GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 7

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 7

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Feike Salverda en Lex Runderkamp in 'Gouden Bergen': niet onbeiioorlijk gehandeld. Foto Bert Nieniiuls

over wat wel en wat niet is toegestaan. Op geen enkele plaats ligt officieel vastgelegd wat journalisten zoal mogen. De burgerlijke rechter kan wel te rade gaan bij andere rechtsregels, zoals het onrechtmatige daadsartikel, om een journalistieke wanactie af te straffen. En de Raad beschikt inmiddels over voldoende 'ongeschreven recht' om weloverwogen uitspraken te doen. Een gedragscode voor journalisten bestaat echter niet. De theoloog en docent aan de Academie voor de Journalistiek in Tilburg, Huuh Evers, ontwikkelde wèl zo'n beroepscode. Hij promoveerde onlangs aan de Vrije Universiteit op het proefschrift Journalistiek en ethiek. Daarin onderzoekt hij de uitspraken van de Raad voor de Journalistiek tot en met 1985 (220 in totaal) en tracht hij daaruit een beroepscode af te leiden. Op de persconferentie die naar aanleiding van de

'Soms kunnen vijf mensen genuanceerder over een zaak oordelen dan één rechter, ook al heet hij Asscher.' promotie werd georganiseerd, bleek echter dat de meeste journalisten niet staan te springen om een dergelijke beroepscode. Daarvan bleek Evers zich ook wel bewust, want in zijn proefschrift had hij de mogelijke bezwaren tegen zo'n code al op een rijtje gezet.

van de communistische uitgeverij en boekhandel Pegasus in Amsterdam. De betreffende journalist had ontdekt dat CPN-voorzitter Paul de Groot, tegen de regels van de partij in, geld had ontvangen als honorarium voor het schrijven van een boek. Als 'bewijs' was een fotokopie afgedrukt van een kwitantie. De e noodzaak van zo'n code Raad voor de Journalistiek vond zou blijken uit het feit dat deze handelwijze geoorloofd omdat geen eenduidigheid bestaat de berichtgeving het algemeen belang over de toepassing van bepaalde, in diende. de journalistiek gangbare regels. Bo- De Raad voor de Journalistiek bevendien zouden lezers en kijkers dan staat voor de helft uit journalisten en ook beter weten waar zij aan toe zijn. voor de andere helft uit niet-journaIn zijn proefschrift behandelt Evers listen, die echter wel allemaal een beenkele van die regels waarover nogal roep uitoefenen of hebben uitgeoeeens onduidelijkheid bestaat. Zo is fend, dat daarmee raakvlakken het in principe regel dat het particu- heeft. Eén van de 'oudste' leden van liere leven van een privépersoon niet die raad is drs. Herman van Run, in zonder diens toestemming in het het verleden hoofdredacteur van het openbaar gebracht mag worden. dagblad De Tijd, en nu her en der Daar is echter een aantal uitzonde- werkzaam in het journalistieke vlak. ringen op. Soms moet het recht op Van Run wil niet weten hoe lang hij privacy wijken voor het algemeen be- al in de Raad zit: "Dan zou ik tegelijlang. Dat was het geval toen Het kertijd moeten weten wanneer ik erVrije Volk in 1967 een artikel publi- uit moet. En dat wil ik niet, want ik ceerde over de financiële praktijken vind het veel te leuk werk." Na enig

D

4

gereken blijkt hij al vanaf het begin van de jaren zeventig in de Raad zitting te hebben.

I

emand die zich beledigd of geschaad voelt omdat een krant of een ander medium iets verkeerd heeft gedaan, kan een klacht indienen bij de Raad voor de Journalistiek. Die klacht kan betrekking hebben op zowel een onjuiste mededeling als op bijvoorbeeld het publiceren van de foto van een vermoorde dochter. Het klagen bestaat simpelweg uit het sturen van een brief naar de Raad met daarin de precieze omschrijving van de klacht. De voorzitter en secretaris bekijken dan of de klacht ontvankelijk is. Degene tegen wie de klacht zich richt, krijgt vervolgens bericht en kan zich verweren. Meestal worden de partijen dan ook nog gehoord. "Die zitting verloopt als volgt", vertelt Van Run. "Aan de ene kant van de tafel zit de Raad, en aan de andere kant de klager en de betrokkene. Onder de vorige voorzitters was het de gewoonte dat men een zekere vriendelijke distantie beVU-MAGAZINE—JANUARI 1988

trachtte tegenover de partijen. Je gaf die mensen geen hand. Het was niet verboden om een hand te geven, maar je kreeg de indruk dat het geven van handen een onzedelijke handeling zou zijn. Het hoorde er niet bij. Nu, als vanzelf eigenlijk, gebeurt dat wel. Het is een rondetafelgesprek geworden, al is die tafel rechthoekig." Sommige partijen, vooral als het grote organisaties betreft, laten zich bijstaan door een advocaat. Hun aanwezigheid maakt de informele zitting van de Raad heel wat formeler, vindt Van Run. "Die advocaten treden op alsof ze voor het Hof staan. Hoogst potsierlijk. Ze overhandigen pleitnota's die in de bekende onleesbare stijl gesteld zijn. Een ellendig lange zin met veel bijzinnen die allemaal met 'dat' beginnen, de zogenaamde 'datstijl'." Over de meeste zaken slaagt de Raad erin op korte termijn tot een eensluidend oordeel te komen, maar soms is de materie zo ingewikkeld dat er langdurige discussies aan de uiteindelijke besluitvorming voorafgaan. VU-MAGAZlNE—JANUARI 1988

Zo'n zaak was Ministerie VROM contra Salverda en Runderkamp. In het VPRO-televisieprogramma Gouden Bergen lieten Feike Salverda en Lex Runderkamp een telefonisch interview horen met een woordvoerster van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieuhygiëne. De toenmalige minister, Winsemius, was daar boos over en diende een klacht in. Hij vond dat de twee journalisten niet zonder waarschuwing een gesprek mochten opnemen, en ook niet zonder toestemming van de minister en zijn woordvoerster dat gesprek mochten uitzenden. Van te voren hadden Salverda en Runderkamp wèl meegedeeld dat zij het gesprek zouden uitzenden. Dat leverde een moeizame discussie in de Raad op, aldus Herman van Run. "In dit geval was er niet onbehoorlijk gehandeld. In het algemeen moet een journalist geen gesprekken opnemen zonder daar van te voren voor te hebben gewaarschuwd. En in het algemeen mogen journalisten ook niet datgene wat is opgenomen uitzenden, zonder dat de geïnterviewde daarmee instemt. Maar in dit geval kon de woordvoerster weten hoe journalisten handelen. Zij kon weten dat alles wat zij zei ook letterlijk mocht worden genomen, en dat de journalisten dit als geheugensteun mochten opnemen. In de tweede plaats was het in het kader van dit televisieprogramma, waar zoveel mogelijk de authenticiteit van de bronnen wordt getoond, redelijk dat óók datgene wat zo'n woordvoerster zegt ten gehore wordt gebracht, zelfs al is zij het daar zelf mee oneens. De beslissing die de Raad moest nemen was niet eenvoudig, omdat er zoveel kanten aan de zaak zaten. Er is zelfs meer dan één bespreking aan gewijd."

W

ie het niet eens is met een uitspraak van de Raad kan weinig anders doen dan de publiciteit zoeken en het gestelde aldaar bestrijden. Van Run vindt dat niet erg, integendeel, hij juicht die ontwikkeling zelfs toe. "Eén van de belangrijkste taken van de Raad is immers de meningsvorming over behoorlijk journalistiek gedrag. En daar kan het bediscussiëren van uitspraken van de Raad een bijdrage aan leveren. Ook, en mis schienjuist vooral wanneer commen-

.r

Drs. Herman van Run: 'Beroepscode is veel te willekeurig.' Foto ANP Dr. Huub Evers: journalisten bestrijden de noodzaak van zijn beroepscode. Foto AVC/VU

tatoren afwijkende oordelen hebben. Zo is het boek van Huub Evers óók nuttig, wanneer hij het met de Raad oneens is." Naast het indienen van een klacht bij de Raad voor de Journalistiek, staat ook de gang naar de burgerlijke rechter open voor degenen die zich door de media benadeeld voelen. De rechter heeft meermalen laten blijken de uitspraken van de Raad als 'naslagwerk' te gebruiken. De president van de Amsterdamse rechtbank, Asscher, heeft reeds eerder laten weten erg veel prijs te stellen op een beroepscode voor journalisten. Herman van Run ziet overigens wel verschil tussen zaken die de Raad te behandelen krijgt en zaken die voor de rechter dienen. "Wij krijgen zaken die wat eenvoudig van aard zijn, waarvoor de drempel van het gerechtsgebouw te hoog is. In een buurtblad heeft bijvoorbeeld iets onaangenaams over iemand gestaan. De betrokken verslaggever - een leerling van achttien jaar - had misschien beter kunnen weten. Het is toch te gek om daarmee 5

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 7

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's