GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1993 - pagina 117

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1993 - pagina 117

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Daar kan ik me iets bij voorstellen", reageert Ineke Platel, de voorzitter van de meerling-oudervereniging, hierop. De oudervereniging wil daarom folders maken waarin dit risico wordt belicht. Z o ' n folder kunnen mensen thuis rustig lezen. Dan is er minder kans dat ze later hun gynaecoloog verwijten dat ze een meerling kregen. "Zij kwamen voor één kind en niet voor drie, vier of vijf', staat in de petitie van de meerling-oudervereniging aan staatssecretaris Simons. Maar een ziekenhuis is geen winkel die je kunt aanklagen bij de consumentenbond of het programma ' O o k dat nog' als de gekochte waar achteraf niet naar je zin is. Tweelingmoeder Lian de Graaf vindt dat aanstaande ouders die gebruik maken van eisprong-stimulerende middelen of IVF, van te voren goed moeten bedenken of ze een meerling zouden willen en of ze dat aan zouden kunnen. En het anders niet doen. De tweeling de Graaf uit Nijemirdum is nu zes jaar. Hoe gaat het met ze? "Niet zo goed", zegt Lian de Graaf "Rik ligt hier naast me met 40.2 koorts. Renske reist iedere dag twee uur per taxi en bus naar een school voor kinderen met spraak-, taal- en gehoorproblemen. Het zijn echte kwakkelkinderen. Ik had twee huilbaby's tegelijk. Ik kwam handen tekort. Ze aten en groeiden heel slecht, Hepen pas met twee jaar, spraken met driejaar alleen een paar woordjes. D e hele winter zijn ze ziek; koorts, oorontstekingen, bloedarmoede. In de zomer doen ze het beter, dan komen ze wat aan, maar dan vallen ze in de winter weer af. Over Renske zeggen de artsen: 'het is geen autistisch kind'. Dan denk ik: 'maar het scheelt niet veel'. "Ja, ze gaat wel vooruit nu ze in het speciaal onderwijs zit. Maar op school vindt men het een gesloten kind. Met haar tweelingbroertje kan ze heel leuk spelen; R i k verstaat haar goed, en ze communiceren ook zonder woorden."

Spastisch Visser zei in zijn oratie: "Een gezonde vijfling haalt het journaal en alle damesbladen en wordt elke twee tot drie jaar opnieuw belicht. Van die vijfling, waarvan één kind overlijdt en vier gehandicapt overblijven, hoor je nooit iets." Hebben de vrouwenbladen gelijk, zijn meerlingen voornamelijk schattig en bezienswaardig? Zijn R i k en Renske en de vijfling Brands, allemaal zorgenkinderen, uitzonderingen? Met deze vraag kom ik terecht bij prof.dr. S.P. Verloove-Vanhorkk, bijzonder hoogleraar bij de vakgroep kindergeneeskunde aan de Leidse universiteit. Onder haar leiding deden drie kinderartsen onderzoek naar de ontwikkeling van kinderen die voor de 32e zwangerschapsweek en/of met een gewicht van minder dan 1500 gram ter wereld kwamen. Martina Em, Anneke Schreuder en Sylvia Veen promoveerden op tien februari op hun resultaten. Toen de kinderartsen de bijna duizend ex-couveusebaby's op vijfjarige leeftijd thuis bezochten bleek dat ongeveer zes procent ernstig gehandicapt was, bijvoorbeeld spastisch, doof, blind of geestelijk gehandicapt. Ongeveer acht procent had een 'lichte' handicap, een duidelijke afwijking waardoor het kind wel in het speciaal onderwijs terecht komt, maar die niet leidt tot een volledig onzelfstandig leven. N o g eens zestien procent had een afwijking die de onderzoeksters definieerden als een 'beperking'; het kind mankeert iets.

Prof.dr. S.P. Verloove: "Ik vind liet schitterend matige-voortplantingstechnielien er zijn.".

dat die l<unst-

maar kan gewoon sociaal functioneren en naar een ge'wone school. Die beperking kan een spastisch been zijn, een taalachterstand, een slecht concentratievermogen. Verder bleek dat veel ex-couveusekinderen het slecht doen op school, en veel van hen 'probleemgedrag' vertonen. Dertig procent van de met de nieuwste technieken in leven gehouden piepkleine baby's mankeert dus op vijfjarige leeftijd iets: dat is veel. Of niet? Hoogleraar verloskunde Visser vindt het veel, dat blijkt uit zijn oratie waarin hij zich afvraagt of hetgeen vooruitgang lijkt, in de verloskunde en de neonatologie, niet vaak schijnvooruitgang is. Deze gehandicapte ex-couveusekindjes noemt hij "de prijs van de vooruitgang". Hoogleraar kindergeneeskunde Verloove: "Daar ben ik het niet mee eens." Ze rekent voor dat vroeger van deze baby's tachtig procent stierf, vijf procent bleef gehandicapt in leven en vijftien procent bleef gezond in leven. Dankzij de nieuwste techniek gaat nu nog maar 25 procent dood, dertig procent blijft leven

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1993 - pagina 117

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's