GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1992 - pagina 225

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1992 - pagina 225

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

T

en eerste

H 1

In de rubriek 'Achterhaald' verwijst Koos Neuvel ditmaal de futurologie naar het kerkhof van de wetenschap. Deze tak van (pseudo-) wetenschap was met name populair aan het eind van de jaren zestig, beginjaren zeventig. Het doortrekken van lijnen uit het verleden, via het heden, naar de toekomst - het zogeheten 'extrapoleren' vormde de kern ervan. Men is inmiddels wijzer geworden, en ook sceptischer omtrent de voorspel- en maakbaarheid van de toekomst. Tegenv/oordig is de tegenovergestelde denkwijze, zoals die welke uit de chaostheorie naar voren treedt, gangbaar. De 'vlinder van Lorenz', die met een enkele vleugelslag een proces in gang zet dat, na verloop van tijd en duizenden kilometers verderop, een orkaan tot gevolg kan hebben, is van dat denken een treffend symbool. Kleine, niet registreerbare oorzaken met grote, onvoorspelbare gevolgen; dat idee. Betekent dit dat we met blinde ogen, op de tast een onzekere toekomst tegemoet gaan? Dat is ook \veer geen aanlokkelijke uitgangspositie. Er zullen toch voorbereidingen moeten worden getroffen voor de eenentwintigste eeuw. Bijvoorbeeld op het gebied van het vervoer; een kwestie die nu al onafzienbare problemen van uiteenlopende aard veroorzaakt. De spectaculaire toekomstplannen die ingenieurs en andere deskundigen hebben ontwikkeld, vormen deze maand het onderwerp van het omslagverhaal dat geschreven is door Ben van Kaam, oudhoofdredacteur van dit blad. Futuristisch of juist zeer realistisch? De toekomst zal het leren. Maar in de besluitvorming hierover zal zeker de frictie meespelen die inherent is aan elke poging tot het wetenschappelijke vormgeven van de toekomst: de eeuwige spanning tussen droom en daad.

GertJ. Peelen vu MAGAZiME JUNI 1 9 9 2

T G

K^ Brasem Rijkswaterstaat presenteerde onlangs een wonderrecept waarmee vervuild water weer schoon gemaakt kan worden. Plassen vervuilen doordat er teveel algen in het water zitten. Die zakken naar de bodem, gaan daar rotten en maken net water zuurstofarm. Het gevolg: vieze, stinkende plassen. Wat R jkswaterstaat daaraan w I doen kun je 'biomanipulatie' noemen, maar je kunt het ook positiever aanduiden als 'actief biologisch beheer'; manipuleren met de visstand. Vang de brasems uit een plas en laat in plaats daarvan snoeken rondzwemmen, adviseert Rijkswaterstaat. Snoeken eten de jonge brasempjes op. Dat is goed, want die brasems zijn de boosdoeners. Zij eten watervlooien, terwijl die watervlooien nu juist hun maal doen met algen! in het LT-Journaal, een tijdschrift over landbouw- en milieuwetenschappen, uit de biologe Dr. E. van Donk twijfels over de leidraad van Rijkswaterstaat, waarin dit plan wordt gepresenteerd. De ervaringen die er zijn met het vangen van brasems om watervervuiling tegen te gaan, zijn heel verschillend. Kleine plassen kun je er schoon mee krijgen, maar in grotere meren is er nog weinig succes mee geboekt. In 1991 haalde Rijkswaterstaat uit een randmeer van Zuidelijk Flevoland vierhonden/ijftig ton brasems en zette er zeshonderdduizend snoekjes voor terug, biet project is niet geslaagd. Andere vissen, zoals de aasgarnaal Neomysis en de pos namen de rol van spelbreker over van de brasem. En omdat het voorjaar van 1 991 zo koud was heb-

"-^» \ ,

ben de snoeken zich niet goed voortgeplant, waardoor de brasems dat juist wèl konden. Brasems kunnen blijkbaar beter tegen kou. In januari 1 992 is er nog eens vijftigduizend kilo brasem en pos uit het meer gevist. Dit jaar zal het meer schoon zijn, belooft Rijkswaterstaat. Van Donk gelooft er nog niet in.

Al erqie Theo Richel schreef in het januarinummer van VUMagazine dat de grote toename van het aantal allergiepatiënten te wijten is aan onze schone leefwijze en het tekort aan broertjes en zusjes met snotneuzen: zo bouwen kinderen te weinig weerstand op. Prof.ar. Carla Bruijnzeel,

die in Utrecht werd benoemd tot hoogleraar dermato-allergologie, heeft een andere verklaring. Zij denkt dat luchtverontreiniging allergische klachten veroorzaakt, en ze denkt dat psychische problemen vaak een uitweg zoeken in de vorm van een allergie. Bruijnzeel spitste haar oratie verder toe op het feit dat een allergie op de een of andere manier een aantrekkelijk ziektebeeld is

voor iemand met psychische problemen, fdet is prettig voor zo'n patiënt dat zijn probleem op die manier veoA/ordt tot iets waar hij niets aan kan doen. Bruijnzeel vertelde dot in Amerika de allergologen tot de best betaalde specialisten behoren. Psychiaters zijn veel minder populair. Dat allergieën psychisch kunnen zijn weten alle al-

lergologen, zei Bruijnzeel. Een begrip binnen de allergologie is het 'plasticrosesyndrome'. Een man die altijd vreselijk moest niezen zodra hij in de buurt van een roos kwam, kreeg ook een hevige niesbui toen de allergoloog hem een plastic roos voorhield. Die man had vast een trauma; iets met een verloren geliefde voor wie hij altijd rozen meebracht. VU AAAGA2INE JUNI 1 9 9 2

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1992

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1992 - pagina 225

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1992

VU-Magazine | 484 Pagina's