aan het effect van de huidige beslissingen over het milieu voor de toekomst. Dus we willen dat er gedacht wordt aan de kinderen van onze kinderen en dat de beslissingen worden genomen met hun welzijn in het achterhoofd." Aan het eind van zijn leven schreef Newton: "Ik heb als een kleine jongen gespeeld langs het strand en mij geamuseerd met het zoeken naar mooie kiezelstenen of 103

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 112

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's