GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 207

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 207

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

een aantal relaties tussen geloof en politiek. In het boekje 'Geloof en politieke keuze' is aan een aantal vertegenwoordigers van politieke partijen een reeks vragen voorgelegd over hoe zij de verhouding tussen het geloofsgoed en de politiek beleven. Zeven politieke partijen zijn present. Achtereenvolgens: CDA, VVD, PvdA, RPF, SGP, PPR en D'66. Je vraagt je af, ten minste dat deed ik, waarom nu precies die partijen? In de inleiding staat daarover: 'Door de bescheiden omvang van dit boek moesten wij ons beperken in het aantal te vragen auteurs. Daardoor zijn niet alle politieke partijen aan bod gekomen. Uitdrukkelijk zij gesteld, dat hiermee geen oordeel over die partijen is uitgesproken'. Een echt uitgebreide verantwoording kan je het niet noemen, maar dat is misschien ook niet zo'n ramp. Het boekje 'Van rechts tot rood' kent een vergelijkbare opzet. Ook daar een aantal vragen over geloof en politiek en wat daar tussen zit. Een verschil met 'Geloof en politieke keuze' is wel, dat in dit boekje meer bijdragen zijn opgenomen. Veertien in totaal. Negen schrijvers uit een confessionele partij, vijf uit een niet-confessionele. De schrijvers die verbonden zijn met een confessionele partij zijn als volgt over de partijen verdeeld: één uit het CDA, één uit de SGP, twee uit het GPV, twee uit de RPF en, maar liefst, drie uit de EVP. De niet-confessionelen: één uit de PSP, twee uit D'66 en twee uit de PvdA. Ook in dit boekje geen uitgebreide verantwoording van het waarom van juist deze schrijvers uit deze partijen. In het voorwoord staat over de ontstaansgeschiedenis: 'Via de partijbureaus hebben wij contact met hen gelegd. Daar werden ons de namen genoemd van leden die naar alle waarschijnlijkheid positief zouden reageren op ons verzoek. (...) Bij sommige partijen leverde ons verzoek een stroom van reacties op. Anderen hadden meer moeite en konden eerst na geruime tijd iemand vinden die bereid of in staat was een antwoord op de gestelde vragen te formuleren en aan het papier toe te vertrouwen'. Het zou interessant zijn geweest iets te lezen over die partijen die zo veel moeite hadden een representant te vinden. Welke partijen waren dat, en waarom waren er zo veel moeilijkheden? Strikt genomen staat in de geciteerde zinsneden alleen iets over partijen die uiteindelijk wel in het boekje vertegenwoordigd zijn en niet over de partijen die ontbreken. In het voorwoord staat wel, dat het gezien de veelheid aan partijen in ons land niet doenlijk is een compleet beeld te geven. Zou je, vraag ik me af, uit dit alles nu mogen afleiden, dat de organisatie achter dit boekje — de interkerkelijke stichting de Open Hof — niet getracht heeft de W D te benaderen? Dat wordt niet duidelijk. En dat is wel een beetje spijtig. Zeker ten aanzien van de absentie van de W D . Vooral hierom: uit kiezerson-

VU-MAGAZINE — MEi IS

CDA-kamerlid Beinema: „vertaalfasen"

derzoek blijkt dat een heel groot gedeelte van de WD-stemmers eigenlijk vindt dat een politieke partij een confessionele grondslag moet hebben. Het is misschien ook bij dit boekje geen echte misser, dat over dit soort zaken niet meer te lezen valt. Maar een beetje vreemd staat het toch wel: drie vertegenwoordigers van de politieke splinter EVP, één vertegenwoordiger van het CDA en géén van de W D . Anders dan in de kerk, gaat het immers in de politiek wel om aantallen. Vertalen Iedereen weet het, maar toch verbaast het elke keer weer een beetje. Ik doel op de toch wel heel verschillende wijzen waarop het geloof gekoppeld wordt aan politieke keuzen. In 'Geloof en politieke keuze' was één van de vragen: 'Is politiek van christenen opkomen voor de zwakken in de samenleving?" Franssen van de VVD ontkent dat niet. Hij zegt in dat verband: 'Zo is er voor mij een duidelijke parallel tussen de opdracht van Godswege om je talenten maximaal te ontplooien, die dienstbaar te maken, ook ten bate van de minder bedeelde mens, en de wortels van de liberale overtuiging'. Het liberaal-economische vrijheidsbeginsel wordt aldus gekoppeld aan het bijbelse gebod de gegeven talenten te ontwikkelen. Stoffelen van de PvdA vindt ook dat het opkomen voor zwakken te maken heeft met de bijbelse boodschap. Hij legt vooral een verband met het gebod van de naastenliefde. En (onder andere) op grond van die richtingwijzer pleit hij tégen de verlagingen van de uitkeringen waar Franssen, ook

(onder andere) op basis van bijbelse noties, juist weer vóór is. De lijst met dergelijke tegenstellingen zou met zeer vele voorbeelden uitgebreid kunnen worden. Soms volkomen tegendraadse denkbeelden worden alle gegrond op de bijbel. Met de bijbel in de hand kan je misschien niet alle kanten op. Mensen gaan er in ieder geval wel bijna alle kanten mee op. Wat zit daar nu achter? Beinema van het CDA spreekt in het boekje 'Van rechts tot rood' in dat verband over vertaalfasen. Hoewel zijns inziens Gods openbaring niet alleen genoegzaam is, maar ook doorzichtig, volgt uit de bijbel niet direct en onmiddellijk wat in de politiek geboden is. De bijbelse boodschap moet vertaald worden. In een aantal opzichten. De bijbel moet overgezet worden uit de grondtalen, dat ten eerste. En iedereen die geen echte vreemde is in kerkelijk Jeruzalem en weleens een 'Groot nieuws'vertaling heeft vergeleken met bij voorbeeld een 'NBG'-vertaling, weet dat daartussen nogal wat verschillen zijn. Wat weer gevolgen kan hebben voor de uitkomsten van de tweede vertaalfase. De exegese namelijk. Een derde vertaalfase die Beinema noemt is het overzetten van de exegese naar onze westerse werkelijkheid van nu. Dan is er nog een laatste vertaalfase. De waarden van het evangelie moeten omgezet worden in compromissen. Niet alles is haalbaar. Soms omdat — ook al zou iedereen het willen — de middelen ontbreken. Vaak omdat men nu eenmaal anders denkt over de wijze waarop de samenleving ingericht moet worden. Bij al die vertaalfasen leggen christenen an-

189

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 207

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's