GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 217

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 217

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

de werkzusters van habijt veranderden op de dag dat een groep jonge meisjes het klooster kwam bezichtigen (29 juni 1966). Rector Overgouw vond het onderscheid tussen bidzusters en werkzusters "uit de tijd" en beijverde zich voor gelijkschakeling. Wat ook verder zijn motieven geweest mogen zijn, hij deed al in 1954, kort na de fusie, een stap in die richting door de conversinnen een klein beetje te verheffen tot de status van bidzusters. De lekezusters mochten het opzeggen van een aantal Onze Vaders vervangen door het bidden van het Klein Nederlands Brevier. Dit nam meer tijd in beslag en leek een beetje op het koorgebed van de nonnen, maar werd, zoals de naam aangeeft, in het Nederlands gebeden. Dat deze verandering werd doorgevoerd in het jaar van de fusie, hangt waarschijnlijk samen met het feit dat door het vergrote arbeidspotentieel per werkzuster meer bidtijd beschikbaar kwam. In 1970 schakelden alle zusters over op een Nederlands gebedenboek voor alledag. Indien hun werkzaamheden dit toelaten, bidden de conversinnen de getijden met de koorzusters mee. De koorzusters bevinden zich in de kapel ook weer op de begane grond en zitten niet gescheiden van de lekezusters. In 1964 kregen de werkzusters het actieve en passieve kiesrecht. In een voor de vicaris bestemd verslag van gesprekken tussen

VU-MAGAZINE — MEI 1986

een bij de federatieplannen betrokken pater en de nonnen werd een aantal voordelen van kiesrechtuitbreiding genoemd. Daarin werd gesteld dat uit gesprekken duidelijk bleek wat er tegen de opheffing van het onderscheid te zeggen was: het was een kwestie van traditie en enig verschil in ontwikkeling tussen koorzusters en lekezusters. Toch moesten volgens de pater de conversinnen stemrecht krijgen. Het klooster zou een moeilijke toekomst tegemoet gaan en op de hele gemeenschap moeten kunnen steunen; de eensgezindheid binnen de gemeenschap zou bevorderd worden en de spanningen zouden verminderen. Meer verantwoordelijkheid van de lekezusters lag ook in de lijn van de ontwikkeling van het kloosterleven; ook in België hadden de conversinnen stemrecht, terwijl daar het verschil tussen bidzusters en werkzusters veel groter was dan in Groenewoud. Na de gesprekken met de bidzusters werd over het vraagstuk van kiesrecht een stemming gehouden. Alle vierentwintig koorzusters stemden voor. Bij de verkiezingen van 1967 brachten lekezusters voor het eerst hun stem uit. Sindsdien werd slechts een keer, in 1976, een conversin tot raadzuster gekozen.

D

e eerder geconstateerde taakvervaging ten spijt, hebben Groenewouds apostolische activiteiten een nieuwe vorm

van taakdifferentiatie met zich meegebracht. Vrijwel alleen koorzusters zijn betrokken bij koren, liturgiegroepen en bezinningsdagen. Aangezien het verdelen van functies en taken onderdeel is van haar beleid, mag men verwachten dat hierin het standpunt van de priorin weerspiegeld wordt. Dit kent twee kanten: enerzijds houdt zij ervan iedereen die nog werken kan aan het werk te zetten, anderzijds meent zij dat lekezusters, vanwege hun geringe ontwikkeling, niet in staat zijn bepaalde functies en taken naar behoren te vervullen. Toch heeft zij, zo heb ik de indruk, op apostolisch terrein vorm willen geven aan de nieuwe gelijkheid van nonnen en conversinnen. In de tijd dat Groenewoudse zusters nog 'achter de tralies' zaten, fungeerden twee lekezusters als zogenaamde 'belzusters'. Het werk van de belzuster bestond onder meer uit het binnenlaten van bezoek: bijvoorbeeld familieleden van de zusters of mensen uit de omgeving die een boodschap kwamen brengen. De benaming 'belzuster' duidt op het grote belang van deze taak: de zuster 'aan de deur', altijd een conversin, was door de ingesloten slotzusters een verbindingsschakel met de buitenwereld. Zij had evenwel nog tal van andere werkzaamheden: bijvoorbeeld het schoonhouden van het voorste, niet-slotgedeelte van het klooster en het verzorgen van de rector. Toen in 1967 de tralies in de spreekkamer werden weggebroken, werd er aan de deur een roulatiesysteem ingevoerd. Om het de twee meestentijds buiten het slotgebied vertoevende belzusters mogelijk te maken af en toe met de andere zusters mee te eten en deel te nemen aan het bidden van de getijden, kreeg een aantal koorzusters opdracht hen op bepaalde tijden af te lossen. Zowel deze nonnen als de twee conversinnen kregen daarbij een nieuwe taak: de zorg voor de gasten van het kloostergastenverblijf. Aldus zijn de betreffende koorzusters tot belzusters gemaakt, terwijl zowel de bidzusters als de werkzusters fungeren als gastenzusters. Een traditionele werkzuster-taak en een nieuwe apostolische taak worden in geïntegreerde vorm opgedragen aan beide soorten zusters. Zo wordt hun nieuwe gelijkheid benadrukt. Tegelijkertijd is echter het oude onderscheid blijven bestaan. Het zijn nog altijd de 'echte' belzusters, die de meeste tijd in het voorste gedeelte van het klooster doorbrengen en op de bel en de gasten letten. Zij worden dan ook altijd als belzuster aangeduid. De aan het roulatiesysteem deelnemende koorzusters evenwel, worden meestal 'gastenzusters' genoemd. Een koorgastenzuster merkte op dat de twee belzusters 'zogenaamd' gastenzusters waren. D Drs. Patricia T. M. G. Romijn, Vrouwen achter slot en grendel. Een antropologische studie over de religieuze vernieuwing in een klooster van slotzusters. VU-uitgeverij, f 25,-

199

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 217

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's