GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 187

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 187

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De consequenties van een gebrekkige definitie

Reclame en de vrije meningsuiting Als het aan minister Brinkman ligt, is het straks niet meer de Reclameraad, die keurt of aangeboden STER-spots wel door de beugel kunnen, want deze raad wordt opgeheven. De Reclameraad is een bij de Omroepwet in het leven geroepen college, waarvan de voorzitter door de Kroon en de leden door de minister worden benoemd. TV-kijkers worden regelmatig bij deze Raad bepaald door een ambtelijk aandoend spotje waarin het publiek wordt uitgenodigd toezending aan te vragen van de "Voorschriften voor de Nederlandse Etherreclame", waarin staat wat mag en wat niet mag. Wie iets kwetsend acht of in strijd met de goede zeden, het fatsoen, de goede smaak of de waarheid, kan een klacht bij de Reclameraad indienen. EO-directeur Dorenbos is zo verrukt van deze censuur op reclame dat hij eens argeloos voorstelde iets dergelijks in te stellen voor de gewone programma's, maar dat staat de Grondwet niet toe. Hij realiseerde zich kennelijk ook niet het risico dat de EO zelf zou lopen bij overheidscensuur. Voor de oorlog bestond er iets dergelijks voor de radio. Geen omroep bleef buiten schot. (Zie VU-Magazine juli/augustus 1974: "Den Haag en de indringende media"). Ben van Kaam Met de Reclameraad verdwijnt de censuur op ether-reclame niet. Minister Brinkman heeft het parlement voorgesteld deze klus daarna te laten klaren door de Stichting Reclame Code. Dat paste bij het privatiseringsstreven van de Regering, lichtte hij toe. De Stichting Reclame Code is een organisatie op privaatrechtelijke grondslag, waarin zich vertegenwoordigers van uitgeversorganisaties, consumentenorganisaties en het adverterende bedrijfsleven hebben verenigd om een reclamecode op te stellen en te handhaven. Ogenschijnlijk geen gek idee: ze zoeken zelf maar uit wat mag en wat niet mag. Overheid op afstand. Twijfel Van naderbij beschouwd, is het zeer de vraag of privatisering van de censuur op reclame zonder meer nu wel zo'n vrijheidsverruimend denkbeeld is. Het tegendeel kon wel eens het geval zijn. Met name bij de W D mag men verwachten dat er een alarmschel gaat rinkelen, niet omdat deze partij een krachtiger kampioen voor de vrije meningsuiting zou zijn dan alle andere partijen, maar omdat de VVD het tien jaar geleden zelf eens aan de stok heeft gehad met de Reclame Code Commissie. Deze commissie achtte zich namelijk eens bevoegd ook een tweetal W D advertenties te keuren, toen daarover een klacht binnenkwam. "Het staatssocialisme van Den Uyl bedreigt ons", had de W D in een verkiezingscam-

VU-MAGAZINE — MEI 1986

pagne geadverteerd. Dat appelleerde volgens een klager aan een gevoel van angst en dat mocht niet volgens de Reclame Code. Nu had dit lichaam zich gemakkelijk van de problemen kunnen afmaken door te stellen dat het hier geen commerciële reclame betrof doch politieke propaganda en dat de klacht op die grond niet in behandeling kon worden genomen. Tot ergernis van Hans Wiegel deed de Commissie dat echter niet. Men achtte zich wel bevoegd om de W D advertenties te beoordelen. Hans Wiegel was het daar volstrekt mee oneens. Op het in 1976 gehouden congres van het Genootschap voor Reclame zei hij: "U bent uw code vrijwillig aangegaan, wij hebben dat niet en doen het op onze manier, onder onze regels". Studie Deze geschiedenis kan men lezen in de doctoraal-scriptie "Vrijheid van meningsuiting, reclame en de Reclame Code Commissie", waarmee drs. Gerwin te Pas oktober vorig jaar zijn studie politicologie aan de VU afrondde (bij prof. dr. J. J. van Cuilenburg en prof. dr. J. J. Oostenbrink). De centrale vraag daarin luidt: „Is politieke reclame/propaganda op eenduidige wijze af te grenzen van handelsreclame en welke gevolgen, mede in het licht van artikel 7 Grondwet, heeft dit/zou dit moeten hebben voor het werk van de Reclame Code Commissie." Onbewust was hij zich hoe actueel het onderwerp zou worden waarop hij afstudeerde. Een maand voor de voltooiing van zijn studie werd de omstreden Mediawet bij de Kamer ingediend. De Reclame Code Com-

missie komt in de Memorie van Toelichting opduiken in de aankondiging van minister Brinkman om het censorwerk van de Reclameraad over te dragen aan deze particuliere instelling. Verder zijn op de valreep nog definities aan het wetsontwerp toegevoegd van "reclameboodschappen" en "reclameuitingen", waarbij men zich kan afvragen of deze niet gevaarlijk ruim gesteld zijn. Op het gevaar voor de vrije meningsuiting van te ruime definities van reclame gaat drs. Te Pas o.a. in zijn studie in en met name op de vraag of het —zoals sommigen beweren — echt zo moeilijk is een definitie te ontwerpen van reclame, die zich beperkt tot commerciële reclame. Zijn antwoord is nee. Het kan best. En de centrale vraag in zijn studie wordt in de laatste zin als volgt beantwoord: „Omdat commerciële reclame duidelijk te onderscheiden is van propaganda, moet de conclusie luiden dat de Reclame Code Commissie zich dient te onthouden van het toetsen van niet-commerciële reclame aan de gedragsregels. Ze loopt anders het gevaar niet-commerciële adverteerders op niet te rechtvaardigen wijze te belemmeren in hun recht van vrije meningsuiting." Definitie Het draait allemaal om de vraag wat nu eigenlijk moet worden verstaan onder "reclame" en wat niet. Legio definities zijn in omloop. Nu kan men zijn schouders ophalen over dit twistpunt omdat het er eigenlijk niet zoveel toe doet wanneer iemand een bepaalde uiting wel of geen reclame wenst te noemen. Maar anders wordt het wanneer in de media-wetgeving gewerkt wordt met het begrip "reclame". Want dan

169

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 187

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's