GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 217

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 217

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

en uitgeroepen: "Oh! die twijfel! die twijfel! Ik geef nog de voorkeur aan het algehele niets!", net zoals ze dat bij hun negentiende-eeuwse zoektocht deden. De wetenschap lijkt nimmer te kunnen geven wat men ervan verwachtte. Wat er op het eerste gezicht uitziet als een wetenschappelijke zekerheid blijkt bij nadere inspectie altijd te bestaan uit een geheel van tegenstrijdige beweringen, uit cirkelredeneringen en uit triviale conclusies die geen nieuws bevatten.

N

iettemin heeft de wetenschapskritiek bij Flaubert altijd een dubbelzinnig karakter. Zijn kritiek op de wetenschappelijke domheid leidt niet tot een pleidooi voor een wetenschap die wel consistentie en gegarandeerde waarheid in de aanbieding heeft. Wie namelijk betreurt dat de wetenschap zo weinig zekerheden oplevert, is op zoek naar een nieuw dogma. Maar misschien is kennisverwerving pas mogelijk wanneer afVU-MAGAZINE—MEI 19

stand wordt gedaan van het idee dat er een universele, objectieve waarheid bestaat, wanneer erkend wordt dat alle kennisverwerving een zaak van menselijke interpretatie is. In deze zin zou het niet dramatisch zijn dat het beeld van de Geschiedenis niet vastligt maar voortdurend herzien en bijgesteld wordt, of dat de natuur ons onophoudelijk voor verrassingen stelt. De afwezigheid van een ondubbelzinnig criterium van wetenschappelijke onbetwistbaarheid, het ontbreken van een voorschrift of dogma, brengt mensen er wellicht eerder toe hun intellectuele vermogens te gebruiken. Waar volgens Flaubert de mogelijkheden voor kennisverwerving liggen, schemert door in de tekst wanneer hij Bouvard laat zeggen alleen het intuïtieve inzicht als mogelijkheid te zien. "Maar om er geloof aan te kunnen hechten moet je twee eraan voorafgaande vormen van kennis erkennen: die van het lichaam dat gevoeld heeft en die van de intelligentie die waargenomen heeft; kort-

om, uitgaan van de Zintuiglijke Waarneming en de Rede, allebei menselijke en daarom twijfelachtige getuigenissen." Pecuchet sputtert nog tegen dat ze zich zo op het schrikwekkende pad van het scepticisme begeven, maar volgens Bouvard jaagt dat pad alleen zwakke geesten angst aan. De domheid die Flaubert dus hekelt is een teveel aan kennis, liever gezegd, een kennis die gestold is tot cliché, tot een onomstotelijke theo-

Flaubert (links): kunst van de over^''^^' Heinrich Heine (rechts): het classiJ ^ d S l r "^

De domheid die Flaubert hekelt is een teveel aan kennis, liever gezegd een kennis die gestold is tot cliché. rie of methode. Aan het einde van zijn boek heeft hij ook een zogenaamd woordenboek van de conventionele ideeën samengesteld, dat bestaat uit alle populaire frasen die iemand in gezelschap tot een be27

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 217

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's