GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 304

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 304

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Samenstelling: Gert J. Peelen

Pizza Of het nu Latijn is of Grieks, Frans, Duits of Engels, een tweede taal leert men met aanmerkelijk meer moeite dan de moedertaal die we brabbelenderwijs onder de knie krijgen. Papa fume une pipe, jawel! Maar wie kent die ellendige lijsten met Duitse woordjes nog uit het hoofd"? Toch: talen kun je léren, stelt Peter Jordens in zijn oratie als hoogleraar in de toegepaste taalwetenschap aan de Vrije Universiteit. Maar dat gaat gesmeerder naarmate men de moedertaal beter beheerst. De manier van onderwij sgeven doet er veel minder toe. Ongeacht of men die fremde Wörter erin heeft moeten stampen, blijken Nederlanders in de praktijk toch steeds hetzelfde type fouten te maken. Een internationaal verschijnsel overigens, zoals pizzabakker Mario elke avond demonstreert met zijn stelling dat "als die bodem is lekkerder, die hele pizza is lekkerder". Op intuïtie en taalgevoel komt het aan, volgens prof. Jordens. Deze intuïtie ontlenen we aan onze moedertaal die - anders dan wel is gedacht - het leren van een vreemde taal eer bevordert dan belemmert. Taalgevoel kweekt men met een gevarieerd en 38

interessant taalaanbod. Er wordt - zo jaagt Jordens de taaldocent in de gordijnen - veel te veel onderwezen. Wie een taal wil léren moet vooral lezen en luisteren. Wie alleen uit is op het praktische nut ervan, heeft meer aan een woordenboek dan aan grammatica. Want: liever een foutje gemaakt in de vervoeging van het werkwoord, dan - grammaticaal gezien vlekkeloos ~ een bord fietsbel met rubbersaus besteld op een buitenlands terras, nietwaar?

Armoe Van Bartje weten wij dat het bestaan in Drenthe hard, de grond er zompig dan wel schraal, het geloof er streng, en de bruüne boon er uitermate onsmakelijk was. Geen prettige streek dus, die dunst bevolkte provincie van ons land, zéker niet in het verleden. Armoe troef, onFoto Kippa

danks het overweldigend natuurschoon. Dat laatste is een lelijk vooroordeel, zo blijkt. En gelukkig is er de wetenschap om ons daarvan af te helpen. Hoewel nog nauwelijks ontgonnen, stak Drenthe in de achttiende eeuw qua armoede relatief gunstig af bij andere provincies. Uit nood bedreven 'kleine criminaliteit' (diefstal, bedelen, landloperij) kwam er minder vaak voor dan in andere delen van het land. Een gunstige uitzondering dus, en een gevolg van het feit dat er voor elk van de slechts 40.000 inwoners wel een lapje grond en wat vee te vinden waren. H. Gras, een historicus die onlangs te Groningen op dit onderwerp promoveerde, heeft het allemaal secuur nageplozen. Naast boeren en keuters (zestig procent), middenstanders (vijftien procent) en een doodenkele ambtenaar, bestond nog geen kwart van de bevolking uit 'onvermogenden'. En die

groep kon dan in slechte tijden terugvallen op de armenzorg die, in handen van de diaconieën van de hervormde kerk, in de achttiende eeuw een bloeitijd doormaakte. Paternalistisch was dit type armenzorg natuurlijk wel, meent ook Gras. Niet alleen verloor de bedeelde onvermogende zijn zelfstandigheid, maar er zal ook wel terdege gecontroleerd zijn of voor de diaconaal verstrekte bruine bonen wel ordentelijk gebeden werd.

Vitamine Van sommige stoffen heeft men lange tijd gedacht dat ze volstrekt ongevaarlijk zijn. Vitamine-C behoort daartoe. Wie ook maar een snufje of kuchje voelde aankomen spoedde zich in het verleden naar de groenteman voor een paar kilo persfruit. Tegenwoordig kan men ook bij drogist en apotheek terecht voor een pot met pillen waarin hetzelfde heilzame spul in geconcentreerde vorm aanwezig is. Baat het niet, het schaadt ook niet. En: voorkomen is beter dan genezen. Vanuit die gedachten wordt er in ons land heel wat vitamine-C weggeslikt. Die tabletjes zijn echter allerminst onschuldig, benadrukt Ilja Mohandas Hoepelman, een internist die in Utrecht promoveerde op het onderwerp 'IJzer en infectie'. Vitamine-C verhoogt de kans op infectie, wanneer het bloed van de slikker 'vrij ijzer' bevat. Vrij ijzer staat de witte bloedcellen naar het leven, die van groot belang zijn om het afweersysteem in stand te houden. Deze cellen gaan zich, bij aanwezigheid van vrij ijzer in het bloed, sterker aan de vaat-

VU-MAGAZINE—JUU/AUG. 1989

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 304

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's